| SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Session 2019-2020 | Zitting 2019-2020 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| 24 avril 2020 | 24 april 2020 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question écrite n° 7-501 | Schriftelijke vraag nr. 7-501 | ||||||||
de Latifa Gahouchi (PS) |
van Latifa Gahouchi (PS) |
||||||||
à la première ministre, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales |
aan de eerste minister, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Crise du coronavirus - Dépistage - Tests - Laboratoires de biologie clinique - Éviction au profit de laboratoires industriels - Raisons (Covid-19) | Coronacrisis - Opsporing - Tests - Laboratoria voor klinische biologie - Uitsluiting ten voordele van de industriële laboratoria - Redenen (Covid-19) | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| maladie infectieuse épidémie prévention des maladies organisme de recherche |
infectieziekte epidemie voorkoming van ziekten onderzoeksorganisme |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Aussi posée à : question écrite 7-502 | Aussi posée à : question écrite 7-502 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question n° 7-501 du 24 avril 2020 : (Question posée en français) | Vraag nr. 7-501 d.d. 24 april 2020 : (Vraag gesteld in het Frans) | ||||||||
Au début du mois d'avril 2020, selon les informations du monde médical, on supposait que les tests supplémentaires et nécessaires seraient effectués par les laboratoires de biologie clinique. On parlait alors d'une augmentation des capacités pour permettre dix mille tests quotidiens, alors que jusque là les laboratoires «devaient se battre pour trouver suffisamment de matériel de prélèvement et des réactifs sur le marché mondial». On apprit alors que ces laboratoires agréés étaient écartés sans préavis au profit de firmes industrielles. L'Union des biologistes cliniques dénonçait «une position de monopole» des laboratoires industriels obtenue «grâce aux pouvoirs spéciaux du gouvernement», relevant notamment que «l'Institut national d'assurance maladie invalidité (INAMI) et Sciensano soumettent» le remboursement des tests effectués «à toute une série de conditions que les laboratoires industriels n'ont pas à remplir». Selon certaines informations, pour affronter la crise sanitaire actuelle, plusieurs laboratoires avaient déjà investi dans une capacité supplémentaire et se tenaient prêts à réaliser d'autres investissements. Le secteur de la biologie clinique avançait qu'«aucun contact n'a été pris avec les unions professionnelles des biologistes cliniques, ni avec la Commission de biologie clinique compétente chargée de l'agrément et de la qualité des laboratoires, ni avec le groupe de travail de Biologie clinique du Conseil technique médical à l'INAMI qui peut inclure les tests dans la nomenclature des prestations médicales, ni avec les laboratoires hospitaliers, ni non plus avec les laboratoires extrahospitaliers, etc.». Cette question relève de la compétence du Sénat en ce sens qu'elle touche au volet prévention de la santé publique, matière relevant de la compétence des entités fédérées. Disposez vous de données complémentaires quant à cette situation? |
Begin april 2020 ging men er volgens de medische wereld van uit dat de bijkomende tests die nodig waren zouden worden uitgevoerd door de laboratoria voor klinische biologie. Er was toen sprake van een verhoging van de capaciteit om dagelijks tienduizend tests te kunnen uitvoeren terwijl tot dan de laboratoria «alle moeite deden om voldoende afnamemateriaal en reagentia te vinden op de wereldmarkt.» Die erkende laboratoria werden toen zonder voorafgaande kennisgeving opzij geschoven ten voordele van de industriële firma's. De vereniging van klinische biologen klaagde een «monopoliepositie» aan van de industriële laboratoria «dankzij de volmachten van de regering» omdat «het Rijksinstituut voor ziekte-en invaliditeitsverzekering (RIZIV) en Sciensano» de terugbetaling van de tests onderwerpen aan «een hele reeks voorwaarden waaraan de industriële laboratoria niet moeten voldoen». Volgens sommige bronnen hadden verschillende laboratoria al in bijkomende capaciteit geïnvesteerd om het hoofd te kunnen bieden aan de huidige gezondheidscrisis en waren ze bereid om nog andere investeringen te doen. De sector van de klinische biologie stelde dat «er helemaal geen contact werd opgenomen met de beroepsverenigingen van klinische biologen, noch met de Commissie voor klinische biologie, die belast is met de erkenning en de kwaliteitsbewaking van de laboratoria, noch met de werkgroep Klinische Biologie van de Technisch Geneeskundige Raad bij het RIZIV, die de tests kan opnemen in de nomenclatuur van de medische prestaties, noch met de ziekenhuislaboratoria, noch met de laboratoria buiten de ziekenhuizen, enz.» Deze vraag valt onder de bevoegdheid van de Senaat omdat ze te maken heeft met de preventieve gezondheidszorg, die onder de bevoegdheid van de deelstaten valt. Beschikt u over bijkomende gegevens in verband met die situatie? |
||||||||
| Réponse reçue le 27 mai 2020 : | Antwoord ontvangen op 27 mei 2020 : | ||||||||
Je me réfère à la réponse donnée par la ministre de la Santé publique, à qui la question a également été posée. |
Ik verwijs naar het antwoord van de minister van Volksgezondheid, aan wie de vraag eveneens werd gesteld. |