| SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Session 2019-2020 | Zitting 2019-2020 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| 24 avril 2020 | 24 april 2020 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question écrite n° 7-504 | Schriftelijke vraag nr. 7-504 | ||||||||
de Latifa Gahouchi (PS) |
van Latifa Gahouchi (PS) |
||||||||
au ministre de l'Agenda numérique, des Télécommunications et de la Poste, chargé de la Simplification administrative, de la Lutte contre la fraude sociale, de la Protection de la vie privée et de la Mer du Nord |
aan de minister van Digitale Agenda, Telecommunicatie en Post, belast met Administratieve Vereenvoudiging, Bestrijding van de sociale fraude, Privacy en Noordzee |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Crise du coronavirus - Applications mobiles de traçage - Développement, état d'avancement et mise en application - Utilisation des données de citoyens - Cadre strict - Respect du droit européen à la vie privée (Covid-19) | Coronacrisis - Mobiele opsporingsapps - Ontwikkeling, stand van zaken en toepassing - Gebruik van gegevens van de burgers - Streng kader - Respect voor het Europees privacyrecht (Covid-19) | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| maladie infectieuse épidémie application de l'informatique téléphone mobile protection de la vie privée traçabilité communication mobile |
infectieziekte epidemie toepassing van informatica mobiele telefoon eerbiediging van het privé-leven traceerbaarheid mobiele communicatie |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Aussi posée à : question écrite 7-503 | Aussi posée à : question écrite 7-503 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question n° 7-504 du 24 avril 2020 : (Question posée en français) | Vraag nr. 7-504 d.d. 24 april 2020 : (Vraag gesteld in het Frans) | ||||||||
Suite à la pandémie du Covid-19, des applications numériques de traçage sont en cours de développement ou sont déjà utilisées pour lutter contre la propagation du Covid-19, notamment pour «tracer» les malades et les porteurs du virus. Mais l'on possède également les informations publiées dans la presse par les opérateurs de téléphonie mobile sur les déplacements des Belges pendant le confinement. Certains vantent ces dispositifs mis en place car ils font disparaître les erreurs humaines et permettent un contrôle plus facile et plus rapide. Mais ces dispositifs posent également et évidemment la question du respect de la vie privée. À tel point que si la transparence et la sécurité de ces applications n'est pas assurée, les données et les informations pourraient être utilisées à d'autres fins, moins nobles celles-là, ou – pire – tomber dans des mains malveillantes. Cette question relève bien de la compétence du Sénat de par sa transversalité. Les télécommunications sont en effet une matière fédérale, ainsi que le respect de la vie privée. L'économie, les aides aux petites et moyennes entreprises (PME), susceptibles de développer ces applications, sont une matière régionale. De plus, l'exécution des politiques en matière de déconfinement est également une compétence des entités fédérées pour leurs mises en application. 1) Disposez-vous d'informations précises quant au développement (et leur état d'avancement et de mise en application) de telles applications en Belgique? 2) Pouvez-vous nous fournir des garanties quant à l'utilisation des données de citoyens dans le cadre strict de la lutte contre la propagation du Covid-19? 3) Ces applications respectent-elles le droit européen à la vie privée? 4) Le développement de telles applications ne crée-t-il pas un précédent? 5) Disposez-vous d'informations complémentaires? |
In het kader van de Covid-19-pandemie worden er digitale opsporingsapps ontwikkeld of reeds gebruikt om de verspreiding van Covid-19 tegen te gaan, in het bijzonder om zieken en dragers van het virus op te sporen. Maar men beschikt eveneens over de gegevens van de mobiele telefonieoperatoren over de verplaatsingen van de Belgen tijdens de lockdown, die in de pers werden gepubliceerd. Sommigen prijzen die middelen aan omdat ze menselijke fouten uitsluiten en een makkelijkere en snellere controle mogelijk maken. Maar die middelen doen uiteraard ook vragen rijzen over het respect voor de privacy. Het is zelfs zo dat als de transparantie en de veiligheid van die apps niet verzekerd zijn, de gegevens en de informatie zouden kunnen gebruikt worden voor andere, minder nobele doeleinden, of, erger, bij kwaadwilligen zouden kunnen terechtkomen. Deze vraag valt onder de bevoegdheid van de Senaat door het transversaal karakter ervan. Telecommunicatie is immers een federale materie, net zoals het respect voor de privacy. Economie, hulp aan kmo's, die die in aanmerking komen om die apps te ontwikkelen, zijn bevoegdheden van de deelstaten. Bovendien is de uitrol van de versoepeling van de lockdownmaatregelen een bevoegdheid van de deelstaten. 1) Beschikt u over precieze informatie over de ontwikkeling (en de stand van zaken en de toepassing) van dergelijke apps in België? 2) Kunt u ons garanties geven dat die gegevens van burgers uitsluitend in de strijd tegen de verspreiding van Covid-19 zullen worden gebruikt? 3) Zijn die apps in overeenstemming met het Europese privacyrecht? 4) Schept de ontwikkeling van dergelijke apps geen precedent? 5) Beschikt u over bijkomende informatie? |
||||||||
| Réponse reçue le 7 mai 2020 : | Antwoord ontvangen op 7 mei 2020 : | ||||||||
Pour la réponse à votre question, je vous redirige vers ma réponse à ce sujet en commission Économie de la Chambre des représentants du 6 mai 2020 (doc. Chambre, CRIV 55 COM 171, p. 1-23). |
Voor het antwoord op uw vraag verwijs ik naar mijn antwoord hieromtrent in de commissie Economie van de Kamer van volksvertegenwoordigers van 6 mei 2020 (stuk Kamer, CRIV 55 COM 171, blz. 1-23). |