SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2020-2021 Zitting 2020-2021
________________
9 novembre 2020 9 november 2020
________________
Question écrite n° 7-685 Schriftelijke vraag nr. 7-685

de Nadia El Yousfi (PS)

van Nadia El Yousfi (PS)

au vice-premier ministre et ministre de l'Economie et du Travail

aan de vice-eersteminister en minister van Economie en Werk
________________
Travailleurs licenciés - Reclassement professionnel (outplacement) - Obligation - Sanctions pour l'employeur - Cas des travailleurs licenciés âgés de quarante-cinq ans ou plus - Sanctions - Chiffres - Fonction publique fédérale et régionale - Situation Ontslagen werknemers - Outplacement - Verplichting - Sancties voor de werkgever - Gevallen van ontslagen werknemers van 45 jaar of ouder - Sancties - Cijfers - Federale en regionale overheidsdienst - Situatie 
________________
licenciement
réinsertion professionnelle
employeur
fonction publique
travailleur âgé
assurance chômage
ontslag
herintreding
werkgever
overheidsapparaat
oudere werknemer
werkloosheidsverzekering
________ ________
9/11/2020Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 10/12/2020)
31/1/2021Antwoord
9/11/2020Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 10/12/2020)
31/1/2021Antwoord
________ ________
Réintroduction de : question écrite 7-464 Réintroduction de : question écrite 7-464
________ ________
Question n° 7-685 du 9 novembre 2020 : (Question posée en français) Vraag nr. 7-685 d.d. 9 november 2020 : (Vraag gesteld in het Frans)

Le reclassement professionnel, ou «outplacement», est une matière transversale puisque la sixième réforme de l'État a maintenu les compétences de l'autorité fédérale pour tous les aspects relatifs au droit du travail liés à l'outplacement mais a attribué aux Régions la possibilité de prévoir certaines exigences de fond (autres que celles prévues dans les conventions collectives de travail), le remboursement éventuel des frais d'outplacement et l'imposition de sanction aux employeurs.

Concernant les sanctions, l'employeur qui – pour le travailleur occupé dans une unité d'établissement située en région de langue française – ne respecte pas ses obligations dans le cadre de l'outplacement des travailleurs âgés de quarante-cinq ans ou plus (avec un minimum d'un an d'ancienneté) est tenu de verser une contribution en faveur de l'Office wallon de la formation professionnelle et de l'emploi (FOREm). Depuis la loi du 26 décembre 2013 concernant l'introduction d'un statut unique entre ouvriers et employés, il existe un droit à l'outplacement pour chaque travailleur licencié qui bénéficie d'un délai de préavis de minimum trente semaines (ce qui équivaut à neuf ans d'ancienneté). Le régime applicable aux travailleurs âgés de quarante-cinq ans ou plus est devenu supplétif, c'est-à-dire qu'il ne s'applique que lorsque le travailleur ne remplit pas la condition minimale de trente semaines de préavis.

Mes questions sont les suivantes:

1) Quel est l'état des lieux des sanctions applicables aux employeurs dans les trois Régions du pays?

2) Pouvez-vous m'expliquer en quoi un travailleur licencié âgé de quarante-cinq ans ou plus risque d'être sanctionné au niveau de ses allocations de chômage s'il n'a pas fait valoir son droit à l'outplacement alors qu'un autre travailleur (peu importe son âge) qui ressort du régime dit «général» n'encourt aucune sanction? N'est-il pas totalement injuste de sanctionner un travailleur âgé qui a pourtant fait preuve de mobilité professionnelle?

3) Disposez-vous de chiffres concernant le nombre de chômeurs de quarante-cinq ans ou plus qui ont été sanctionnés pour avoir refusé une offre d'outplacement ou pour n'avoir pas fait valoir ce droit auprès de leur employeur?

4) Une concertation est-elle prévue avec les entités fédérées pour assurer la sécurité juridique de l'outplacement, en particulier pour les travailleurs âgés qui sont licenciés?

5) La loi de 2013 concerne tous les employeurs, que ceux-ci relèvent ou non du champ d'application de la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail et les commissions paritaires. Disposez-vous d'un bilan sur l'outplacement au niveau de la fonction publique fédérale et dans chacune des trois Régions du pays?

 

Outplacement is een transversale materie aangezien bij de zesde staatshervorming de bevoegdheid voor alle aspecten inzake arbeidsrecht met betrekking tot outplacement federaal zijn gebleven, maar aan de Gewesten de mogelijkheid werd verleend om bepaalde basisvereisten op te leggen (andere dan degene die zijn bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomsten), te voorzien in de eventuele terugbetaling van de kosten voor outplacement en aan de werkgevers sancties op te leggen.

Wat de sancties betreft, is de werkgever die zijn verplichtingen in het kader van outplacement voor werknemers van 45 jaar of ouder (met minimum één jaar anciënniteit) niet nakomt, in het geval de werknemer tewerkgesteld is in een bedrijfsvestiging in Franstalig gebied, verplicht een bijdrage te storten aan de Waalse dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding (FOREM).

Sinds de wet van 26 december 2013 betreffende de invoering van een eenheidsstatuut tussen arbeiders en bedienden, bestaat er een recht op outplacement voor elke ontslagen werknemer die een opzeggingstermijn geniet van minimum dertig weken (wat overeenkomt met negen jaar anciënniteit). De regeling die van toepassing is op werknemers van 45 jaar en ouder is aanvullend geworden, met andere woorden, ze is enkel van toepassing als de werknemer niet voldoet aan de minimumvoorwaarde van dertig weken opzeggingstermijn.

Ik heb de volgende vragen:

1) Wat is de situatie betreffende de sancties voor de werkgevers in de drie Gewesten van het land?

2) Om welke reden loopt een ontslagen werknemer van 45 jaar of ouder het risico op een sanctie op het vlak van de werkloosheidsuitkeringen als hij zijn recht op outplacement niet heeft doen gelden, terwijl een andere werknemer, ongeacht zijn leeftijd, die onder de zogenaamde 'algemene' regeling valt, geen enkele sanctie riskeert? Is het niet volkomen onrechtvaardig om een oudere werknemer, die nochtans blijk heeft gegeven van arbeidsmobiliteit, te straffen?

3) Beschikt u over cijfers over het aantal werklozen van 45 jaar of ouder die gesanctioneerd werden omdat ze een aanbod van outplacement hebben geweigerd of omdat ze dat recht niet hebben laten gelden ten aanzien van hun werkgever?

4) Is er overleg gepland met de deelstaten om de rechtszekerheid inzake outplacement te waarborgen, in het bijzonder voor de oudere werknemers die ontslagen worden?

5) De wet van 2013 betreft alle werkgevers, of ze nu onder het toepassingsgebied van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités vallen of niet. Beschikt u over een stand van zaken in verband met outplacement bij de federale overheidsdiensten en in elk van de drie Gewesten van ons land?

 
Réponse reçue le 31 janvier 2021 : Antwoord ontvangen op 31 januari 2021 :

1) Cette question relève de la compétence des autorités régionales.

2) Le service public fédéral (SPF) Emploi n’est pas compétent pour répondre à cette question.

3) Les chiffres concernant le nombre de chômeurs de quarante-cinq ou plus qui ont été sanctionnés pour avoir refusé une offre d’outplacement ou pour n’avoir pas fait valoir ce droit auprès de leur employeur sont les suivants:

Sanctions outplacement pour chômeurs de quarante-cinq ans ou plus – Répartition par an et type

An

Avertissements

Sanctions sans sursis ou avec sursis (partiel)

Total

2017

0

5

5

2018

1

8

9

2019

6

7

13

2020 (10m)

2

5

7

4) Cette question ne relève pas de la compétence du SPF Emploi.

5) Cette question ne relève pas de ma compétence. Un éventuel bilan sur l’outplacement dans la fonction publique fédérale peut être demandé à ma collègue, la ministre de la Fonction publique. Pour ce qui est d’un bilan dans les trois Régions, cette question doit être adressée aux autorités régionales.

1) Deze vraagt valt onder de bevoegdheid van de gewestelijke overheden.

2) De federale overheidsdienst (FOD) Werkgelegenheid is niet bevoegd om deze vraag te beantwoorden.

3) Het aantal werklozen van vijfenveertig of meer die zijn gestraft voor het weigeren van een aanbod tot outplacement of voor het niet doen gelden van dit recht bij hun werkgever, is als volgt:

Sancties outplacement voor werklozen vanaf vijfenveertig jaar – Verdeling volgens jaar en type

Jaar

Verwittiging

Sancties zonder uitstel of met (gedeeltelijk) uitstel

Totaal

2017

0

5

5

2018

1

8

9

2019

6

7

13

2020 (10m)

2

5

7

4) De FOD Werkgelegenheid is niet bevoegd om deze vraag te beantwoorden.

5) Deze zaak valt niet onder mijn bevoegdheid. Een eventueel overzicht met betrekking tot outplacement binnen de federale overheid kan worden opgevraagd bij mijn collega, de minister van de Ambtenarenzaken. Voor een stand van zaken in de drie Gewesten, moet deze vraag aan de gewestelijke overheden worden voorgelegd.