SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2019-2020 Zitting 2019-2020
________________
28 avril 2020 28 april 2020
________________
Question écrite n° 7-523 Schriftelijke vraag nr. 7-523

de Philippe Courard (PS)

van Philippe Courard (PS)

à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, et de l'Asile et la Migration

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie
________________
Crise sanitaire du Covid-19 - Secteur des soins de santé - Financement Covid-19-gezondheidscrisis - Sector van de gezondheidszorg - Financiering 
________________
maladie infectieuse
épidémie
soins de santé
coût de la santé
financement
infectieziekte
epidemie
gezondheidsverzorging
kosten voor gezondheidszorg
financiering
________ ________
28/4/2020Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 28/5/2020)
25/8/2020Antwoord
28/4/2020Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 28/5/2020)
25/8/2020Antwoord
________ ________
Question n° 7-523 du 28 avril 2020 : (Question posée en français) Vraag nr. 7-523 d.d. 28 april 2020 : (Vraag gesteld in het Frans)

Les entités fédérées ayant des compétences en matière de santé, cette question du fait de sa transversalité relève de la compétence du Sénat.

Comme vous le savez, la crise du Covid-19 frappe de plein fouet l'ensemble du secteur de la santé. Difficultés dans la gestion des stocks, manque de personnel et j'en passe, les manquements sont nombreux et cette crise les fait apparaître de manière évidente. Pourtant, depuis des années, la défense d'une médecine de qualité pour tous est mise à mal par différents partis politiques.

Malgré le personnel qualifié, une médecine réputée mondialement pour sa qualité, le système se retrouve encore plus fortement affecté en ce moment. À mon sens, il s'agit d'une preuve indiscutable qu'il ne faut pas diminuer les moyens, mais au contraire les augmenter. À défaut, notre système pourrait se retrouver en difficulté et aggraver le manque de médecins, d'infirmiers, de personnel d'entretien et de cuisine, sans oublier tous les travailleurs qui œuvrent pour la logistique, dans les hôpitaux, les maisons de repos (MR) et les maisons de repos et de soins (MRS) ou encore les infirmiers à domicile.

Ainsi, une réflexion au sujet du financement des soins de santé ne devrait-elle pas voir le jour? D'après les informations en votre possession, le financement exceptionnel octroyé actuellement est-il une avance ou un financement complémentaire au budget annuel?

Je ne doute pas que vous allez m'apporter davantage de précisions et d'éléments concrets.

 

De deelstaten hebben bevoegdheden op het vlak van gezondheidszorg. Deze vraag heeft een transversaal karakter en behoort dus tot de bevoegdheid van de Senaat.

De Covid-19-crisis is een loodzware opdracht voor de gehele gezondheidssector. Er zijn moeilijkheden met het stockbeheer, er is personeelsgebrek, en door de crisis wordt duidelijk dat het systeem op vele punten tekortschiet. Nochtans verzuimen verschillende politieke partijen al jaren op te komen voor kwaliteitsvolle gezondheidszorg voor iedereen.

Ondanks de kwaliteit van het personeel en van onze gezondheidszorg, die wereldwijd een goede reputatie geniet, staat het systeem nu nog meer onder druk. Voor mij is dat een onomstootbaar bewijs dat we niet op de middelen moeten besparen, maar ze juist moeten verhogen. Doen we dat niet, dan dreigt ons systeem in moeilijkheden terecht te komen met een nog groter tekort aan artsen, verplegers, onderhouds- en keukenpersoneel, logistieke medewerkers in ziekenhuizen, woonzorgcentra (WZC) en rust- en verzorgingstehuizen (RVT) of thuisverpleegkundigen.

Moet er niet ernstig worden nagedacht over de financiering van de gezondheidszorg? Is de uitzonderlijke financiering die momenteel is toegezegd, volgens de informatie waarover u beschikt, een voorschot of een bijkomende financiering bovenop de jaarbegroting?

Ik vertrouw erop dat u dit kunt verduidelijken aan de hand van concrete elementen.

 
Réponse reçue le 25 aôut 2020 : Antwoord ontvangen op 25 augustus 2020 :

Trois arrêtés royaux du 19 avril 2020 ont été pris sur la base de la loi du 27 mars 2020 (numérotés 8, 10 et 35) et ont été publiés au Moniteur belge du 22 avril 2020. Ils ont pour objectif, d’une part, de permettre la liquidation de l’avance d’un milliard d’euros, encore suivie par deux versements de 500 millions d’euros chacun (en juillet et en octobre) afin d’octroyer une avance trésorerie aux hôpitaux et, d’autre part, de pourvoir à la régularisation ultérieure et à la couverture des coûts et surcoûts liés à l’épidémie en vertu de l’article 101 de la loi coordonnée sur les hôpitaux. Comme précisé dans le rapport au Roi, la première étape consistait à mettre en place un mécanisme légal et réglementaire pour permettre de dégager des moyens financiers afin que l’on puisse allouer rapidement une avance de trésorerie aux hôpitaux généraux.

Ces avances feront l’objet d’une régularisation sur la base d’un arrêté royal qui décrit les principes, après avis tant du Conseil fédéral des établissements de soins que d’un groupe de travail mixte ad hoc mis en place par le Conseil fédéral des établissements hospitaliers et la Commission médico-mutualiste.

De plus, une première enquête a déjà été menée dans les hôpitaux afin de déterminer les couts et surcoûts liés à la crise, cette démarche est actuellement répétée afin d’également cartographier les conséquences financières de la période de reprise des activités.

Après analyse de ces enquêtes, les montants seront également connus et les avances pourront être effectivement régularisées tant pour les hôpitaux généraux que pour les hôpitaux psychiatriques.

En outre, le gouvernement investit structurellement 600 millions d’euros dans des mesures visant à améliorer les conditions salariales et les conditions de travail du personnel des secteurs des soins de santé fédéraux (cf. l’accord social).

Drie koninklijke besluiten werden uitgevaardigd op basis van de wet van 27 maart 2020 (genummerd 8, 10 en 35) en werden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 22 april 2020. Hun doel is enerzijds de liquidatie van het voorschot van een miljard euro, nog gevolgd door twee uitbetalingen van elk 500 miljoen euro (in juli en in oktober) teneinde een thesaurievoorschot aan de ziekenhuizen toe te kennen en anderzijds te voorzien in de latere regularisatie en dekking van de kosten en bijkomende kosten ten gevolge de pandemie op basis van artikel 101 van de gecoördineerde wet op de ziekenhuizen. Zoals vermeld in het verslag aan de Koning, was de eerste stap de invoering van een wettelijk en reglementair mechanisme dat het mogelijk maakte om financiële middelen vrij te maken zodat er snel een thesaurievoorschot aan de algemene ziekenhuizen kan worden toegekend.

Deze voorschotten zullen geregulariseerd worden op basis van een koninklijk besluit dat de principes beschrijft, na advies van zowel de Federale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen als van een ad hoc gemengde werkgroep die is opgericht door de Federale Raad van ziekenhuisvoorzieningen en de Medico-Mutualistische Commissie.

Daarnaast is er al een eerste onderzoek in ziekenhuizen om de kosten en meerkosten in verband met de crisis te bepalen achter de rug, en dit wordt momenteel herhaald om ook de financiële gevolgen van de periode van het heropstarten in kaart te brengen.

Na analyse van deze enquêtes zullen ook de bedragen gekend zijn, en zullen de voorschotten ook effectief geregulariseerd kunnen worden, zowel voor de algemene als voor psychiatrische ziekenhuizen.

De regering investeert daarnaast structureel 600 miljoen euro in maatregelen om de loon- en arbeidsvoorwaarden van het personeel in de federale gezondheidszorgsectoren te verbeteren (cf. sociaal akkoord).