SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2019-2020 Zitting 2019-2020
________________
23 janvier 2020 23 januari 2020
________________
Question écrite n° 7-309 Schriftelijke vraag nr. 7-309

de Gaëtan Van Goidsenhoven (MR)

van Gaëtan Van Goidsenhoven (MR)

au ministre de la Mobilité, chargé de Belgocontrol et de la Société nationale des chemins de fer belges

aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen
________________
Sécurité routière - Pneus hiver - Utilité - Montage par les automobilistes - Incitation éventuelle au placement Verkeersveiligheid - Winterbanden - Nut - Plaatsing door chauffeurs - Eventuele stimulering tot plaatsing 
________________
sécurité routière
pneumatique
circulation routière
dispositif de sécurité
intempérie
verkeersveiligheid
luchtband
wegverkeer
veiligheidsinrichting
weer en wind
________ ________
23/1/2020Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 27/2/2020)
31/3/2020Rappel
8/4/2020Antwoord
23/1/2020Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 27/2/2020)
31/3/2020Rappel
8/4/2020Antwoord
________ ________
Question n° 7-309 du 23 janvier 2020 : (Question posée en français) Vraag nr. 7-309 d.d. 23 januari 2020 : (Vraag gesteld in het Frans)

Le débat revient chaque année dès que le mercure tend à se rapprocher de zéro: est-il ou non pertinent de remplacer les pneus été par des pneus hiver sur les voitures qui circulent en Belgique?

Cette question est, par définition, transversale, de par ses liens avec des compétences telles que la mobilité, la sécurité routière, etc.

Les avantages du pneu hiver sont manifestes: leur structure rainurée, leurs lamelles ainsi que leur gomme particulière qui durcit moins vite que les pneus été offrent une meilleure adhérence et permettent de réduire plus ou moins fortement les distances de freinage dès que la température descend sous les 7°C. Nul besoin de voir tomber la neige, donc, pour constater l'utilité des pneus hiver et ce, que le sol soit sec ou mouillé.

La question du coût des pneus hiver est parfois mise en avant pour justifier leur non-installation. C'est un faux argument car, par temps froid, les pneus hiver s'usent moins vite que les pneus été, et inversement par temps chaud.

Le passage annuel aux pneus hiver est donc gage de davantage de sécurité, d'une meilleure mobilité sur les routes du Royaume mais aussi de plus kilomètres parcourus par pneu.

À noter que, parallèlement, plusieurs pays et régions européens ont fait le choix d'imposer la conduite en pneus hiver lorsque les conditions climatiques deviennent hivernales.

Or, malgré tous ces faits, il n'y aurait que 60 % des conducteurs belges qui changeraient de pneus deux fois par an.

1) Disposez-vous de données chiffrées sur le sujet?

2) De même, est-il dans vos intentions de favoriser d'une manière ou d'une autre l'adoption des pneus hiver par un plus grand nombre d'automobilistes?

 

Elk jaar, zodra de thermometer in de buurt van nul graden komt, wordt het debat opnieuw gevoerd: heeft het al dan niet zin om de zomerbanden door winterbanden te vervangen bij auto's in België?

Deze vraag is per definitie transversaal, omdat ze verband houdt met bevoegdheden als mobiliteit, verkeersveiligheid en andere.

De kostprijs van winterbanden wordt soms naar voor geschoven als reden om ze niet te plaatsen. Dat is een vals argument, want bij koud weer verslijten winterbanden minder snel dan zomerbanden, en het omgekeerde geldt bij warm weer.

De voordelen van winterbanden zijn duidelijk: de gegroefde structuur, de lamellen en het speciale rubber dat minder snel verhardt dan bij zomerbanden bieden een betere grip en verlagen de remafstand zodra de temperatuur onder 7 graden zakt. Winterbanden bewijzen dus ook hun nut als er geen sneeuw valt, zowel bij een droog als een nat wegdek.

Een jaarlijkse bandenwissel garandeert dus een hogere verkeersveiligheid, een betere mobiliteit op onze wegen maar ook meer afgelegde kilometers per band.

Op te merken valt dat verschillende Europese landen en regio's ervoor hebben gekozen het rijden met winterbanden te verplichten bij winterse weersomstandigheden.

Ondanks al die feiten, zouden slechts 60 % van de Belgische chauffeurs hun banden twee keer per jaar wisselen.

1) Beschikt u over cijfers over dit onderwerp?

2) Bent u van plan op een of andere manier het gebruik van winterbanden door een groter aantal chauffeurs aan te moedigen?

 
Réponse reçue le 8 avril 2020 : Antwoord ontvangen op 8 april 2020 :

1) Les derniers chiffres qui ont pu m’être fournis datent d'octobre 2016. À cette époque, il avait été constaté que 60 % des Wallons équipaient leur voiture de pneus hiver contre 40 % des Flamands. C’est dans les provinces de Liège et du Luxembourg qu’il y en avait le plus. Un conducteur sur trois effectuait lui-même cette opération (source: Vias Institute).

2) Comme je l’ai récemment expliqué dans ma réponse à une question parlementaire sur le même thème (question no 221 de monsieur le député Vincent Scourneau du 3 janvier 2020, Chambre, QRVA 55-010 du 4 février 2020, p. 166 et 167), je n’envisage pas de rendre les pneus hiver obligatoires. S’ils permettent d’améliorer la mobilité de certains véhicules et de diminuer les accidents légers, leur usage n’implique pas directement une diminution de la gravité des accidents: au contraire, il se pourrait même qu’ils induisent chez certains automobilistes un faux sentiment de sécurité et des comportements inadaptés tels qu’une vitesse exagérée ou le non-respect des distances de sécurité. En outre, ces pneus ne sont pas suffisamment efficaces sur le verglas.

J’estime donc qu’il faut laisser la responsabilité aux conducteurs de s’équiper ou non de pneus neige selon leurs besoins et leurs habitudes de déplacement.

En cas de conditions hivernales, les conducteurs devraient toujours être encouragés, si leur véhicule n’est pas équipé de pneus hiver, à utiliser des moyens de transport alternatifs.

1) De laatste cijfers waarover ik beschik, dateren van oktober 2016. In die tijd bleek dat 60 % van de Walen en 40 % van de Vlamingen winterbanden gebruikt. In de provincies Luik en Luxemburg lagen deze cijfers het hoogst. Een op de drie bestuurders legde zelf zijn winterbanden op (bron: Vias institute).

2) Zoals ik onlangs heb uitgelegd in mijn antwoord op een parlementaire vraag over hetzelfde onderwerp (vraag nr. 221 van de volksvertegenwoordiger Vincent Scourneau van 3 januari 2020, Kamer, QRVA 55-010 van 4 februari 2020, blz. 166 en 167), ben ik niet van plan om winterbanden verplicht te stellen. Hoewel ze de mobiliteit van bepaalde voertuigen kunnen verbeteren en kleine ongevallen kunnen verminderen, leidt het gebruik ervan niet rechtstreeks tot een vermindering van de ernst van de ongevallen: integendeel, bij sommige autobestuurders kunnen ze zelfs een vals gevoel van veiligheid en ongepast gedrag teweegbrengen, zoals te snel rijden of geen veilige afstand bewaren. Bovendien zijn deze banden onvoldoende doeltreffend op ijzel.

Ik ben dan ook van mening dat bestuurders zelf moeten kunnen beslissen of ze, afhankelijk van hun reisbehoeften en -gewoonten, al dan niet sneeuwbanden gebruiken.

Bij winterweer moeten bestuurders wier voertuig niet met winterbanden is uitgerust, steeds worden aangemoedigd om gebruik te maken van alternatieve vervoermiddelen.