SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2017-2018 Zitting 2017-2018
________________
25 octobre 2017 25 oktober 2017
________________
Question écrite n° 6-1594 Schriftelijke vraag nr. 6-1594

de Johan Verstreken (CD&V)

van Johan Verstreken (CD&V)

au ministre de la Mobilité, chargé de Belgocontrol et de la Société nationale des chemins de fer belges

aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen
________________
Société nationale des chemins de fer belges (SNCB) - Jabbeke - Gare - Arrêt - Réouverture - État de la question Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) - Jabbeke - Treinstation - Stopplaats - Heropening - Stand van zaken 
________________
Société nationale des chemins de fer belges
gare ferroviaire
province de Flandre occidentale
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
spoorwegstation
provincie West-Vlaanderen
________ ________
25/10/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 24/11/2017)
8/1/2018Antwoord
25/10/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 24/11/2017)
8/1/2018Antwoord
________ ________
Question n° 6-1594 du 25 octobre 2017 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-1594 d.d. 25 oktober 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Motivation du caractère transversal de la question : avec la société de transport De Lijn et d'autres sociétés régionales de transport, la Société nationale des chemins de fer belges (SNCB) fait partie des instruments qui doivent contribuer à une offre intégrée de transports publics, offre nécessaire pour garantir une accessibilité aisée à la Flandre.

J'ai déjà interrogé le ministre à plusieurs reprises sur les possibilités de rouvrir l'arrêt à la gare de Jabbeke (cf. demande d'explications n° 5-3356 du 26 mars 2013, Sénat, Annales, 5-228COM du 4 juin 2013, p. 14, et question écrite n° 6-852). Les habitants de Jabbeke insistent depuis longtemps déjà pour que l'on rouvre l'arrêt de Jabbeke parce qu'ils doivent à présent se rabattre sur Bruges ou sur Ostende. La ministre Galant avait répondu en 2016 qu'un rétablissement de l'arrêt à la gare de Jabbeke ne ferait qu'entraîner un glissement des voyageurs et engendrerait dès lors des coûts d'exploitation et d'investissement sans apporter de revenus supplémentaires. La ministre évoquait également des projets de De Lijn concernant l'ouverture d'une ligne de tram qui pourrait mieux répondre aux besoins de déplacement locaux que le train.

Le ministre flamand Ben Weyts a indiqué, en réponse à ma question écrite n° 1184 du 25 mai 2016, qu'il n'était actuellement pas question d'une ligne de tram dans cette région.

La nouvelle chief executive officer (CEO) de la SNCB, Mme Sophie Dutordoir, a récemment annoncé qu'elle voulait investir davantage dans des projets de moindre envergure sur des petits points d'arrêt. Le nombre de correspondances doit également être augmenté de 20 %.

Je voudrais poser les questions suivantes au ministre :

1) Étant donné le point de vue de la nouvelle CEO de la SNCB et le fait qu'il n'est pas question d'une ligne de tram dans la région de Jabbeke : dans quelle mesure l'arrêt de la gare de Jabbeke peut-il encore entrer en ligne de compte pour une réouverture ?

2) L'étude relative à la gare de Jabbeke s'inscrivait dans le cadre d'un examen global de centaines de points d'arrêt actuels et potentiels à travers tout le pays. En réponse à ma question écrite 6-852 du 17 mai 2016, la ministre Galant indiquait qu'aucune décision définitive n'avait encore été prise. Depuis lors, des décisions définitives ont-elles déjà été prises eu égard à l'examen global ?

 

Motivering van het transversale karakter van de schriftelijke vraag : samen met de vervoersmaatschappij De Lijn, en de andere regionale vervoersmaatschappijen maakt de Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) deel uit van de instrumenten die moeten zorgen voor een geïntegreerd openbaarvervoersaanbod dat noodzakelijk is om een vlotte bereikbaarheid van Vlaanderen te garanderen.

Ik heb de minister al enkele malen ondervraagd over de mogelijkheden om de stopplaats in het station van Jabbeke te heropenen (cf. vraag om uitleg nr. 5-3356 van 26 maart 2013, Senaat, Handelingen 5-228COM van 4 juni 2013, blz. 14 ; en schriftelijke vraag nr. 6-852). De inwoners van Jabbeke dringen al geruime tijd aan op een heropening van de stopplaats in Jabbeke omdat ze nu moeten uitwijken naar Brugge of Oostende. Minister Galant antwoordde in 2016 dat een heropening van de stopplaats in het station van Jabbeke enkel een verschuiving van de reizigers met zich zou meebrengen en dus enkel exploitatiekosten en investeringskosten met zich zou meebrengen, zonder extra inkomsten. Bovendien waren er volgens de minister plannen van De Lijn voor een tramverbinding die beter op de lokale verplaatsingsbehoeften kan inspelen dan de trein.

Vlaamse minister Weyts gaf in een antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 1184 van 25 mei 2016 over een mogelijke tramverbinding te kennen dat er momenteel geen sprake is van een mogelijke tramverbinding in die regio.

De nieuwe chief executive officer (CEO) van de NMBS, mevrouw Sophie Dutordoir, gaf onlangs te kennen dat ze meer wil investeren in kleinere projecten in kleine stopplaatsen. Ook het aantal aansluitingen moet met een vijfde omhoog.

Ik had aan de geachte minister graag de volgende vragen gesteld :

1) Gelet op de visie van de nieuwe CEO van de NMBS en het feit dat er geen sprake is van een mogelijke tramverbinding in de regio van Jabbeke : in welke mate is er een mogelijkheid dat de stopplaats van het station van Jabbeke alsnog in aanmerking komt voor een heropening ?

2) De studie van het station van Jabbeke paste in een globale doorlichting van honderden bestaande en potentiële stopplaatsen in het land. In haar antwoord op mijn schriftelijke vraag nr. 6-852 van 17 mei 2016 stelde minister Galant dat er nog geen definitieve besluiten waren. Zijn er ondertussen al definitieve besluiten omtrent de doorlichting ?

 
Réponse reçue le 8 janvier 2018 : Antwoord ontvangen op 8 januari 2018 :

La Société nationale des chemins de fer belges (SNCB) précise que son point de vue n’a pas changé : une réouverture du point d’arrêt de Jabbeke n’entraînera pratiquement qu’un glissement des voyageurs, se traduisant par des coûts d’exploitation et d’investissement supplémentaires sans recettes complémentaires. Par ailleurs, un arrêt supplémentaire à Jabbeke serait pénalisant pour les nombreux voyageurs en provenance d’Ostende.

La SNCB ne juge dès lors pas opportune une réouverture de Jabbeke et estime que la desserte des agglomérations entre Ostende et Bruges relève des sociétés régionales de transport en commun.

De Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) wijst erop dat haar standpunt niet gewijzigd is : een heropening van de stopplaats Jabbeke zal haast enkel een verschuiving van de reizigers met zich meebrengen zodat er bijkomende exploitatie- en investeringskosten zijn zonder extra inkomsten. Daarenboven zou een bijkomende stop in Jabbeke penaliserend zijn voor de vele reizigers vanuit Oostende.

De NMBS acht een heropening van Jabbeke dan ook niet aangewezen en is van oordeel dat de bediening van de agglomeraties tussen Oostende en Brugge een taak is van de regionale openbare vervoersmaatschappijen.