SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2018-2019 Zitting 2018-2019
________________
15 janvier 2019 15 januari 2019
________________
Question écrite n° 6-2237 Schriftelijke vraag nr. 6-2237

de François Desquesnes (cdH)

van François Desquesnes (cdH)

au ministre de la Sécurité et de l'Intérieur

aan de minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken
________________
Bornes incendie - Identification - Contrôle Hydranten - Identificatie - Controle 
________________
lutte anti-incendie
distribution de l'eau
brandbestrijding
watervoorziening
________ ________
15/1/2019Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 14/2/2019)
12/2/2019Antwoord
15/1/2019Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 14/2/2019)
12/2/2019Antwoord
________ ________
Réintroduction de : question écrite 6-1315 Réintroduction de : question écrite 6-1315
________ ________
Question n° 6-2237 du 15 janvier 2019 : (Question posée en français) Vraag nr. 6-2237 d.d. 15 januari 2019 : (Vraag gesteld in het Frans)

Afin d'assurer la sécurité de la population et de garantir une lutte efficace contre les incendies, il convient que le personnel de secours dispose du matériel nécessaire à l'accomplissement de ses missions. Ils doivent notamment disposer de l'eau nécessaire pour assurer l'extinction des incendies.

Sur le terrain, on constate cependant que des bornes incendies sont trop peu visibles ou rendues inaccessibles. Les pompiers perdent alors un temps précieux au moment de l'intervention. Les véhicules d'intervention sont en effet limités en réserves d'eau. Si le véhicule n'est pas branché sur le réseau assez rapidement, le temps perdu représente un risque pour les intervenants, pour les habitations et pour la population.

L'identification et le contrôle régulier de ces dispositifs sont donc essentiels. Or, il nous revient que la répartition des responsabilités en la matière pose question.

En Belgique, la gestion de l'eau est une compétence régionale. Les Régions sont donc tenues de définir et d'organiser le cadre législatif dans lequel la distribution en eau potable devra s'effectuer.

Les bourgmestres sont eux responsables de la sécurité sur le territoire de leur commune. Ils doivent entreprendre des actions lorsque la sécurité de leur commune est compromise. Ils peuvent à cet effet faire appel aux services de la commune, notamment au service d'incendie.

Les zones de secours doivent également pouvoir assurer leur capacité d'intervention sur leur territoire.

Monsieur le Ministre, pouvez-vous indiquer quelle est l'autorité compétente pour :

- identifier, cartographier et signaler les hydratants et les bornes incendie?

- maintenir l'accessibilité en tout temps des hydratants et des bornes incendie?

- garantir que le nombre d'hydratants et de bornes incendies disponibles sur le réseau est suffisant pour faire face au risque d'incendie?

- garantir un accès suffisant en eaux vers ces hydratants et ces bornes incendie?

- assurer un contrôle et un entretien régulier de l'ensemble des hydratants et des bornes incendie ? Ce contrôle doit notamment porter sur l'accessibilité, l'état de fonctionnement et le niveau de pression de l'eau.

 

Om de veiligheid van de bevolking te verzekeren en efficiënte brandbestrijding te garanderen, moeten hulpverleners over het nodige materiaal beschikken om hun taken te vervullen. Zo moeten ze over water beschikken om branden te kunnen blussen.

Er kan echter worden vastgesteld dat de hydranten niet zichtbaar genoeg zijn of niet meer bereikbaar zijn. De brandweerlui verliezen bij een interventie bijgevolg kostbare tijd. De watervoorraad van brandweerwagens is immers beperkt. Als het voertuig niet snel op de openbare waterbedeling wordt aangesloten, kan de verloren tijd een risico betekenen voor de hulpverleners, voor de woningen en voor de bevolking.

Identificatie en regelmatige controle van dit materieel zijn dus van groot belang. Wij hebben vernomen dat er problemen zijn met betrekking tot de verdeling van de verantwoordelijkheid ter zake.

In België is het waterbeheer een gewestbevoegdheid. De gewesten moeten dus het wettelijk kader vaststellen dat de verdeling van drinkwater regelt.

De burgemeesters zijn verantwoordelijk voor de veiligheid op het grondgebied van hun gemeente. Ze moeten actie ondernemen wanneer de veiligheid in hun gemeente in het gedrang is. Ze kunnen daartoe een beroep doen op de diensten van de gemeente, met name op de brandweer.

De hulpverleningszones moeten ook in staat zijn om hun interventiecapaciteit op hun grondgebied te waarborgen.

Mijnheer de minister, kunt u mij meedelen welke overheid bevoegd is om:

- de hydranten te identificeren, in kaart te brengen en aan te duiden;

- de bereikbaarheid van de hydranten te handhaven;

- te garanderen dat het aantal hydranten op het grondgebied toereikend is om het risico op brand het hoofd te kunnen bieden;

- ervoor te zorgen dat de hydranten voldoende toegang hebben tot water;

- regelmatige controle en onderhoud te verzekeren van alle hydranten? Die controle moet betrekking hebben op de bereikbaarheid, de werking en de waterdruk.

 
Réponse reçue le 12 février 2019 : Antwoord ontvangen op 12 februari 2019 :

La loi du 15 mai 2007 relative à la sécurité civile, prévoit en son article 7/1, les dispositions suivantes :

« § 1er. Les communes sont tenues de disposer de ressources suffisantes en eau d'extinction, conformément aux normes fixées par le Roi en vue de l'extinction d'incendies par les services opérationnels de la sécurité civile et l'organisation d'exercices pour ces services.

§ 2. Les communes inventorient les ressources en eau d'extinction et y apposent la signalisation adéquate afin de faciliter la localisation, l'accès et l'utilisation des ressources en eau d'extinction.

§ 3. Les communes assurent le contrôle et l'entretien des ressources en eau d'extinction. Elles veillent à ce que les hydrants et les vannes établis sur les réseaux de distribution d'eau soient en nombre suffisant et soient facilement accessibles et utilisables en tout temps. Les communes veillent à ce que les citernes à eau des établissements publics et les points d'eau naturels du domaine public soient facilement accessibles et utilisables en tout temps. Le Roi détermine les modalités relatives au contrôle, à l'entretien et à la signalisation des ressources en eau d'extinction. »

Il est donc clairement établi qu’il revient aux communes de disposer de ressources suffisantes en eau d'extinction pour faire face au risque d'incendie, d’identifier, cartographier et signaler ces ressources ainsi que de veiller à leur accessibilité, leur entretien et leur contrôle.

Cette compétence a toujours été attribuée aux communes d’abord par l’arrêté royal du 9 novembre 1967 portant en temps de paix organisation générale des services d’incendie et coordination des secours en cas d’incendie et ensuite par la loi du 15 mai 2007précitée.

De wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid bepaalt in artikel 7/1, het volgende :

« § 1. De gemeenten beschikken, overeenkomstig de door de Koning bepaalde voorwaarden en normen, over voldoende bluswatervoorraden met het oog op het blussen van branden door de operationele diensten van de civiele veiligheid en het organiseren van oefeningen voor deze diensten.

§ 2. De gemeenten inventariseren de bluswatervoorraden en brengen de adequate signalisatie aan om het vinden, de toegang en het gebruik van de bluswatervoorraden te vergemakkelijken.

§ 3. De gemeenten voorzien in het nazicht en het onderhoud van de bluswatervoorraden. Zij zorgen ervoor dat er voldoende hydranten en afsluiters op het waterleidingnet worden aangebracht en dat deze steeds gemakkelijk bereikbaar en bruikbaar zijn. De gemeenten zorgen ervoor dat de watervergaarbakken van de openbare instellingen en de natuurlijke waterwinplaatsen van het openbaar domein steeds gemakkelijk bereikbaar en bruikbaar zijn. De Koning bepaalt de nadere regels inzake het nazicht, het onderhoud en de signalisatie van de bluswatervoorraden. »

Het is dus duidelijk vastgesteld dat het de verantwoordelijkheid van de gemeenten is om over voldoende bluswatervoorraden te beschikken om het hoofd te bieden aan brandgevaar, deze voorraden te identificeren, in kaart te brengen en te signaleren en in te staan voor hun toegang, onderhoud en nazicht.

Deze bevoegdheid werd al altijd toegekend aan de gemeenten, eerst door het koninklijk besluit van 8 november 1967 houdende, voor de vredestijd, de organisatie van de gemeentelijke en gewestelijke brandweerdiensten en coördinatie van de hulpverlening in geval van brand, later door de voornoemde wet van 15 mei 2007.