SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2018-2019 Zitting 2018-2019
________________
6 novembre 2018 6 november 2018
________________
Question écrite n° 6-2004 Schriftelijke vraag nr. 6-2004

de Peter Van Rompuy (CD&V)

van Peter Van Rompuy (CD&V)

au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères et européennes, chargé de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken en Europese Zaken, belast met Beliris en Federale Culturele Instellingen
________________
Brexit dur - Impact sur les assurances et les produits financiers - Mesures préparatoires Harde Brexit - Impact op verzekeringen en financiële producten - Voorbereidende maatregelen 
________________
retrait de l'UE
Autorité européenne des assurances et des pensions professionnelles
Royaume-Uni
appartenance à l'Union européenne
instrument financier
marché financier
assurance
uittreding uit de EU
Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen
Verenigd Koninkrijk
lidmaatschap van de Europese Unie
financieel instrument
geldmarkt
verzekering
________ ________
6/11/2018Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 6/12/2018)
20/12/2018Antwoord
6/11/2018Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 6/12/2018)
20/12/2018Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-2003 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-2003
________ ________
Question n° 6-2004 du 6 novembre 2018 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-2004 d.d. 6 november 2018 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le Brexit a des conséquences sur les compétences des Communautés et des Régions. D'où le caractère transversal de cette question écrite. Son inscription à l'ordre du jour du Comité de concertation et les initiatives prises conjointement dans ce cadre en sont l'illustration, entre autres en ce qui concerne les PME.

Le 29 mars 2018, la Grande-Bretagne ne sera plus membre de l'Union européenne. Toutefois, elle n'a pas encore obtenu de consensus sur le scénario. L'Union européenne et ses membres doivent dès lors se préparer à un Brexit dur sans accord.

C'est pourquoi je souhaite poser les questions suivantes au ministre:

1) Quel sera l'impact d'un Brexit dur sur les assurances et les produits financiers tels que les épargnes-pension souscrites par des Belges auprès de compagnies d'assurances ou de sociétés financières britanniques ?

2) Des mesures (préparatoires) ont-elles déjà été prises ?

 

De Brexit heeft een bevoegdheidoverschrijdende impact met gevolgen voor de bevoegdheden van de Gemeenschappen en de Gewesten. Daarom heeft deze schriftelijke vraag een transversaal karakter. De agendering op het Overlegcomité en de gezamenlijk genomen initiatieven in dit kader zijn hiervan een bewijs, onder andere wat kmo's betreft.

Op 29 maart 2018 eindigt het lidmaatschap van Groot Brittannië bij de Europese Unie. In Groot Brittannië is er evenwel nog geen consensus over het scenario. De Europese Unie en haar leden moeten zich dus voorbereiden op een harde Brexit zonder akkoord.

Daarom heb ik volgende vragen voor de geachte minister:

1) Wat is de impact van een harde Brexit op verzekeringen en financiële producten, zoals pensioensparen van Belgen afgesloten bij Britse verzekerings of financiële maatschappijen?

2) Werden reeds (voorbereidende) maatregelen genomen?

 
Réponse reçue le 20 décembre 2018 : Antwoord ontvangen op 20 december 2018 :

En cas d’un hard Brexit qui résulterait d’un retrait du Royaume-Uni sans un accord de retrait, les compagnies d'assurances et autres sociétés financières basées au Royaume-Uni ne disposeront plus d’un passeport financier pour l’Espace économique européen. Cela signifie qu'elles perdront le droit d'offrir des services de nature financière dans l'Union européenne (UE) des vingt-sept. Si les compagnies d'assurance et autres sociétés financières britanniques souhaitent continuer à offrir des services aux consommateurs belges, elle doivent soit enregistrer une succursale en Belgique, soit créer une filiale soumise au droit de l'Union. La Commission indique que les contrats d'assurance conclus avant le Brexit restent juridiquement valables.

Selon la Banque centrale européenne et l'Autorité européenne des assurances et des pensions professionnelles (AEAPP), les risques financiers résultant d'un hard Brexit ont fortement diminué grâce aux préparatifs avancés du secteur privé. De nombreux assureurs et autres acteurs financiers britanniques ont déjà délocalisé des activités, créé des filiales et des succursales reconnues dans l’UE. En coopération avec le secteur privé et les autorités de contrôle nationales concernées (en Belgique, la Banque nationale et l'Autorité des services et marchés financiers (FSMA)), l'AEAPP poursuit ses préparatifs pour faire face aux risques résiduels.

Pour le suivi, c’est effectivement une question qui s’adresse à mon homologue en charge de l'Économie.

Bij een hard Brexit, ten gevolge van een vertrek van het Verenigd Koninkrijk zonder terugtrekkingsakkoord, beschikken verzekerings- en andere financiële ondernemingen, die gevestigd zijn in het VK, niet langer over hun financieel paspoort voor de Europese Economische Ruimte. Dit betekent dat zij het recht verliezen om diensten van financiële aard in de EU27 aan te bieden. Indien Britse verzekerings- en andere financiële ondernemingen diensten aan de Belgische consumenten willen blijven aanbieden moeten zij ofwel een bijkantoor in België laten erkennen of een dochteronderneming onder EU recht oprichten. De Commissie stelt dat de verzekeringsovereenkomsten die voor Brexit werden gesloten rechtsgeldig blijven.

Volgens de Europese Centrale Bank en de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen (EIOPA) zijn de financiële risico’s ten gevolge van een harde Brexit sterk afgenomen door de vergevorderde voorbereidingen van de private sector. Vele Britse verzekeraars en andere financiële spelers hebben reeds activiteiten verhuisd, dochterondernemingen opgericht en bijkantoren laten erkennen in de EU. In samenwerking met de betrokken private sector en nationale toezichthouders (in België de Nationale Bank en de Autoriteit voor financiële diensten en markten (FSMA)), zet EIOPA de voorbereidingen voort om de resterende risico’s te ondervangen.

Voor wat de follow-up betreft, is deze vraag inderdaad gericht aan mijn collega die bevoegd is voor Economie.