SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2020-2021 Zitting 2020-2021
________________
9 novembre 2020 9 november 2020
________________
Question écrite n° 7-772 Schriftelijke vraag nr. 7-772

de Stephanie D'Hose (Open Vld)

van Stephanie D'Hose (Open Vld)

au vice-premier ministre et ministre de la Justice, chargé de la Mer du Nord

aan de vice-eersteminister en minister van Justitie, belast met Noordzee
________________
Criminalité organisée - Pays-Bas - Offensive contre la subversion - Initiative similaire en Belgique Georganiseerde misdaad - Nederland - Offensief tegen ondermijning - Gelijkaardig initiatief in België 
________________
criminalité organisée
Pays-Bas
lutte contre le crime
georganiseerde misdaad
Nederland
misdaadbestrijding
________ ________
9/11/2020Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 10/12/2020)
21/1/2021Antwoord
9/11/2020Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 10/12/2020)
21/1/2021Antwoord
________ ________
Réintroduction de : question écrite 7-539 Réintroduction de : question écrite 7-539
________ ________
Question n° 7-772 du 9 novembre 2020 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 7-772 d.d. 9 november 2020 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le gouvernement néerlandais lance une vaste offensive contre la criminalité subversive organisée. Le but est de renforcer la lutte contre l'industrie criminelle (de la drogue) et d'aider la société à mieux résister au poison de l'argent d'origine criminelle, aux menaces, aux intimidations, aux liquidations, et donc au risque de subversion.

Lorsqu'il a pris ses fonctions, le gouvernement a intensifié la lutte contre la criminalité subversive organisée, notamment grâce aux 100 millions d'euros du fonds anti-subversion et par le biais de la législation. L'offensive est désormais élargie et renforcée par une combinaison de mesures répressives et préventives et par des investissements supplémentaires. Le plan présenté en ce printemps 2020 par le ministre néerlandais de la Justice et de la Sécurité, M. Grapperhaus, est axé sur le démantèlement, la saisie/confiscation et la prévention.

La mise en place d'une équipe d'intervention pluridisciplinaire (Multidisciplinair Interventie Team, MIT) est en cours au sein de l'unité de police nationale. Cette équipe pourra intervenir à différents échelons: local, régional, national et international. L'équipe d'intervention est composée de divers spécialistes dans le domaine du renseignement et des enquêtes numériques, internationales et financières. Ces spécialistes proviennent notamment de la police, de l'agence de lutte antifraude (Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst, FIOD), et de la Maréchaussée royale. Les possibilités de partage d'informations seront ainsi élargies.

La MIT s'emploiera à casser les positions dominantes des chefs criminels et de leurs facilitateurs, à perturber les processus déstabilisateurs et à empêcher l'utilisation de l'économie et des infrastructures légales à des fins détournées. L'approche est fondée sur le renseignement et vise à mettre au jour les flux financiers criminels et à saisir les produits du crime. Cela implique davantage de coopération avec des acteurs privés tels que des secteurs d'activité et des entreprises. L'accent est mis sur une formation et un recrutement accélérés, afin de rendre l'équipe de spécialistes opérationnelle.

En ce qui concerne le caractère transversal de la présente question: les différents gouvernements et maillons de la chaîne de sécurité se sont accordés sur les phénomènes qui devront être traités en priorité au cours des quatre prochaines années. Ceux-ci sont définis dans la note-cadre de sécurité intégrale et dans le plan national de sécurité 2016-2019 et ont été discutés lors d'une conférence interministérielle à laquelle les acteurs de la police et de la justice ont également participé. Il n'y a pas encore de nouveau plan national de sécurité. Il s'agit donc d'une matière transversale qui relève également des Régions, le rôle de ces dernières se situant surtout dans le domaine de la prévention.

J'aimerais dès lors soumettre au ministre les questions suivantes:

1) Comment réagissez-vous à l'initiative néerlandaise de création d'un fonds anti-subversion de 100 millions d'euros? Existe-t-il une initiative similaire en Belgique? Si non, pour quelles raisons? Dans l'affirmative, pouvez-vous détailler votre réponse?

2) Les Pays-Bas mettent en place une équipe d'intervention pluridisciplinaire (MIT) composée de divers spécialistes dans le domaine du renseignement et des enquêtes numériques, internationales et financières, spécialistes issus notamment de la police, du FIOD et de la Maréchaussée royale. Existe-t-il une approche similaire chez nous? Dans l'affirmative, pouvez-vous indiquer quelles sont les personnes concernées et les moyens mis à leur disposition? Si non, pour quelles raisons? Dans l'affirmative, pouvez-vous commenter les résultats obtenus?

3) Pouvez-vous expliquer comment vous concentrez davantage l'approche du crime organisé sur le renseignement, sur la mise au jour des flux financiers criminels et sur la saisie des produits du crime? Pouvez-vous détailler très concrètement votre réponse et la ventiler par projet?

4) Comment a-t-on, ces dernières années, renforcé la coopération avec des acteurs privés tels que des secteurs d'activité et des entreprises? Pouvez-vous donner des éléments concrets à ce sujet? Comptez-vous renforcer cette coopération?

5) Comment s'efforce-t-on d'accélérer la formation et le recrutement en matière de détection d'argent criminel et de saisie des produits du crime?

6) Pouvez-vous détailler, sur une base annuelle, le montant des avoirs criminels saisis au cours des trois dernières années? Pouvez-vous commenter ces chiffres?

 

Het Nederlandse kabinet zet een breed offensief in tegen georganiseerde ondermijnende criminaliteit. Er wordt ingezet op versterking van de aanpak van de criminele (drugs)industrie en het weerbaarder maken van de samenleving tegen het gif van crimineel geld, bedreigingen, intimidaties en liquidaties waardoor ondermijning dreigt.

Het kabinet heeft bij zijn aantreden de aanpak van georganiseerde ondermijnende criminaliteit geïntensiveerd met onder meer de 100 miljoen euro in het anti-ondermijningsfonds en wetgeving. Het offensief wordt nu verbreed en versterkt met een combinatie van repressieve en preventieve maatregelen en extra investeringen. Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid komt in het voorjaar van 2020 met een uitgewerkt plan met focus op: oprollen, afpakken en voorkomen.

Er wordt gewerkt aan de inrichting van een Multidisciplinair Interventie Team (MIT) bij de landelijke eenheid van de politie dat kan schakelen op verschillende niveaus: lokaal, regionaal, landelijk en internationaal. Het interventieteam bestaat uit verschillende specialisten op het gebied van intelligence en digitale, internationale en financiële opsporing van onder meer de politie, Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (FIOD) en Koninklijke Marechaussee. Hierbij worden de mogelijkheden van informatiedeling waar nodig vergroot.

Het MIT zet in op het afbreken van machtsposities van criminele kopstukken en hun facilitators, het verstoren van ondermijnende bedrijfsprocessen en opwerpen van barrières voor misbruik van de legale economie en infrastructuur. De aanpak is intelligence gedreven en gericht op het blootleggen van criminele geldstromen en het afpakken van crimineel vermogen. Hierbij wordt meer samengewerkt met private partijen, zoals branches en bedrijven. Voor het operationeel krijgen van het team specialisten wordt ingezet op versnelde opleiding en werving.

Wat betreft het transversaal karakter van de vraag: de verschillende regeringen en schakels in de veiligheidsketen zijn het eens over de fenomenen die de komende vier jaar prioritair moeten worden aangepakt. Die staan gedefinieerd in de kadernota Integrale Veiligheid en het Nationaal Veiligheidsplan voor de periode 2016-2019, en werden besproken tijdens een Interministeriële Conferentie, waarop ook de politionele en justitiële spelers aanwezig waren. Momenteel is er nog geen nieuw nationaal veiligheidsplan. Het betreft aldus een transversale aangelegenheid met de Gewesten waarbij de rol van de Gewesten vooral ligt in het preventieve luik.

Graag had ik dan ook volgende vragen voorgelegd aan de geachte minister:

1) Hoe reageert u op het Nederlandse initiatief om een anti-ondermijningsfonds van 100 miljoen euro op te zetten? Bestaat er een gelijkaardig initiatief in België? Zo neen, waarom niet? Zo ja, kan u dit toelichten?

2) Er wordt in Nederland ingezet op een Multidisciplinair Interventie Team (MIT) bestaande uit verschillende specialisten op het gebied van intelligence en digitale, internationale en financiële opsporing van onder meer de politie, FIOD en Koninklijke Marechaussee. Bestaat er een gelijkaardige aanpak bij ons? Zo ja, kan u toelichten wat de mensen en de middelen zijn? Zo neen, waarom niet? Zo ja, kan u de resultaten toelichten?

3) Kan u meedelen hoe u de aanpak van georganiseerde misdaad meer intelligence gedreven maakt en richt op het blootleggen van criminele geldstromen en het afpakken van crimineel vermogen? Kan u dit zeer concreet en projectmatig toelichten?

4) Hoe werd er de jongste jaren ingezet op de versterkte samenwerking met private partijen, zoals branches en bedrijven? Kan u dit concreet toelichten? Wil u dit aansterken?

5) Hoe wordt er ingezet op versnelde opleiding en werving wat betreft financiële opsporing van crimineel geld en het in beslag nemen van crimineel vermogen?

6) Kan u gedetailleerd toelichten op jaarbasis en dit wat betreft de jongste drie jaar hoeveel crimineel vermogen op jaarbasis in beslag werd genomen? Kan u de cijfers duiden?

 
Réponse reçue le 21 janvier 2021 : Antwoord ontvangen op 21 januari 2021 :

1) La lutte contre la criminalité subversive organisée ainsi qu’une approche intégrale et intégrée de celle-ci constituent une priorité absolue pour la justice et la police belges et sont actuellement intensifiées. L’objectif est de mettre en place une politique criminelle qui intégrerait une approche à la fois ascendante et descendante.

En Belgique, il n’existe aucune initiative similaire à la création du fonds antisubversion néerlandais – mesure consistant à investir l’argent d’origine criminelle saisi dans la société via un fonds – que le ministre néerlandais de la Justice et de la Sécurité a introduit en octobre 2019.

En Belgique, la saisie des produits du crime se fait par le biais de l’enquête pénale d’exécution (ou EPE; cf. articles 464/1 et suivants du Code d’instruction criminelle), qui vise le patrimoine réel du condamné.

L’enquête pénale d’exécution poursuit un double objectif:

la collecte d’informations concernant la situation patrimoniale du condamné et, éventuellement aussi, des tiers de mauvaise foi;

la saisie du patrimoine sur lequel la condamnation au paiement d’une confiscation, d’une amende ou des frais de justice peut être exécutée (objet d’exécution).

L’enquête pénale d’exécution vise tous les avoirs patrimoniaux dont le condamné s’est séparé en utilisant toutes sortes de techniques frauduleuses destinées à échapper à l’exécution de la condamnation.

2) à 5) À cet égard, il peut être renvoyé à la réponse donnée à la question écrite n7-540.

6) Pour l’instant, l’Organe central pour la saisie et la confiscation (OCSC) peut uniquement fournir des informations statistiques précises concernant les flux financiers entrants. Les données relatives aux autres avoirs patrimoniaux saisis, principalement les biens immeubles et les véhicules, seront disponibles ultérieurement, dès que le développement et l’implémentation du module «gestion des dossiers» de l’application «Dynamics NAV» utilisée par l’OCSC seront terminés.

Au cours des dernières années, l’OCSC a reçu les sommes d’argent suivantes:

– 2017: 65 709 417 euros;

– 2018: 67 284 009 euros;

– 2019: 91 324 550 euros.

(Source : rapports annuels de l’OCSC).

Les montants précités se rapportent à la gestion des sommes d’argent provenant:

de saisies effectuées dans le cadre de l’enquête pénale classique (sommes d’argent en espèces et soldes transférés de comptes bloqués);

du produit de la gestion à valeur constante des avoirs patrimoniaux saisis, principalement la vente de véhicules ou la restitution de ceux-ci moyennant le paiement d’une somme d’argent;

des sommes d’argent récupérées lors du recouvrement d’amendes, de frais de justice et de confiscations en Belgique et à l’étranger dans le cadre d’enquêtes pénales d’exécution (saisies EPE et gestion à valeur constante) et de la coopération internationale en matière pénale (produit de confiscations effectuées à l’étranger).

À l’heure actuelle, il n’est pas encore possible de ventiler les sommes d’argent reçues en sous-catégories selon leur nature ou leur origine.

Il n’est pas exclu que les volumes des sommes d’argent gérées augmentent dans les années à venir. Après l’entrée en vigueur, le 1er juillet 2018, de la loi OCSC du 4 février 2018, les juges d’instruction et les magistrats du ministère public sont en principe tenus de transférer à l’OCSC tous les soldes créditeurs de comptes bancaires saisis. La nouvelle loi OCSC encourage également les acteurs judiciaires à mener une politique plus active en matière de gestion à valeur constante de biens saisis, ce qui débouchera sur une augmentation des ventes de véhicules ou des restitutions de véhicules moyennant le paiement d’une somme d’argent. L’OCSC recevra également davantage de fonds à la suite des enquêtes pénales d’exécution (EPE) et de la récupération internationale de sommes d’argent confisquées (asset sharing).

Depuis l’entrée en vigueur, le 1er juillet 2018, de la nouvelle loi OCSC du 4 février 2018, l’OCSC assure également la gestion des valeurs virtuelles saisies.

L’OCSC a enregistré les saisies suivantes:

– 2018: 522 201 euros;

– 2019: 17 202 euros.

(Source : rapport annuel 2019 de l’OCSC).

1) De bestrijding alsook de integrale en geïntegreerde aanpak van georganiseerde en ondermijnende criminaliteit is een absolute prioriteit voor de Belgische justitie en politie en wordt geïntensifieerd. Er wordt gestreefd naar de opbouw van een strafrechtelijk beleid zowel bottom-up als top down in deze aanpak.

Een initiatief vergelijkbaar met de oprichting van het Nederlandse anti-ondermijningsfonds – waarbij afgepakt crimineel geld wordt geïnvesteerd in de maatschappij via een fonds – zoals door de Nederlandse minister van Justitie en Veiligheid in oktober 2019 werd ingevoerd, is er in België niet.

Het ontnemen van crimineel verkregen vermogen gebeurt in België via het strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek (of SUO; cf. artikelen 464/1 en volgende van het Wetboek van strafvordering) waarbij het werkelijke vermogen van de veroordeelde wordt geviseerd.

Het strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek heeft een dubbele doelstelling:

– het verzamelen van inlichtingen aangaande de vermogenssituatie van de veroordeelde, en eventueel ook de malafide derde;

– de inbeslagneming van het vermogen waarop de veroordeling tot de betaling van een verbeurdverklaring, geldboete of de gerechtskosten kan worden uitgevoerd (executieobject).

Het strafrechtelijk uitvoeringsonderzoek viseert alle vermogensbestanddelen waarvan de veroordeelde zich ontdoet via de aanwending van allerlei bedrieglijke technieken om zich te onttrekken aan de tenuitvoerlegging van de veroordeling.

2) tot 5) Hiervoor kan verwezen worden naar het antwoord op schriftelijke vraag nr. 7-540.

6) Het Centraal Orgaan voor de inbeslagneming en de verbeurdverklaring (COIV) kan momenteel enkel accurate statistische informatie meedelen over de inkomende financiële geldstroom. Gegevens over andere in beslag genomen vermogensbestanddelen, voornamelijk onroerende goederen en voertuigen zullen in de toekomst beschikbaar zijn zodra de ontwikkeling en implementatie van de module «dossierbeheer» van de door het COIV gebruikte applicatie «Dynamics NAV» voltooid is.

Het COIV ontving de afgelopen jaren de volgende geldsommen:

– 2017: 65 709 417 euro;

– 2018: 67 284 009 euro;

– 2019: 91 324 550 euro.

(Bron: jaarverslagen COIV).

Voormelde bedragen hebben betrekking op het beheer van geldsommen die afkomstig zijn van:

– inbeslagnemingen verricht in het kader van het klassieke strafonderzoek (cash gelden en getransfereerde saldi van geblokkeerde rekeningen);

– de opbrengst van het waardevast beheer van in beslag genomen vermogensbestanddelen, voornamelijk de verkoop van voertuigen of de teruggave ervan tegen betaling van een geldsom;

– de gerecupereerde geldsommen bij de invordering van geldboeten, gerechtskosten en verbeurdverklaringen in België en in buitenland in het kader van strafrechtelijke uitvoeringsonderzoeken (SUO-beslagen en waardevast beheer) en internationale samenwerking in strafzaken (opbrengst van in het buitenland uitgevoerde verbeurdverklaringen).

Het is thans nog niet mogelijk om de ontvangen geldsommen op te splitsen in subcategorieën in functie van hun aard of herkomst.

Het is zeker niet uitgesloten dat de volumes van de beheerde geldsommen de komende jaren zal toenemen. Na de inwerkingtreding van de COIV-wet van 4 februari 2018 op 1 juli 2018 zijn de onderzoeksrechters en magistraten van het openbaar ministerie in beginsel verplicht om alle creditsaldi van in beslag genomen bankrekeningen te transfereren naar het COIV. De nieuwe COIV-wet moedigt de gerechtelijke actoren ook aan om een actiever beleid te voeren inzake waardevast beheer van in beslag genomen goederen, hetgeen zal resulteren in meer verkopingen van voertuigen of teruggave van voertuigen tegen betaling van een geldsom. Het COIV zal ook meer gelden ontvangen als gevolg van de strafrechtelijke uitvoeringsonderzoeken (SUO) en de internationale recuperatie van verbeurdverklaarde gelden (asset sharing).

Het COIV staat na de inwerkingtreding van de nieuwe COIV-wet van 4 februari 2018 op 1 juli 2018 ook in voor het beheer van in beslag genomen virtuele valuta.

Het COIV registreerde de volgende inbeslagnemingen:

– 2018: 522 201 euro;

– 2019: 17 202 euro.

(Bron: jaarverslag 2019 COIV).