SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2019-2020 Zitting 2019-2020
________________
28 avril 2020 28 april 2020
________________
Question écrite n° 7-525 Schriftelijke vraag nr. 7-525

de Philippe Courard (PS)

van Philippe Courard (PS)

à la ministre de l'Énergie, de l'Environnement et du Développement durable

aan de minister van Energie, Leefmilieu en Duurzame Ontwikkeling
________________
Rivières et océans - Pollution - Microparticules de plastiques présentes dans les textiles - Filtrage - Système équipant les lave-linge - Implantation en Belgique Rivieren en oceanen - Vervuiling - Micropartikels van plastic in textiel - Filtering - Systeem in wasmachines - Toepassing in België 
________________
déchets plastiques
milieu marin
écosystème marin
écosystème d'eau douce
pollution des cours d'eau
polluant
matière plastique
appareil électrodomestique
plastic afval
marien milieu
marien ecosysteem
zoetwaterecosysteem
verontreiniging van de waterlopen
verontreinigende stof
kunststof
huishoudelijk apparaat
________ ________
28/4/2020Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 28/5/2020)
18/6/2020Antwoord
28/4/2020Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 28/5/2020)
18/6/2020Antwoord
________ ________
Question n° 7-525 du 28 avril 2020 : (Question posée en français) Vraag nr. 7-525 d.d. 28 april 2020 : (Vraag gesteld in het Frans)

Les entités fédérées ayant des compétences en matière de de développement durable mais aussi d'environnement, cette question du fait de sa transversalité relève de la compétence du Sénat.

De nombreuses fibres plastiques microscopiques présentes dans certains textiles comme le polyester ou l'élasthanne se dégagent du linge lors du lavage en machine. Ces microplastiques circulent donc dans les eaux usées jusqu'à se retrouver dans les rivières et les océans car elles sont trop fines pour pouvoir être tamisées par les systèmes des usines de traitement des eaux usées.

Ce phénomène serait à l'origine de 15 à 30 % de la masse totale de plastique déversée dans les mers et océans chaque année.

En France, une mesure a été prise pour lutter contre ce phénomène. Dès 2025, tous les lave-linge neufs mis à la vente devront être équipés de filtres à microparticules. Ces filtres permettront de retenir les fibres plastiques. La France est le premier pays à mettre en place une telle mesure.

1) Ce système de filtrage est-il actuellement à l'étude en Belgique?

2) Est-il possible d'implanter ce système chez nous?

3) Quelles sont les mesures prises à l'heure actuelle afin de lutter contre ce phénomène polluant?

 

De deelstaten hebben bevoegdheden op het vlak van duurzame ontwikkeling, maar ook van milieu. Deze vraag heeft een transversaal karakter en behoort dus tot de bevoegdheid van de Senaat.

Tal van microscopisch kleine plasticvezels die aanwezig zijn in textielproducten van onder meer polyester of elastaan komen los wanneer ze in een machine gewassen worden. Die microplastics komen dus in het afvalwater terecht en later ook in de rivieren en oceanen, want ze zijn te fijn om eruit gezeefd te worden door de filters van de waterzuiveringsstations.

Dit fenomeen zou goed zijn voor 15 tot 30% van de totale massa aan plastic dat jaarlijks in zeeën en oceanen terechtkomt.

In Frankrijk werd een maatregel genomen om dit fenomeen te bestrijden. Vanaf 2025 moeten alle nieuwe wasmachines op de markt uitgerust zijn met filters voor micropartikels die plasticvezels kunnen tegenhouden. Frankrijk is het eerste land dat een dergelijke maatregel invoert.

1) Wordt zo'n filtersysteem momenteel in België overwogen?

2) Is het mogelijk om dat bij ons in te voeren?

3) Welke maatregelen worden er momenteel genomen om dit soort vervuiling tegen te gaan?

 
Réponse reçue le 18 juin 2020 : Antwoord ontvangen op 18 juni 2020 :

Des études sur les sources de pollution plastique en mer et sur terre et leurs effets sur l’environnement et la santé publique sont toujours en cours. La fragmentation des macroplastiques serait la principale source de microplastiques dans nos océans. Pour remédier à cette situation, il conviendrait d’améliorer la prévention et le traitement des déchets. La Single Use Plastics Directive au niveau européen (UE/2019/904) est un bon exemple.

Dans des pays de l’Organisation de coopération et de développement économiques (OCDE) comme la Belgique, les microplastiques d’usure de pneus automobiles et de textiles sont d’importantes sources (mais pas les seules) qui subsistent.

On ne sait pas précisément ce en quoi consiste la mesure française (À compter du 1er janvier 2025, les lave-linge neufs sont dotés d’un filtre à microfibres plastiques. Un décret précise les modalités d’application du présent article [1]). En Belgique, on ne prévoit pas d’imposer ce type de systèmes filtrants. La Commission doit rendre, pour le 25 décembre 2025 au plus tard, une proposition de révision du règlement sur l’écoconception pour les lave-linge, en ce compris la possibilité d’utiliser des filtres pour les microplastiques (https://eur-lex.europa.eu/legal-content/FR/TXT/?qid=1588325259028&uri=CELEX:32019R2023). Ce point fait l’objet d’un suivi de la part de l’administration.

Afin de pouvoir vérifier de manière efficace la conformité aux exigences, des normes avec définitions et méthodes de mesure sont nécessaires. Le CENELEC TC59X WG1 (lave-linge) s’y attelle. Le TC248 (textiles) travaille également sur ce thème et la question serait aussi abordée au niveau de l’ISO.

Mon administration m’informe que le point faible de ces filtres est qu’ils requièrent un entretien régulier. Le risque est que ces filtres ne soient donc pas utilisés correctement. De même, des microfibres ne se détachent pas seulement durant le lavage, mais aussi durant la production, le portage et le séchage.

Pour réduire la pollution due aux microplastiques textiles, il semble par conséquent plus efficace de fixer des exigences en matière de textiles via la stratégie européenne annoncée pour le textile dans le cadre de l’économie circulaire. Le textile est un produit technologique. La matière première de la fibre et les propriétés du fil et de l’étoffe jouent un rôle important dans la perte de fibres.

Pour commencer, environ 35 % des fibres sont à base de cellulose et donc biodégradables. Les fibres non biodégradables synthétiques représentent 60 % de la production totale.

La filature a une influence. Les fibres naturelles ont toujours une longueur limitée. Les fibres synthétiques peuvent être infiniment longues et sont très solides. L’élasthanne par exemple est utilisée comme âme du fil. Autour s’enroulent d’autres fibres en forme d’hélice. L’âme en élasthanne donne de l’élasticité aux fils et les autres fibres qui l’entourent déterminent les autres caractéristiques (moelleux, absorption de l’eau, etc.) Toutefois, d’autres fibres synthétiques sont souvent coupées en segments plus courts afin qu’elles puissent être plus facilement mélangées à d’autres fibres (par exemple PET en coton) lors de la filature.

Le type d’étoffe a une influence. C’est ainsi que les étoffes avec structure en velours comme le fleece perdent plus de fibres que d’autres étoffes. De même, les étoffes avec un tissage ou une maille plus épaisse perdent moins de fibres.

[1] Article 79, https://www.legifrance.gouv.fr/affichTexte.do?cidTexte=JORFTEXT000041553759&categorieLien=id#JORFARTI000041553844.

Onderzoek naar bronnen van plastic vervuiling in de zee en op land en hun effecten op het leefmilieu en de volksgezondheid lopen nog. Fragmentatie van macroplastics zou de grootste bron van microplastics in onze oceanen. Betere afvalpreventie en -verwerking zou dit moeten verbeteren. De Europese Single Use Plastics Directive EU/2019/904 is een goed voorbeeld.

Microplastics van sleet van autobanden en textiel zijn in Organisatie voor economische samenwerking en ontwikkeling (OESO) landen zoals België belangrijke (maar niet de enige) bronnen die nog overblijven.

Het is niet duidelijk wat de Franse maatregel precies inhoud («À compter du 1er janvier 2025, les lave-linges neufs sont dotés d'un filtre à microfibres plastiques. Un décret précise les modalités d'application du présent article» [1]). In België is niet voorzien dat dergelijke filtersystemen verplicht worden. De Commissie moet ten laatste 25 december 2025 een voorstel voor de herziening van de Ecodesign verordening voor wasmachines voorstellen, inclusief mogelijk filters voor microplastics (https://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/?qid=1588325259028&uri=CELEX:32019R2023). Dit wordt opgevolgd door de administratie.

Om overeenstemming met eisen effectief te kunnen verifiëren, zijn standaarden met definities en meetmethodes nodig om. Hieraan wordt gewerkt door CENELEC TC59X WG1 (wasmachines). Ook TC248 (Textiel) werkt aan dit topic en het zou ook op ISO-niveau worden besproken.

Mijn administratie informeert mij, dat het zwakke punt van deze filters een onderhoud op regelmatige basis vereist. Het risico is dat de filters dus niet correct gebruikt zouden worden. Ook komen microvezels niet alleen tijdens het wassen los, maar ook tijdens productie, dragen en drogen.

Om microplasticsvervuiling uit textiel te verminderen, lijkt het daarom effectiever om eisen aan textiel te stellen via de aangekondiged Europese strategie voor textiel in het kader van de ciruclaire economie. Textiel is een technologisch product. De grondstof van de vezel en de eigenschappen van het garen en de stof hebben een grote invloed op het verlies van vezels.

Om te beginnen is ongeveer 35 % van de vezels op basis van cellulose en dus biodegradeerbaar. De synthetische niet-biodegradeerbare vezels zijn goed voor 60 % van de totale productie.

Het spinnen van garen heeft een invloed. Natuurlijke vezels hebben altijd een beperkte lengte. Synthetische vezels worden in eindeloze lengte gemaakt en zijn zeer sterk. Elastane bijvoorbeeld wordt gebruikt als kern in het garen. Errond worden helicaal andere vezels gewonden. De elastane kern geeft rek aan de garen en de andere vezels errond bepalen de andere karakteristieken (zachtheid, wateropnamen, enz.). Maar, andere synthetische vezels worden vaak in kortere stukken gesneden om ze bij het spinnen van garen gemakkelijker te kunnen mengen met andere vezels (bijvoorbeeld PET met katoen).

Het type stof heeft een invloed, zo verliezen stoffen met een flueelstructuur zoals fleece meer vezels dan ander stoffen. Ook verliezen stoffen met een dichtere weef- of breistructuur minder vezels.

[1] Artikel 79, https://www.legifrance.gouv.fr/affichTexte.do?cidTexte=JORFTEXT000041553759&categorieLien=id#JORFARTI000041553844.