SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2016-2017 Zitting 2016-2017
________________
6 octobre 2017 6 oktober 2017
________________
Question écrite n° 6-1573 Schriftelijke vraag nr. 6-1573

de Anne Barzin (MR)

van Anne Barzin (MR)

au ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Inculpés en détention préventive - Comparution - Vidéoconférence - Arrêté royal fixant les modalités d'utilisation - État de la question Inverdenkinggestelden in voorlopige hechtenis - Verschijning - Videoconferentie - Koninklijk besluit tot regeling van het gebruik - Stand van zaken 
________________
détention provisoire
audience judiciaire
vidéocommunication
voorlopige hechtenis
gerechtszitting
videocommunicatie
________ ________
6/10/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 9/11/2017)
18/3/2018Antwoord
6/10/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 9/11/2017)
18/3/2018Antwoord
________ ________
Question n° 6-1573 du 6 octobre 2017 : (Question posée en français) Vraag nr. 6-1573 d.d. 6 oktober 2017 : (Vraag gesteld in het Frans)

La comparution d'inculpés en chambre du conseil ou en chambre des mises en accusation engendre une mobilisation des effectifs policiers et comporte également des risques en termes de sécurité.

Les coûts visant à garantir le bon déroulement de ces déplacements sont importants.

L'évolution des technologies permet d'apporter des solutions.

La loi du 29 janvier 2016 relative à l'utilisation de la vidéoconférence pour la comparution d'inculpés en détention préventive répond à cette situation.

Une entrée en vigueur de cette loi avait été prévue pour septembre 2017, un arrêté royal devant fixer les modalités d'utilisation de cette videoconférence.

Il s'agit d'une mesure attendue notamment par les zones de police locales de toutes les Régions de notre pays qui collaborent au quotidien avec la police fédérale pour assurer la sécurité de tous.

Mes questions sont dès lors les suivantes :

1) L'arrêté royal fixant les modalités pratiques de l'application de ces dispositions est-il prêt ?

2) L'ensemble du matériel nécessaire est-il disponible ?

3) Un phasage est-il prévu pour l'application de ces dispositions ?

4) L'honorable ministre peut-il me dire quel est le délai prévu ?

 

Als inverdenkinggestelden voor de raadkamer dienen te verschijnen, moeten daarvoor veel politieagenten gemobiliseerd worden en brengt dit ook veiligheidsrisico's met zich mee.

De kosten voor het goede verloop van die verplaatsingen lopen hoog op.

De evolutie van de technologie kan hiervoor oplossingen bieden.

De wet van 29 januari 2016 betreffende het gebruik van videoconferentie voor de verschijning van inverdenkinggestelden heeft betrekking op die situatie.

Die wet zou in september 2017 in werking treden, de voorwaarden voor het gebruik van de videoconferentie zouden worden bepaald bij koninklijk besluit.

De lokale politiezones in alle gewesten van het land die dagelijks samenwerken met de f ederale politie om de veiligheid van iedereen te verzekeren, wachten op deze maatregel.

Mijn vragen zijn de volgende:

1) Is het koninklijk besluit voor de praktische regeling van die bepalingen klaar?

2) Is het benodigde materiaal voorhanden?

3) Zal de invoering van die bepalingen gefaseerd verlopen?

4) Binnen welke termijn zal dit gebeuren?

 
Réponse reçue le 18 mars 2018 : Antwoord ontvangen op 18 maart 2018 :

La loi du 29 janvier 2016 relative à l'utilisation de la vidéoconférence pour la comparution d'inculpés en détention préventive prévoit une base légale pour que les inculpés en détention préventive puissent comparaître par vidéoconférence. Conformément à l'article 9 de la loi précitée, un arrêté royal est requis pour déterminer les modalités d’utilisation de la vidéoconférence pour la comparution d'inculpés qui se trouvent en détention préventive.

Un recours en annulation a été déposé contre cette loi auprès de la Cour constitutionnelle. Le jugement de la Cour constitutionnelle est attendu en vue d’élaborer l’arrêté royal.

De wet van 29 januari 2016 betreffende het gebruik van videoconferentie voor de verschijning van inverdenkinggestelden in voorlopige hechtenis voorziet in een wettelijke basis om inverdenkinggestelden in voorlopige hechtenis bij wijze van videoconferentie te laten verschijnen. Er is ingevolge het artikel 9 een koninklijk besluit vereist voor het bepalen van de nadere regels omtrent het gebruik van de videoconferentie voor de verschijning van inverdenkinggestelden die zich in voorlopige hechtenis bevinden.

Tegen deze wet werd een beroep tot vernietiging ingediend bij het Grondwettelijk Hof. De uitspraak van het Grondwettelijk Hof wordt afgewacht om het koninklijk besluit op te stellen.