SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2017-2018 Zitting 2017-2018
________________
7 juin 2018 7 juni 2018
________________
Question écrite n° 6-1899 Schriftelijke vraag nr. 6-1899

de Christophe Lacroix (PS)

van Christophe Lacroix (PS)

au ministre des Finances, chargé de la Lutte contre la fraude fiscale

aan de minister van Financiën, belast met de Bestrijding van de fiscale fraude
________________
Enfants placés en famille d'accueil - Précompte immobilier - Réductions - Prise en compte - Octroi - Conditions - Refus par le service public fédéral (SPF) Finances - Raison - Chiffres Kinderen in pleeggezinnen - Onroerende voorheffing - Kortingen - Aanmerking - Toekenning - Voorwaarden - Weigering door de Federale overheidsdienst (FOD) Financiën - Redenen - Cijfers 
________________
charge de famille
parent d'accueil
impôt foncier
administration fiscale
déduction fiscale
gezinslast
pleegouder
grondbelasting
belastingadministratie
belastingaftrek
________ ________
7/6/2018Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/7/2018)
9/12/2018Dossier gesloten
7/6/2018Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 12/7/2018)
9/12/2018Dossier gesloten
________ ________
Heringediend als : schriftelijke vraag 6-2310 Heringediend als : schriftelijke vraag 6-2310
________ ________
Question n° 6-1899 du 7 juin 2018 : (Question posée en français) Vraag nr. 6-1899 d.d. 7 juni 2018 : (Vraag gesteld in het Frans)

Le 30 mars 2017, j'ai obtenu du gouvernement wallon qu'il soit précisé que les enfants de famille d'accueil puissent obtenir le même statut qu'un enfant légitime ou adopté pour l'application des réductions au précompte immobilier.

Le gouvernement wallon me chargeait aussi de solliciter le service public fédéral (SPF) Finances sur l'automaticité des réductions de précompte immobilier pour enfants à charge et ce, de manière globale pour l'ensemble des bénéficiaires, propriétaires et locataires.

Le précompte immobilier reste perçu par les services fédéraux pour compte des Régions, ce qui a nécessité une fructueuse concertation entre la Wallonie et vos services pour la mise en œuvre de cette décision.

Suite à ces démarches, la circulaire 2017/C/44 traitant des conditions d'octroi de la réduction de précompte immobilier pour charge de famille prévue à l'article 257, 3°, CIR 92 tel qu'applicable en Région wallonne au bénéfice des ménages hébergeant des enfants placés en famille d'accueil est entrée en vigueur le 13 juillet 2017.

Cette circulaire précisait au SPF Finances que l'enfant placé dans le cadre de la procédure de placement familial réglementée par le décret de la Communauté française du 4 mars 1991 peut être assimilé à un enfant propre ou adopté du ménage car il y occupe légalement et actuellement la même place.

Tout enfant placé en Wallonie en famille d'accueil doit donc être pris en compte pour déterminer si la condition légale, imposant la présence d'au moins deux enfants en vie au sein du ménage pour ouvrir le droit à la réduction de précompte immobilier pour charge de famille, est satisfaite.

Ces dispositions doivent permettre de mettre fin à la situation injuste qui consistait à ne considérer que les enfants légitimes ou adoptés de la famille à l'exclusion des autres pour l'octroi des réductions au précompte immobilier par l'administration fiscale fédérale.

Il s'avère cependant que le ministre de la Communauté française en charge de l'Aide à la jeunesse est fréquemment confronté à des familles d'accueil qui se voient refuser l'octroi de la réduction de précompte immobilier par le SPF Finances.

Le rôle sociétal joué par ces familles est absolument fondamental et mérite donc toute notre attention.

C'est pourquoi je vous demande de bien vouloir nous dresser un état des lieux des raisons invoquées par le SPF Finances dans le cadre de ces refus pour chacune des trois Régions.

Pourriez-vous également nous fournir le nombre de refus d'octroi de cette réduction par le SPF Finances en ce qui concerne les familles d'accueil wallonnes et bruxelloises ?

 

Op 30 maart 2017 heb ik de toezegging gekregen van de Waalse regering dat kinderen in pleeggezinnen voor de toepassing van de kortingen op de onroerende voorheffing hetzelfde statuut zouden krijgen als wettige of geadopteerde kinderen.

De Waalse regering heeft me opgedragen bij de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën na te vragen in hoever de kortingen voor kinderen ten laste automatisch worden toegekend aan alle rechthebbenden, eigenaars en huurders.

De onroerende voorheffing wordt verder geïnd door de federale diensten voor rekening van de Gewesten; voor de uitvoering van die beslissing was gedegen overleg nodig tussen Wallonië en uw diensten.

Als gevolg daarvan is de circulaire 2017/C/44 betreffende de toekenningsvoorwaarden van de korting op de onroerende voorheffing voor kinderen ten laste zoals bedoeld in artikel 257,3° WIB 92 en zoals ze wordt toegepast in het Waals Gewest voor gezinnen die pleegkinderen opvangen, in werking getreden op 13 juli 2017.

Deze circulaire verduidelijkte voor de FOD Financiën dat een kind dat geplaatst werd in het kader van de pleegzorg, die geregeld wordt door het decreet van de Franse Gemeenschap van 4 maart 1991, kan gelijkgesteld worden met een eigen of geadopteerd kind van het gezin omdat het wettelijk en feitelijk dezelfde plaats inneemt.

Elk kind dat in Wallonië in een pleeggezin wordt geplaatst, moet dus in aanmerking worden genomen om te bepalen of de wettelijke voorwaarde voor het ontstaan van het recht op een korting op de onroerende voorheffing wegens kinderlast, namelijk de aanwezigheid van twee kinderen, is vervuld.

Het doel van deze bepalingen is een einde te stellen aan de onrechtvaardige situatie waarbij enkel wettige of geadopteerde kinderen van het gezin in aanmerking werden genomen, met uitsluiting van andere voor de toekenning van de kortingen op de onroerende voorheffing door de federale fiscale administratie.

Nu blijkt evenwel dat de minister van de Franse Gemeenschap bevoegd voor jeugdzorg vaak te maken heeft met pleeggezinnen die een weigering kregen van de FOD Financiën in verband met de toekenning van de korting op de onroerende voorheffing.

Die gezinnen spelen een heel belangrijke rol in de maatschappij en verdienen daarom al onze aandacht.

Kunt u een stand van zaken opmaken van de redenen die door de FOD Financiën worden aangevoerd om dit te weigeren in elk van de drie Gewesten?

Hoeveel keer werd deze korting door de FOD Financiën geweigerd voor Waalse en Brusselse pleeggezinnen?