SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2014-2015 Zitting 2014-2015
________________
20 mai 2015 20 mei 2015
________________
Question écrite n° 6-647 Schriftelijke vraag nr. 6-647

de François Desquesnes (cdH)

van François Desquesnes (cdH)

à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________________
Imagerie médicale - Protocole d'accord du 24 février 2014 entre l'État fédéral et les entités fédérées - Réduction de l'utilisation des CT-Scan - Extension des appareils IRM Medische beeldvorming - Protocolakkoord van 24 februari 2014 tussen de federale overheid en de gedefedereerde entiteiten - Vermindering van het gebruik van CT-scans - Uitbreiding van het aantal NMR-toestellen 
________________
diagnostic médical
matériel médical
rayonnement ionisant
medische diagnose
medisch en chirurgisch materiaal
ioniserende straling
________ ________
20/5/2015Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 18/6/2015)
3/6/2015Antwoord
20/5/2015Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 18/6/2015)
3/6/2015Antwoord
________ ________
Question n° 6-647 du 20 mai 2015 : (Question posée en français) Vraag nr. 6-647 d.d. 20 mei 2015 : (Vraag gesteld in het Frans)

Vous le savez, l'exposition des patients aux rayons ionisants constitue un problème très préoccupant dans notre pays. " Cette exposition doit être limitée, entre autres, par une indication correcte de l'examen d'imagerie et, lorsque c'est possible, par un recours à des techniques qui réduisent considérablement ou évitent l'utilisation des rayons X. "

C'est sur base de ce constat que les gouvernements au niveau fédéral et des entités fédérées ont adopté, le 24 février 2014, un protocole d'accord relatif à l'imagerie médicale. Ce protocole vise à progressivement réduire l'utilisation des CT-Scan et les remplacer par des examens IRM qui n'utilisent pas de rayonnements ionisants. Il précise également que " dans le contexte financier actuel, l'extension des appareils IRM doit s'opérer de manière neutre sur le plan budgétaire, tant au niveau du budget des moyens financiers (BMF) que du budget disponible à l'INAMI. Des accords sont nécessaires sur une extension du nombre d'appareils IRM alliée à une diminution des prestations de CT-scan diagnostique ".

Une première phase d'extension de la programmation des appareils IRM a été décidée par les signataires du protocole, à raison de douze nouveaux appareils dont cinq en Wallonie (en ce compris la Communauté germanophone) et sept en Flandre.

Cette première phase d'extension est positive et doit être soutenue. Mais des voix s'élèvent actuellement sur le caractère trop partiel de cette extension et insistent sur la nécessité de poursuivre rapidement celle-ci. Certains demandent même une libéralisation totale de l'octroi des appareils IRM pour faire face au manque d'appareils par rapport aux besoins et à une répartition inégale sur le territoire national.

Mes questions sont les suivantes :

1) Sachant que le protocole d'accord prévoit actuellement que " l'extension des appareils IRM doit s'opérer de manière neutre sur le plan budgétaire et que des accords sont nécessaires sur une extension du nombre d'appareils IRM alliée à une diminution des prestations de CT-scan diagnostique ", comment estimez-vous qu'il faille avancer dans ce dossier, étant donné que l'extension de la programmation des appareils IRM est une avancée positive en termes de santé publique et que les hôpitaux ont besoin de pouvoir planifier au mieux leurs projets futurs dans le cadre d'une stratégie globale ?

2) Estimez-vous nécessaire de revoir le protocole adopté en 2014 ? Comptez-vous d'abord évaluer la première phase avant d'adopter toute nouvelle mesure d'extension ?

3) Voulez-vous avancer par étapes (et donc une extension progressive) ou plutôt par une ouverture totale de l'octroi des appareils IRM ?

4) Pourriez-vous nous informer quant à la mise en place du registre national des appareils d'imagerie médicale prévu par le protocole d'accord ?

 

De blootstelling van patiënten aan ioniserende stralen is een zeer belangrijke bezorgdheid in ons land. “Deze blootstelling dient te worden beperkt onder andere door een correcte indicatiestelling van het beeldvormend onderzoek en daar waar mogelijk beroep te doen op technieken die geen of sterk verminderd gebruik maken van röntgenstraling”.

Op basis van die vaststelling hebben de federale regering en de regeringen van de gedefedereerde entiteiten op 24 februari 2014 een protocolakkoord inzake de medische beeldvorming aangenomen. Dat protocol strekt ertoe het gebruik van CT-scans geleidelijk te verminderen en ze te vervangen door NMR-onderzoeken die geen ioniserende stralen gebruiken. Het bepaalt ook “in de huidige financiële context, dient de uitbreiding van de NMR-toestellen budgetneutraal te gebeuren zowel binnen het Budget van Financiële Middelen (BFM) als binnen het beschikbare RIZIV-budget. Afspraken zijn nodig over een uitbreiding van het aantal NMR-toestellen en een daling van de prestaties met diagnostische CT-scan”.

De ondertekenaars van het protocol hebben beslist tot een eerste uitbreidingsfase van de programmatie van de NMR-toestellen, ten belope van twaalf nieuwe toestellen, waarvan vijf in Wallonië (met inbegrip van de Duitstalige Gemeenschap) en zeven in Vlaanderen.

Deze eerste uitbreidingsfase is positief en moet worden volgehouden. Thans gaan echter stemmen op tegen het te geleidelijke karakter van deze uitbreiding en wordt aangedrongen op de noodzaak om ze snel voort te zetten. Sommigen vragen zelfs een volledige liberalisering van de toekenning van de NMR-toestellen om het hoofd te bieden aan het tekort aan toestellen ten opzichte van de noden en aan een ongelijke verdeling over het nationale grondgebied.

Ik heb de volgende vragen:

1) Het protocolakkoord bepaalt dat “de uitbreiding van de NMR-toestellen budgetneutraal dient te gebeuren en dat afspraken nodig zijn over een uitbreiding van het aantal NMR-toestellen en een daling van de prestaties met diagnostische CT-scan”. Hoe denkt u dat vooruitgang moet worden geboekt in dit dossier, gelet op het feit dat de uitbreiding van de programmatie van de NMR-toestellen een positieve zaak is voor de volksgezondheid en dat de ziekenhuizen hun toekomstige projecten zo goed mogelijk moeten kunnen plannen in het kader van een totaalstrategie?

2) Bent u van mening dat het in 2014 aangenomen protocol moet worden herzien? Bent u van plan eerst de eerste fase te evalueren alvorens enige nieuwe maatregel tot uitbreiding te nemen?

3) Wenst u in stappen te vorderen (dus een progressieve uitbreiding) of wenst u eerder de toekenning van de NMR-toestellen volledig open te stellen?

4) Kunt u ons informeren over het aanleggen van een landelijk register inzake apparaten voor medische beeldvorming waarin het protocolakkoord voorziet?

 
Réponse reçue le 3 juin 2015 : Antwoord ontvangen op 3 juni 2015 :

L'honorable membre trouvera ci-après la réponse à sa question.

1) Pour obtenir un glissement budgétairement neutre de l'utilisation des CT vers les IRM, il est important de fortement promouvoir les recommandations de bonne pratique en imagerie médicale. Pour ce faire, nous devons continuer à investir dans les campagnes annuelles et les brochures « Focus on Medical Imaging » que les médecins reçoivent tous les trois mois depuis la fin de l'année dernière.

Le droit de substitution pour les radiologues, instauré l'an dernier, constitue lui aussi un élément important pour passer des examens CT aux examens IRM conformément aux recommandations.

2) & 3) Avant de procéder à une nouvelle extension de la programmation, il faut organiser une évaluation de la première extension et principalement vérifier si le passage des examens CT aux examens IRM a effectivement eu lieu dans un cadre budgétaire neutre. Le protocole d’accord du 24 février 2014 est un document important qui a fait l’objet d’une vaste concertation avec tous les acteurs concernés. Nous donnerions un mauvais signal en revenant dès maintenant sur le cadre des accords passés l’année dernière. L’abandon de la programmation IRM n’est donc pas à l’ordre du jour. Le protocole d’accord prévoit déjà l’extension progressive après évaluation.

Les entités fédérées doivent également jouer leur rôle. Un glissement harmonieux des examens CT vers les examens IRM ne pourra se faire que si l'extension de la programmation IRM offre des garanties d'une répartition territoriale bien pensée. Si la capacité IRM disponible est suffisante, prescripteur et radiologue pourront chacun recourir à l'examen le mieux indiqué selon les recommandations de bonne pratique en imagerie médicale.

4) Le registre national des appareils d'imagerie médicale est en cours d'élaboration. Il sera opérationnel pour la fin de l'année.

Het geachte lid vindt hieronder het antwoord op zijn vragen.

1) Om een budgetneutrale verschuiving van het gebruik van CT naar MRI te bekomen, is het belangrijk dat de guidelines voor goed gebruik van medische beeldvorming sterk gepromoot worden. Hiervoor moeten we verder inzetten op de jaarlijkse campagnes en de brochures « Focus on Medical Imaging » die de artsen sinds eind vorig jaar trimestrieel ontvangen.

Ook het substitutierecht voor radiologen, dat vorig jaar werd ingevoerd, is belangrijk om een verschuiving van CT-onderzoeken naar MRI-onderzoeken volgens de guidelines te bekomen.

2) & 3) Alvorens een volgende uitbreiding van de programmatie door te voeren, moet een evaluatie van de eerste uitbreiding worden georganiseerd, waarbij er vooral zal nagegaan worden of de verschuiving van CT naar MRI-onderzoeken effectief binnen een budgetneutraal kader heeft plaatsgevonden. Het protocolakkoord van 24 februari 2014 is een belangrijk document dat uitvoerig werd overlegd met alle betrokken actoren. Nu reeds terugkomen op het vorig jaar gemaakte afsprakenkader zou een slecht signaal betekenen. Het loslaten van de MRI-programmatie is dan ook niet aan de orde. Het protocolakkoord voorziet al in de stapsgewijze uitbreiding na evaluatie.

Ook de deelstaten moeten hun rol spelen. Een vlotte verschuiving van CT-onderzoeken naar MRI-onderzoeken is namelijk enkel mogelijk wanneer de uitbreiding van de MRI-programmatie gepaard gaat met een onderbouwde territoriale spreiding. Bij voldoende beschikbare MRI-capaciteit kan elke voorschrijver en radioloog gebruik maken van het meest aangewezen onderzoek op basis van de guidelines voor goed gebruik van medische beeldvorming.

4) Momenteel is het landelijk register voor toestellen voor medische beeldvorming in opbouw. Dit register zal eind dit jaar operationeel zijn.