SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2014-2015 Zitting 2014-2015
________________
7 mai 2015 7 mei 2015
________________
Question écrite n° 6-644 Schriftelijke vraag nr. 6-644

de François Desquesnes (cdH)
van François Desquesnes (cdH)

au ministre de la Défense, chargé de la Fonction publique
aan de minister van Defensie, belast met Ambtenaren-zaken
________________
Défense - Mouvements de jeunesse - Prêt de tentes pour les camps - Chiffres - Convention entre la Défense et la Communauté française - Renouvellement Defensie - Jeugdbewegingen - Uitleen van tenten voor kampen - Cijfers - Overeenkomst tussen Defensie en de Franse Gemeenschap 
________________
armée
mouvement de jeunes
Communauté française
camping
krijgsmacht
jongerenbeweging
Franse Gemeenschap
kamperen
________ ________
7/5/2015Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 11/6/2015)
8/6/2015Antwoord
7/5/2015Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 11/6/2015)
8/6/2015Antwoord
________ ________
Question n° 6-644 du 7 mai 2015 : (Question posée en français) Vraag nr. 6-644 d.d. 7 mei 2015 : (Vraag gesteld in het Frans)

Il existe plusieurs conventions pour assurer la mise à disposition de tentes et d'autres matériels de même type aux groupes locaux des mouvements de jeunesse. Une convention lie ainsi la Défense au Centre de prêt de matériel de la Fédération Wallonie-Bruxelles afin que la Défense puisse fournir des tentes aux groupes qui n'auraient pas pu en disposer auprès de ce Centre de prêt.

Dans ce cadre, qui associe niveaux fédéral et communautaire, je souhaite vous interroger sur quelques points :

1) Combien de groupes membres des divers mouvements de jeunesse ont effectivement pu bénéficier de cette convention et recevoir leur matériel par le biais de la Défense ?

2) Selon quelle répartition territoriale au sein de la Communauté française ?

3) Que représente globalement pour la Défense ce prêt de matériel (quantité totale, durée des prêts, coût budgétaire) ?

4) Quel bilan faites-vous de l'application concrète de cette convention ?

5) La convention devrait se terminer à la fin de cette année 2015. Envisagez-vous de poursuivre ce partenariat avec la Fédération Wallonie-Bruxelles et de renouveler dans les mêmes termes la convention actuelle ?

 

Er zijn verschillende overeenkomsten met het oog op de terbeschikkingstelling van tenten en ander kampeermateriaal aan lokale afdelingen van jeugdbewegingen. Zo is er een protocol tussen Defensie en het Centre de prêt de matériel de la Fédération Wallonie-Bruxelles die de uitleen van tenten door Defensie mogelijk maakt voor de afdelingen die er geen konden krijgen bij die Uitleendienst.

In verband met deze materie, waarbij zowel het federale als het gemeenschapsniveau betrokken zijn, wil ik de minister enkele vragen stellen:

1) Hoeveel afdelingen van diverse jeugdbewegingen hebben dankzij dit protocol effectief kampeermateriaal kunnen krijgen van Defensie?

2) Wat was de territoriale spreiding binnen de Franse Gemeenschap?

3) Wat is de omvang van die materiaaluitleen voor Defensie (totale hoeveelheid, duur van de uitleen, kostprijs)?

4) Wat is de balans van de concrete toepassing van dat protocol?

5) Het protocol loopt normaal eind 2015 ten einde. Overweegt de minister om dit partnerschap met de Franse Gemeenschap voort te zetten en de huidige overeenkomst onder dezelfde voorwaarden te verlengen?

 
Réponse reçue le 8 juin 2015 : Antwoord ontvangen op 8 juni 2015 :

L'honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.

1) En 2014, 110 mouvements de jeunesse ont bénéficié d’un prêt de tentes par la Défense, 73 via le centre de prêt de la Fédération Wallonie-Bruxelles et 37 via le centre de prêt de la Communauté flamande (ULDK).

2) La répartition géographique du nombre de mouvements de jeunesse qui ont utilisé le centre de prêt de la Fédération Wallonie-Bruxelles est la suivante : Brabant wallon 16; Hainaut 15; Liège 15 ; Bruxelles 10; Brabant flamand 7; Namur 6 et Luxembourg 4.

3) En 2014, 244 tentes ont été prêtées par la Fédération Wallonie-Bruxelles et 250 tentes par la Communauté flamande.

La durée du prêt est variable et s’adapte aux besoins exprimés par les mouvements de jeunesse. Ces prêts s’effectuent toujours entre le 1er juillet et le 31 août.

Il n’y a pas de surcoût pour la Défense car ce sont les mouvements de jeunesse eux-mêmes qui utilisent leurs propres moyens pour enlever puis ramener les tentes dans les installations militaires et cela se passe pendant les heures de service.

Il est cependant toujours possible que le matériel soit dégradé pendant son utilisation et dans ce cas les coûts de réparation sont portés à charge des mouvements de jeunesse. Cela arrive cependant très rarement.

4) & 5) Vu le bilan positif, la Défense envisage de renouveler la convention actuelle.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

1) In 2014 hebben 110 jeugdbewegingen tenten gebruikt van Defensie, waarvan 73 jeugdbewegingen via de uitleendienst van de Federatie Wallonië-Brussel en 37 via de uitleendienst van de Vlaamse Gemeenschap (ULDK).

2) De geografische spreiding van het aantal jeugdbewegingen die gebruik maakten van de uitleendienst van de Federatie Wallonië-Brussel is de volgende: Waals-Brabant 16; Henegouwen 15; Luik 15; Brussel 10; Vlaams-Brabant 7; Namen 6 en Luxemburg 4.

3) In 2014 werden 244 tenten via de Federatie Wallonië-Brussel en 250 tenten via de Vlaamse Gemeenschap uitgeleend.

De uitleenperiode varieert en is afhankelijk van de behoefte uitgedrukt door de jeugdbeweging maar valt steeds tussen 1 juli en 31 augustus.

Er is geen meerkost gezien de tenten door de jeugdbeweging zelf met eigen middelen in de eenheid afgehaald en teruggebracht worden en dit tijdens de diensturen.

Het is steeds mogelijk dat het materiaal tijdens het gebruik beschadigd wordt en in dit geval de kosten door de jeugdbeweging gedragen worden. Dit komt slechts zeer zelden voor.

4) & 5) Gezien het positieve bilan, overweegt Defensie de bestaande conventie te hernieuwen.