SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2019-2020 Zitting 2019-2020
________________
23 juin 2020 23 juni 2020
________________
Question écrite n° 7-605 Schriftelijke vraag nr. 7-605

de Fatima Ahallouch (PS)

van Fatima Ahallouch (PS)

à la ministre de l'Énergie, de l'Environnement et du Développement durable

aan de minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling
________________
Néonicotinoïdes - Usage dans notre pays - Interdiction - Cohérence de la gestion des matières environnementales - Concertation avec les entités fédérées Neonicotinoïden - Gebruik in ons land - Verbod - Coherentie van het milieubeleid - Overleg met de deelstaten 
________________
pesticide
juridiction administrative
politique de l'environnement
régions et communautés de Belgique
insecticide
autorisation de vente
Région wallonne
verdelgingsmiddel
administratieve rechtspraak
milieubeleid
gewesten en gemeenschappen van België
insecticide
verkoopvergunning
Waals Gewest
________ ________
23/6/2020Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 23/7/2020)
27/7/2020Antwoord
23/6/2020Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 23/7/2020)
27/7/2020Antwoord
________ ________
Question n° 7-605 du 23 juin 2020 : (Question posée en français) Vraag nr. 7-605 d.d. 23 juni 2020 : (Vraag gesteld in het Frans)

Cette question relève de la compétence du Sénat. La gestion des matières environnementales est une matière fédérale. L'exécution des politiques environnementales est une compétence des entités fédérées pour leurs mises en application.

Saisi par les fédérations Phytofar et Bioplus ainsi que par les entreprises Bayer et Certis, le Conseil d'État a annulé, le lundi 15 juin 2020, l'arrêté du gouvernement wallon du 22 mars 2018 interdisant l'utilisation de pesticides contenant des néonicotinoïdes, une classe d'insecticides souvent mis en cause dans la mortalité des abeilles. Ils sont notamment utilisés dans la culture de la betterave.

Le texte wallon suivait une résolution visant à définir une stratégie d'interdiction des pesticides aux néonicotinoïdes en Wallonie votée le 16 novembre 2017 par le Parlement wallon (doc. Parlement wallon, n° 256 (2014-2015) – N° 8).

Le motif retenu par le Conseil d'État est le non-respect des compétences régionales.

Les produits auraient été interdits en Wallonie mais autorisés par les autorités fédérales, ce qui mettrait à mal le principe de loyauté fédérale, selon les plaignants.

1) Avez-vous eu connaissance de cette décision du Conseil d'État? Des mesures sont-elles prises afin d'assurer la cohérence de la gestion des matières environnementales en Belgique?

2) Qu'en est-il par ailleurs à Bruxelles et en Flandre? Les néonicotinoïdes y sont-ils utilisés? Des contacts sont-ils pris avec vos collègues des entités fédérées par rapport à ce dossier?

3) Depuis l'adoption de l'arrêté du gouvernement wallon du 22 mars 2018, les règles européennes ont évolué et certains néonicotinoïdes sont interdits et d'autres soumis à des conditions d'utilisation plus strictes. Pourquoi le niveau fédéral ne s'est-il pas appuyé sur les règles européennes pour interdire l'usage des néonicotinoïdes?

 

Deze vraag behoort tot de bevoegdheid van de Senaat. Het milieubeleid is een federale materie. De deelgebieden zijn bevoegd voor de uitvoering van het milieubeleid.

Op verzoek van de verenigingen Phytofar en Bioplus en de bedrijven Bayer en Certis, heeft de Raad van State op maandag 15 juni 2020 het besluit van de Waalse regering van 22 maart 2018, dat het gebruik van pesticiden op basis van neonicotinoïden verbood, vernietigd. Die insecticiden worden vaak als een oorzaak van de bijensterfte aangewezen. Ze worden onder meer gebruikt in de bietenteelt.

De Waalse tekst kwam tegemoet aan een resolutie met het oog op het bepalen van een strategie voor een verbod van pesticiden op basis van neonicotinoïden, die op 16 november 2017 door het Waalse Parlement werd goedgekeurd (doc. Parlement wallon, n° 256 (2014 2015) - N° 8).

In zijn motivering stelde de Raad van State dat de gewestbevoegdheden met voeten werden getreden.

De producten zouden verboden worden in Wallonië maar toegelaten worden door de federale overheid, hetgeen het principe van de federale loyauteit zou schenden, volgens de eisers.

1) Bent u op de hoogte van die beslissing van de Raad van State? Werden er maatregelen genomen om de coherentie van het milieubeleid in België te verzekeren?

2) Wat is de toestand in Brussel en Vlaanderen? Worden daar neonicotinoïden gebruikt? Werd er contact opgenomen met uw collega's van de deelstaten in verband met dit dossier?

3) Sinds de goedkeuring van het besluit van de Waalse regering van 22 maart 2018 zijn de Europese regels geëvolueerd en zijn sommige neonicotinoïden verboden en andere onderworpen aan strengere gebruiksvoorwaarden. Waarom heeft het federale niveau zich niet gebaseerd op de Europese regelgeving om het gebruik van neonicotinoïden te verbieden?

 
Réponse reçue le 27 juillet 2020 : Antwoord ontvangen op 27 juli 2020 :

Je vous remercie pour cette question. Comme vous le savez, je suis extrêmement sensible à la protection des abeilles. Elles jouent un rôle extrêmement important en matière de biodiversité. C’est la raison pour laquelle, j’ai, depuis ma prise de fonction, veillé à financer des projets de recherche pour les protéger. J’ai aussi voulu que la Belgique soit un pays en pointe au niveau européen en termes de testing préalable de l’impact des pesticides sur les abeilles. Ces efforts doivent se poursuivre.

Ma position sur les néonicotinoïdes a toujours été claire et cohérente. Dès 2018, je me suis prononcé en faveur d’un phasing out sur 3 ans, afin de permettre au secteur betteravier, qui compte pas moins de 8.500 emplois, de se préparer à cette interdiction.

J’ai pu être rejoint sur ce point par plusieurs groupes politiques, dont le vôtre mais aussi ECOLO-GROEN. Une proposition de loi en ce sens fut d’ailleurs adoptée au printemps 2019 par cette commission. Je n’ai pas changé d’avis. La dérogation pour la récolte 2020, octroyée par le comité d’agréation conformément au droit européen, sera, de mon point de vue, la dernière. 

Je terminerai ma réponse en revenant brièvement sur l’analyse que vous faites de l’arrêt du Conseil d'État. Certains ont induit que si l’arrêté wallon avait été annulé, c’est parce que le fédéral aurait octroyé une dérogation pour l’usage des néonicotinoïdes.

Ce que le Conseil d'État souligne, c’est surtout le fait que la Région wallonne n’avait pas à interdire la mise sur le marché des produits concernés, car il s’agit d’une compétence fédérale ! La cause de l’annulation réside donc bien plus dans l’erreur « juridique » commise au niveau de la Région wallonne. Le Conseil d'État a d’ailleurs rejeté un recours contre la dérogation octroyée par le fédéral, ce qui démontre que celle-ci était juridiquement parfaitement motivée.

Enfin, sur la question de la concertation interfédérale, j’attire votre attention sur le fait que les dérogations ont été accordées sur avis conforme du Comité d’agréation des pesticides à usage agricole, au sein duquel siègent des représentants…des régions. L’exigence de concertation avait donc bien été rencontrée.

Ik dank u voor deze vraag. Zoals u weet, ben ik uitermate gevoelig voor de bescherming van de bijen. Zij spelen een uitermate belangrijke rol inzake biodiversiteit. Daarom heb ik sinds ik mijn functie opnam, gewaakt over de financiering van onderzoeksprojecten om ze te beschermen. Ik wou ook dat België een pionier zou zijn in Europa in termen van voorafgaande testing van de impact van pesticiden op bijen. Deze inspanningen moeten worden voortgezet.

Mijn standpunt over de neonicotinoïden was altijd duidelijk en coherent. Vanaf 2018 heb ik me voorstander getoond van een uitfasering over 3 jaar, om de bietensector, die niet minder dan 8.500 jobs telt, de mogelijkheid te bieden zich voor te bereiden op dit verbod.

Meerdere politieke fracties volgden mij wat dit punt betreft, waaronder de uwe, maar ook ECOLO-GROEN. Een wetsvoorstel in deze zin werd trouwens goedgekeurd in het voorjaar van 2019 door deze commissie. Ik ben niet van mening veranderd. De derogatie voor de oogst 2020, toegekend door het Erkenningscomité conform het Europees recht, zal, naar mijn mening, de laatste zijn.

Ik zal mijn antwoord afronden door kort terug te komen op uw analyse van het arrest van de Raad van State. Sommigen maakten daaruit op dat het Waals besluit nietig verklaard was omdat de federale overheid een derogatie had toegekend voor het gebruik van neonicotinoïden.

Wat de Raad van State benadrukt, is vooral het feit dat het niet aan het Waals gewest was om het op de markt te brengen van de betrokken producten te verbieden, omdat het gaat om een federale bevoegdheid! De oorzaak van de nietigverklaring ligt dus veel eerder in de “juridische” fout die gemaakt werd op het niveau van het Waals gewest. De Raad van State heeft trouwens een beroep verworpen tegen de derogatie toegekend door de federale overheid, wat aantoont dat deze juridisch perfect gemotiveerd was.

Tot slot, over de kwestie van het interfederaal overleg, vestig ik uw aandacht op het feit dat de derogaties werden toegekend op conform advies van het Erkenningscomité voor gewasbeschermingsmiddelen voor landbouwkundig gebruik, waarin vertegenwoordigers zetelen… van de gewesten. Er werd dus wel degelijk voldaan aan de overlegvereiste.