| SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Session 2016-2017 | Zitting 2016-2017 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| 6 octobre 2017 | 6 oktober 2017 | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question écrite n° 6-1572 | Schriftelijke vraag nr. 6-1572 | ||||||||
de Anne Barzin (MR) |
van Anne Barzin (MR) |
||||||||
au ministre de la Justice |
aan de minister van Justitie |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Obligation scolaire - Contrôle - Dossiers transmis au parquet - Sanctions pénales - Nombre - Collaboration avec les services des Communautés | Schoolplicht - Controle - Dossiers die aan het parket zijn overgemaakt - Strafsancties - Aantal - Samenwerking met de diensten van de Gemeenschappen | ||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| enseignement obligatoire sanction pénale statistique officielle |
schoolplicht strafsanctie officiële statistiek |
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
|
|
||||||||
| ________ | ________ | ||||||||
| Question n° 6-1572 du 6 octobre 2017 : (Question posée en français) | Vraag nr. 6-1572 d.d. 6 oktober 2017 : (Vraag gesteld in het Frans) | ||||||||
La loi du 29 juin 1983 régit l'obligation scolaire. Celle-ci prévoit que le mineur est soumis à l'obligation scolaire pendant une période de douze années commençant à l'année scolaire qui prend cours dans l'année où il atteint l'âge de six ans et se terminant à la fin de l'année scolaire, dans l'année au cours de laquelle il atteint l'âge de dix-huit ans. Elle porte sur tous les mineurs en âge d'obligation scolaire, domiciliés ou résidant sur le territoire belge. En cas de constat d'absence dépassant les neuf demi-journées d'absence injustifiée, le chef d'établissement doit signaler cette information au service de Contrôle de l'obligation scolaire. Celui-ci interpelle alors les responsables légaux de l'enfant. Il existe en Fédération Wallonie-Bruxelles plusieurs services pouvant être sollicités par le service de Contrôle de l'obligation scolaire en fonction du type de situations rencontrées tels que les services d'accrochage scolaire ou d'aide à la jeunesse. S'il l'estime nécessaire, le service peut également transmettre le dossier au parquet. En cas de constat d'infraction relative à l'obligation scolaire, une sanction pénale peut être infligée. Par ailleurs, dans le cadre de l'entrée en vigueur de la réforme de la loi du 8 avril 1965 relative à la protection de la jeunesse, des criminologues ont été engagés auprès des sections " Famille-Jeunesse " des parquets. Ceux-ci sont notamment chargés d'apporter un appui aux magistrats dans le cadre de l'absentéisme scolaire en les assistant dans les dossiers individuels et en établissant des contacts avec les différents acteurs et services concernés (directions des établissements scolaire, police locale). En cette matière, la collaboration entre les Communautés et les parquets est nécessaire. 1) L'honorable ministre peut-il me dire combien de dossier sont transmis aux différents parquets annuellement pour chaque Région sur les cinq dernières années ? 2) Combien de dossiers ont abouti à des sanctions pénales ? 3) Quelle évolution constate-t-on ? 4) Quels constats tire-t-il des collaborations développées par les criminologues des parquets, notamment avec les différents services relevant des Communautés ? |
De wet van 29 juni 1983 regelt de leerplicht. Zij bepaalt dat er voor de minderjarige leerplicht is gedurende de periode van twaalf jaren die aanvangt met het schooljaar dat begint in het jaar waarin hij de leeftijd van zes jaar bereikt en eindigt op het einde van het schooljaar in het jaar tijdens hetwelk hij achttien jaar wordt. De leerplicht geldt voor alle leerplichtige minderjarigen die op het Belgisch grondgebied wonen of verblijven. Wanneer wordt vastgesteld dat een jongere meer dan negen halve dagen onwettig afwezig is, moet het schoolhoofd dit melden aan de dienst die de controle op de leerplicht uitvoert. Die neemt dan contact op met de personen die wettelijk verantwoordelijk zijn voor het kind. In de Franse Gemeenschap bestaan er, naargelang van de specifieke toestand, verschillende diensten die gecontacteerd kunnen worden door de leerplichtcontroledienst, zoals diensten voor de preventie van schoolverzuim of voor jeugdzorg. De leerplichtcontroledienst kan het dossier ook aan het parket overmaken als hij dat nodig acht. In geval van inbreuk op de leerplicht kan een strafsanctie worden opgelegd. In het kader van de inwerkingtreding van de hervorming van de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming werden criminologen aangeworven bij de secties Jeugd en Gezin van de parketten. Hun opdracht is onder meer de magistraten bij te staan in het kader van het schoolverzuim door de begeleiding van individuele dossiers en door het leggen van contacten met de verschillende betrokkenen en bevoegde diensten (schooldirecties, lokale politie). In deze materie is samenwerking tussen de Gemeenschappen en de parketten noodzakelijk. 1) Hoeveel dossiers werden de voorbije vijf jaar jaarlijks aan de verschillende parketten overgemaakt voor elk van de Gewesten? 2) Hoeveel dossiers leidden tot het opleggen van een strafsanctie? 3) Welke evolutie wordt er waargenomen? 4) Welke vaststellingen doet de minister op basis van de samenwerking van de verschillende diensten van de Gemeenschappen met de criminologen van de parketten? |
||||||||
| Réponse reçue le 11 janvier 2018 : | Antwoord ontvangen op 11 januari 2018 : | ||||||||
1) à 3) La banque de données statistiques du Collège des procureurs généraux ne comporte, à ce stade, pas de chiffres relatifs aux parquets « police ». Les seules données disponibles concernent les affaires correctionnelles. 4) Bien que l’intervention des parquets en matière d’absentéisme scolaire soit subsidiaire à celle des Communautés, cette matière constitue une préoccupation importante pour le ministère public. Les criminologues de parquet « famille-jeunesse », dont les attributions sont précisées dans la circulaire n° COL 8/2007 du Collège des procureurs généraux, se sont vu octroyer des attributions dans la matière de l’absentéisme scolaire, tant en ce qui concerne le lien avec les services des Communautés qui veillent à trouver des solutions permettant à un enfant déscolarisé de réintégrer un parcours scolaire adéquat qu’en ce qui concerne l’appui au procureur du Roi dans les dossiers individuels que ce dernier choisit de lui transmettre. Il sera toutefois précisé que l'intervention dans ce cadre s’inscrit dans l’analyse des situations relatives aux mineurs en danger, au sens du décret relatif à l’aide à la jeunesse du 4 mars 1991, du décret flamand relatif à l’aide à la jeunesse du 12 juillet 2013 et de l’ordonnance bruxelloise relative à l’aide à la jeunesse du 29 avril 2004. Selon ces dispositions, il convient, pour pouvoir valablement saisir le juge de la jeunesse, d’avoir au préalable tenté de mettre en œuvre l’aide volontaire organisée par les Communautés. En effet, l’expérience montre également que, dans le cadre d’une saisine du juge de la jeunesse, l’absentéisme scolaire est rarement une problématique isolée. Elle est plutôt la conséquence d’une situation nécessitant une aide spécialisée à différents niveaux, qui est également dispensée par les Communautés. Exerçant précisément une mission de relais, les criminologues du secteur de la jeunesse au sein des parquets sont en contact avec les services de contrôle de l’obligation scolaire, tant du côté francophone que du côté néerlandophone. Des réunions sont ensuite organisées dans les parquets auxquelles ces criminologues participent. Ainsi, du côté néerlandophone, des lignes directrices relatives à la prise en charge de l’absentéisme scolaire ont, en collaboration avec les criminologues, fait l’objet d’un accord entre le secteur de l’enseignement, la police locale et l’« Agentschap Jongerenwelzijn », dans le respect des règles qui président le décret communautaire relatif à l’aide intégrale de la jeunesse du 12 juillet 2013. Ces directives créent un cadre dans lequel les partenaires locaux ont la possibilité d’échanger afin de favoriser une prise en charge articulée de la problématique. Cette prise en charge articulée existe également du côté francophone. |
1) tot 3) De gegevensbank statistieken van het College van procureurs-generaal bevat momenteel geen cijfers met betrekking tot de « politie »-parketten. De enige beschikbare gegevens hebben betrekking op de correctionele zaken. 4) Hoewel het optreden van de parketten inzake spijbelen subsidiair is aan dat van de Gemeenschappen, vormt deze aangelegenheid een aanzienlijke zorg voor het openbaar ministerie. Aan de criminologen van het « familie-jeugd »-parket, wiens bevoegdheden worden vermeld in de circulaire nr. COL 8/2007 van het College van procureurs-generaal, werden inzake spijbelen bevoegdheden toegekend, zowel op het vlak van de band met de diensten van de Gemeenschappen die erop toezien dat oplossingen worden gevonden zodat een schoolverlater in een gepast schooltraject kan worden geïntegreerd, als op het vlak van de ondersteuning van de procureur des Konings in de individuele dossiers die hij hen wenst over te zenden. Er wordt evenwel onderstreept dat het optreden in dat kader past in de analyse van de situaties inzake de minderjarigen in gevaar, in de zin van het decreet van 4 maart 1991 inzake de hulpverlening aan de jeugd, het Vlaams decreet 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp van en de Brusselse ordonnantie van 29 april 2004 inzake hulpverlening aan jongeren. Volgens die bepalingen moet vooraf worden getracht om de vrijwillige hulpverlening georganiseerd door de Gemeenschappen uit te voeren, voordat de zaak op geldige wijze bij de jeugdrechter aanhangig kan worden gemaakt. De ervaring leert immers dat, in het kader van een aanhangigmaking bij de jeugdrechter, spijbelen zelden een geïsoleerd probleem is. Het is veeleer het gevolg van een situatie die een gespecialiseerde hulpverlening op verschillende niveaus vereist, die eveneens door de Gemeenschappen wordt verstrekt. Aangezien de criminologen van de jeugdsector in de parketten precies een opdracht als tussenpersoon vervullen, staan zij in contact met de diensten voor het toezicht op de leerplicht, zowel aan Nederlands- als Franstalige kant. Vervolgens worden in de parketten vergaderingen belegd waaraan die criminologen deelnemen. Zo vormen de richtsnoeren inzake de tenlasteneming van het spijbelen aan Nederlandstalige kant het voorwerp van een akkoord tussen de onderwijssector, de lokale politie en het Agentschap Jongerenwelzijn met medewerking van de criminologen en met inachtneming van de regels die het gemeenschapsdecreet van 12 juli 2013 betreffende de integrale jeugdhulp regelen. Die richtsnoeren vormen een kader waarin de lokale partners de mogelijkheid hebben om informatie uit te wisselen teneinde een gecoördineerde tenlasteneming van het probleem te bevorderen. Die gecoördineerde tenlasteneming bestaat ook aan Franstalige kant. |