| SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Session 2018-2019 | Zitting 2018-2019 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| 24 janvier 2019 | 24 januari 2019 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question écrite n° 6-2277 | Schriftelijke vraag nr. 6-2277 | ||||||||
de Peter Van Rompuy (CD&V) |
van Peter Van Rompuy (CD&V) |
||||||||
au vice-premier ministre et ministre des Finances, chargé de la Lutte contre la fraude fiscale, et Ministre de la Coopération au développement |
aan de vice-eersteminister en minister van Financiën, belast met Bestrijding van de fiscale fraude, en Minister van Ontwikkelingssamenwerking |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Dexia - Licence bancaire - Disparition - Dette publique - Impact - État de la question | Dexia - Banklicentie - Verdwijnen - Staatsschuld - Impact - Stand van zaken | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| crise monétaire banque dette publique |
monetaire crisis bank overheidsschuld |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Herindiening van : schriftelijke vraag 6-1593 | Herindiening van : schriftelijke vraag 6-1593 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question n° 6-2277 du 24 janvier 2019 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 6-2277 d.d. 24 januari 2019 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||
Motivation du caractère transversal de la question écrite : la dette publique de l'entité I (la Belgique) et de l'entité II (entre autres les Régions) est considérée comme un tout par l'Europe. Lors du sauvetage de Dexia en 2011, la banque a été scindée en une partie saine (Belfius) et en une banque résiduelle (Dexia). La Belgique et la France sont garantes de la banque résiduelle par le biais de garanties d'État. Il est possible que la licence bancaire de Dexia expire en 2021. De ce fait, le bilan (200 milliards d'euros fin juin 2017) sera ajouté à la dette publique belge, ce qui la ferait augmenter de 9 %. La France et la Belgique ont un point de vue divergent en ce qui concerne la vitesse du démantèlement. D'où la question suivante : Quel est l'état actuel de ce dossier ? |
Motivering van het transversale karakter van de schriftelijke vraag : de staatsschuld voor entiteit I (België) en entiteit II (onder andere de Gewesten) worden door Europa als één aanzien. Bij de redding van Dexia in 2011 werd de bank opgesplitst in een gezond deel (Belfius) en een restbank (Dexia). België en Frankrijk staan garant voor de restbank met staatswaarborgen. Mogelijk verdwijnt de banklicentie van Dexia in 2021. Hierdoor komt de balans (eind juni 2017 : 200 miljard euro) bij de overheidsschuld. Voor België zou de schuldgraad hierdoor met 9 procentpunten stijgen. Over de snelheid van de afbouw verschillen België en Frankrijk evenwel van mening. Daarom volgende vraag : Wat is de huidige stand van zaken in dit dossier ? |
||||||||
| Réponse reçue le 4 mars 2019 : | Antwoord ontvangen op 4 maart 2019 : | ||||||||
Dexia SA, la maison-mère holding de la banque résiduelle est consolidée dans les comptes de l’Etat belge depuis 2014. La principale licence bancaire du groupe est actuellement dans la filiale Dexia Crédit Local (DCL). Même s’il est vrai que l’agrément bancaire ne sera selon toute vraisemblance pas conservé par DCL jusqu’à l’extinction complète de son portefeuille, nous n’avons actuellement pas d’indication quant à une date éventuelle de cet abandon de la licence bancaire. Bien qu’importante, la licence bancaire n’est ni une condition suffisante, ni une condition obligatoire à une non-consolidation dans le périmètre des administrations publiques. Cette question est avant tout une compétence de l’INSEE (Institut national de la statistique et des études économiques français) sous le contrôle d’Eurostat. En juin 2014, l’INSEE et Eurostat avaient décidé de la non-consolidation de DCL. En tout état de cause, il est important de réduire le plus rapidement possible le risque lié au portefeuille de DCL. Les Etats se sont accordés sur la stratégie de derisking et le deleveraging a, dans les faits, été rapide ces dernières années. En effet, fin 2013, la valeur nominale des actifs de Dexia, qui représente la principale source à financer, était de 150 milliards d’euros, fin 2018 elle était d’environ 81 milliards. Il est attendu que ce deleveraging se poursuive à bon rythme dans les années à venir . |
Dexia NV, de holding moedermaatschappij van de restbank, is sinds 2014 geconsolideerd in de rekeningen van de Belgische Staat. De voornaamste banklicentie van de groep zit momenteel in de bankdochter Dexia Crédit Local (DCL). Hoewel de banklicentie naar alle waarschijnlijkheid niet behouden zal worden door DCL tot de volledige afbouw van haar portefeuille, hebben we momenteel geen zicht op een eventuele datum voor het opgeven van de banklicentie. Hoewel de banklicentie belangrijk is, is ze geen voldoende noch een verplichte voorwaarde voor een niet-consolidatie binnen de openbare besturen. Deze vraag behoort in de eerste plaats tot de bevoegdheid van het INSEE (Institut national de la statistique et des études économiques français) dat onder toezicht van Eurostat staat. In juni 2014 hadden het INSEE en Eurostat beslist over de niet-consolidatie van DCL. Hoe dan ook is het belangrijk om zo snel mogelijk het risico te beperken, dat verbonden is aan de portefeuille van DCL. De Staten zijn het eens geworden over de derisking-strategie en de deleveraging is in feite snel gegaan deze laatste jaren. Eind 2013 was de nominale waarde van de activa van Dexia, die de voornaamste te financieren bron vormt, 150 miljard euro. Eind 2018 bedroeg ze ongeveer 81 miljard euro. Naar verwachting zal deze deleveraging zich in de komende jaren gestaag voortzetten. |