SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2018-2019 Zitting 2018-2019
________________
25 mars 2019 25 maart 2019
________________
Question écrite n° 6-2367 Schriftelijke vraag nr. 6-2367

de Lionel Bajart (Open Vld)

van Lionel Bajart (Open Vld)

au premier ministre

aan de eerste minister
________________
Seconde Guerre mondiale - Œuvres d'art volées d'origine belge - Nouvelles recherches dans les musées belges - Enregistrement - Site web central - Restitution Tweede Wereldoorlog - Roofkunst van Belgische oorsprong - Nieuw onderzoek in de Belgische musea - Registratie - Centrale website - Restitutie 
________________
oeuvre d'art
Seconde Guerre mondiale
musée
base de données
bien culturel
vol
trafic illicite
patrimoine culturel
protection du patrimoine
site internet
kunstvoorwerp
Tweede Wereldoorlog
museum
gegevensbank
cultuurgoed
diefstal
zwarte handel
cultureel erfgoed
bescherming van het erfgoed
internetsite
________ ________
25/3/2019Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 25/4/2019)
25/4/2019Antwoord
25/3/2019Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 25/4/2019)
25/4/2019Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-2368 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-2368
________ ________
Question n° 6-2367 du 25 mars 2019 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-2367 d.d. 25 maart 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Je me réfère à la question écrite n° 6-2113 que j'ai posée antérieurement et à la réponse du ministre.

J'apprends aujourd'hui que les œuvres d'art susceptibles d'avoir été volées ne se limitent pas aux 78 tableaux déjà identifiés comme tels. Ce sont maintenant 600 objets qui pourraient déjà être répertoriés comme œuvres d'art volées.

Aux Pays-Bas, on a appris récemment que 83 tableaux, 3 sculptures, 26 dessins, 45 pièces artisanales et 13 objets rituels juifs appartenant à des musées néerlandais ont probablement été volés, confisqués ou vendus de force pendant le régime nazi. Il s'agit dès lors d'une toute nouvelle liste d'œuvres d'origine suspecte. Parmi les tableaux, on trouve notamment des œuvres de Ferdinand Bol, Isaac Israëls, George Hendrik Breitner, Wassily Kandinsky et Govert Flinck. À la demande de l'association néerlandaise des musées, les musées néerlandais ont répertorié les œuvres volées entre 1933 et 1945. On peut trouver l'intégralité de la liste des œuvres d'art examinées sur le site web du projet " Museale verwervingen ".

Il me semble plus qu'indiqué de procéder, dans notre pays également, à une analyse approfondie des œuvres d'art se trouvant dans nos musées, ainsi que de créer un site web central sur lequel les victimes de ces vols honteux et leurs proches pourront enfin retrouver les œuvres.

Je sais que pour plusieurs œuvres d'art, la seule indication disponible en ce qui concerne leur provenance est qu'elles ont été vendues par des marchands d'art entre 1938 et 1945. Il va de soi que toutes les transactions qui se sont déroulées au cours de cette période doivent être examinées attentivement. Ainsi, plusieurs musées posséderaient même des œuvres d'art qui ont été vendues par un marchand d'art qui ne commerçait qu'avec les autorités ou dirigeants allemands durant la période nazie. Ces œuvres ne seraient pas identifiées à ce jour. Je pense notamment au marchand d'art Maurice Lagrand. Cet extrait d'un rapport de l'Art Looting Intelligence Unit en dit long à ce sujet : " Muehlmann, Josef. Zell am See, Austria Berlin, Unter den Linden 27 (former). Half brother of Kajetan Muehlmann, his agent and accomplice in Poland and his representative in Paris. Also active in Brussels, where he collaborated with Lagrand. Personally responsible for a substantial amount of organised looting activity in Poland. Recommended by this Unit for trial as a war criminal. ". L'intéressé était un Bruxellois, cheville ouvrière du commerce des œuvres d'art volées par les nazis, au même titre que le marchand d'art Leegenhoek de Paris, avec qui il collaborait étroitement (cf. https://www.lootedart.com/web_images/pdf/aliu_index_0712.pdf).

Cette question concerne une matière transversale - Communautés. Tant les musées fédéraux que les musées relevant des Communautés possèdent des œuvres d'art volées et s'exposent à d'éventuelles réclamations d'œuvres orphelines. Il s'agit d'une responsabilité partagée où la coopération est de mise si l'on veut arriver à une politique correcte de restitution des œuvres d'art volées et ce, tant de la part de nos musées vers d'autres pays et les propriétaires légitimes que de la part d'autres pays vers nos musées.

Je souhaiterais dès lors poser les questions suivantes :

1) Êtes-vous déjà disposé à demander, comme l'ont fait les Pays-Bas, que de nouvelles recherches soient effectuées sur les tableaux qui se trouvent dans nos musées et pourraient être qualifiés " d'œuvres d'art volées " ? Pouvez-vous fournir des explications en ce qui concerne le calendrier et le budget ? Dans l'affirmative, qui va concrètement effectuer ces recherches ? Dans la négative, pourquoi, et pouvez-vous développer votre réponse ?

2) Pouvez-vous me dire combien d'œuvres d'art se trouvant dans nos musées, ont été vendues durant la période suspecte précédant la Seconde Guerre mondiale et durant la guerre par le marchand d'art Maurice Lagrand et/ou son partenaire commercial Leegenhoek ? Dans l'affirmative, de quelles œuvres s'agit-il ? Où se trouvent-elles ? Dans la négative, pourquoi, et êtes-vous disposé à faire réaliser des recherches à cet égard ?

3) Pourquoi les 78 tableaux dont on avait identifié antérieurement l'origine suspecte et les autres objets d'art (600, semble-t-il) n'ont-ils pas été placés sur un site web central comme cela a été fait aux Pays-Bas avec le site web " Herkomst Gezocht " ? Pourquoi ne travaille-t-on pas avec un site web central ?

4) Pouvez-vous confirmer qu'il est aujourd'hui question de 78 tableaux identifiés et de 600 objets ? Pouvez-vous les identifier concrètement et en fournir une liste détaillée ? De quelles œuvres s'agit-il et où sont-elles conservées ?

5) Combien de demandes de restitution nos musées fédéraux ont-ils reçues ces cinq dernières années ? Où en est-on à cet égard ? De quelles œuvres s'agit-il ?

 

Ik verwijs naar mijn eerdere schriftelijke vraag nr. 6 2113 en het antwoord van de geachte minister.

Ik heb vandaag vernomen dat er niet alleen sprake is van 78 schilderijen die als mogelijke roofkunst werden geïdentificeerd. Ondertussen zouden reeds 600 voorwerpen als roofkunst kunnen worden gecatalogeerd.

In Nederland kwam onlangs aan het licht dat er 83 schilderijen, 3 sculpturen, 26 tekeningen, 45 kunstnijverheidsobjecten en 13 Joodse rituele voorwerpen in het bezit van Nederlandse musea vermoedelijk tijdens het naziregime geroofd, geconfisqueerd of gedwongen verkocht zijn. Het betreft dus een volledig nieuwe lijst van werken van verdachte oorsprong. Bij de schilderijen zitten werken van onder meer Ferdinand Bol, Isaac Israels, George Hendrik Breitner, Wassily Kandinsky en Govert Flinck. Op verzoek van de Nederlandse Museumvereniging hebben de Nederlandse musea deze tussen 1933 en 1945 geroofde kust in kaart gebracht. De hele lijst met onderzochte kunstwerken is terug te vinden op de website van de museale verwervingen.

Het lijkt me meer dan aangewezen om ook bij ons een grondige doorlichting te doen van de kunstwerken die zich in onze musea bevinden. Daarnaast is het aangewezen om te werken met een centrale website waar de slachtoffers van deze laffe kunstroof en hun naasten de werken alsnog kunnen terugvinden.

Ik heb weet van diverse kunstwerken waarvan als enige oorsprong wordt opgegeven dat ze werden verkocht door bepaalde kunsthandelaren tussen 1938 en 1945. Het spreekt voor zich dat alle transacties die zich in deze periode afspeelden nader moeten worden bestudeerd. Zo zouden diverse musea zelfs kunstwerken in bezit hebben die werden verkocht door een kunsthandelaar die tijdens de naziperiode enkel aan de Duitse overheden of machtshebbers kunst verkocht. Deze kunstwerken zouden tot op heden niet geïdentificeerd zijn. Ik verwijs in deze onder meer naar de handelaar Maurice Lagrand. Hieromtrent vindt men volgende veelzeggende passage terug in de Art Looting Intelligence Unit : " Muehlmann, Josef. Zell am See, Austria Berlin, Unter den Linden 27 (former). Half brother of Kajetan Muehlmann, his agent and accomplice in Poland and his representative in Paris. Also active in Brussels, where he collaborated with Lagrand. Personally responsible for a substantial amount of organised looting activity in Poland. Recommended by this Unit for trial as a war criminal. " Betrokkene was een spilfiguur uit Brussel in de handel van nazi roofkunst samen met Leegenhoek uit Parijs waarmee hij nauw samenwerkte (cf. https://www.lootedart.com/web_images/pdf/aliu_index_0712.pdf).

Dit betreft een transversale aangelegenheid met de gemeenschappen. Zowel federale musea als de musea die ressorteren onder de gemeenschappen zijn in het bezit van geroofde kunst en zij riskeren mogelijke claims op weeskunst. Het betreft een gedeelde verantwoordelijkheid waarbij samenwerking aangewezen is om te komen tot een correct restitutiebeleid van roofkunst en dit zowel vanuit onze musea naar andere landen en de rechtmatige eigenaren alsook vanuit andere landen naar onze musea.

Ik had hieromtrent dan ook volgende vragen :

1) Bent u alvast bereid - naar het voorbeeld van Nederland - opdracht te geven om opnieuw onderzoek te laten uitvoeren naar de schilderijen die zich in onze musea bevinden en die mogelijks vallen onder de noemer " roofkunst " ? Kan u concreet toelichten wat het tijdschema en het budget zijn ? Zo ja, wie gaat dit onderzoek concreet voeren ? Zo neen, waarom niet en kan u dit toelichten ?

2) Kan u meedelen hoeveel kunstwerken die zich in onze musea bevinden, werden verhandeld in de verdachte periode voorafgaand aan WOII en tijdens de oorlog door de kunsthandelaar Maurice Lagrand en / of zijn handelspartner Leegenhoek ? Zo ja, om welke werken gaat het ? Waar bevinden ze zich ? Zo neen, waarom niet en bent u bereid dit te laten onderzoeken ?

3) Waarom worden de eerder geïdentificeerde 78 schilderijen van verdachte oorsprong en de diverse andere kunstvoorwerpen (naar verluidt 600) niet op een centrale website geplaatst zoals in Nederland gebeurt met de website " herkomst gezocht " ? Waarom wordt er niet gewerkt met een centrale website ?

4) Kan u bevestigen dat het vandaag om 78 geïdentificeerde schilderijen gaat alsook om 600 voorwerpen ? Kan u deze concreet identificeren en zeer gedetailleerd oplijsten ? Om welke werken gaat het en waar worden ze bewaard ?

5) Hoeveel vragen tot restitutie hebben onze federale musea de laatste vijf jaar ontvangen ? Wat is hier de stand van zaken ? Om welke werken gaat het ?

 
Réponse reçue le 25 avril 2019 : Antwoord ontvangen op 25 april 2019 :

Je me réfère à la réponse donnée par la ministre de la Politique scientifique à qui la question a également été posée.

Ik verwijs naar het antwoord van de minister van Wetenschapsbeleid, aan wie de vraag eveneens werd gesteld.