SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2016-2017 Zitting 2016-2017
________________
5 mai 2017 5 mei 2017
________________
Question écrite n° 6-1431 Schriftelijke vraag nr. 6-1431

de Peter Van Rompuy (CD&V)

van Peter Van Rompuy (CD&V)

au ministre des Pensions

aan de minister van Pensioenen
________________
Personnes de plus de soixante-cinq ans - Activités bénévoles - Revenus complémentaires Vijfenzestigplussers - Vrijwillige activiteiten - Bijverdiensten 
________________
personne retraitée
personne âgée
bénévolat
travail non rémunéré
déclaration d'impôt
régime de retraite
cumul de revenus
Service fédéral des pensions
gepensioneerde
bejaarde
vrijwilligerswerk
onbetaald werk
belastingaangifte
pensioenregeling
cumulatie van inkomsten
Federale pensioendienst
________ ________
5/5/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/6/2017)
9/6/2017Antwoord
5/5/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 8/6/2017)
9/6/2017Antwoord
________ ________
Question n° 6-1431 du 5 mai 2017 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-1431 d.d. 5 mei 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Motivation du caractère transversal de la question écrite : la mobilisation des bénévoles est une responsabilité partagée.

D'où les questions suivantes :

1) Afin d'avoir une idée des activités (bénévoles) des personnes de plus de soixante-cinq ans, je voudrais obtenir un aperçu, depuis 2010 et exprimé en pourcentage, du nombre de personnes de plus de soixante-cinq ans qui ont le droit de travailler.

2) Quel pourcentage du nombre autorisé de personnes de plus de soixante-cinq ans ont-elles effectivement déclaré leurs revenus complémentaires ?

3) Comment le ministre évalue-t-il ces données ?

 

Motivering van het transversale karakter van de schriftelijke vraag : het mobiliseren van vrijwilligers is een gedeelde verantwoordelijkheid.

Daarom de volgende vragen :

1) Teneinde een inzicht te krijgen in de (vrijwillige) activiteiten van vijfenzestigplussers, verzoek ik u om een procentueel overzicht van het aantal vijfenzestigplussers die het recht hebben om bij te werken, vanaf 2010.

2) Hoeveel procent van het gerechtigd aantal vijfenzestigplussers hebben ook effectief hun bijverdiensten officieel aangegeven ?

3) Hoe beoordeelt de geachte minister deze gegevens ?

 
Réponse reçue le 9 juin 2017 : Antwoord ontvangen op 9 juni 2017 :

1) En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de communiquer à l’honorable membre ce qui suit.

Tant dans les législations précédentes que dans la législation actuelle, les pensionnés âgés de plus de soixante-cinq ans ont le droit de percevoir des revenus d’appoint. Par le passé, en tenant compte de certains plafonds, actuellement, de manière illimitée.

Depuis le 1er janvier 2015, tous les pensionnés de plus de soixante-cinq ans ont le droit de se constituer des revenus supplémentaires.

Veuillez trouver ci-dessous un tableau reprenant, pour la période 2010-2015, le nombre de personnes âgées de plus de soixante-cinq ans qui exercent une activité bénévole, d’après les informations qui m’ont été communiquées par le Service fédéral des pensions (SFP) :

2010

2011

2012

2013

2014

2015

15 172

14 945

17 006

23 456

31 325

30 192

J’attire votre attention sur le fait que le SFP ne dispose pas encore des chiffres pour l’année 2016.

2) Ces pensionnés ne sont plus tenus d’informer au préalable le Service fédéral des pensions de leur activité. Les revenus issus de l’activité professionnelle de tous les pensionnés sont contrôlés par le SFP. Bien entendu, le SFP ne peut contrôler que les pensionnés qui exercent leur travail dans le circuit officiel.

3) Il ressort des chiffres qui vous ont été communiqués ci-dessus que les mesures prises par le gouvernement en vue de maintenir les travailleurs plus âgés au travail portent leurs fruits.

J’attire votre attention sur le fait que l’augmentation à partir de 2013 s’explique par la possibilité offerte aux personnes âgées de plus de soixante-cinq ans de percevoir des revenus d’appoint de manière illimitée.

1) In antwoord op zijn vragen, heb ik de eer om het geachte lid het volgende mee te delen.

Zowel in de huidige legislatuur als in de voorgaande legislaturen, hebben de gepensioneerden die de leeftijd hebben bereikt van vijfenzestig jaar het recht om bij te verdienen. In het verleden door rekening te houden met een aantal grensbedragen, tegenwoordig onbeperkt.

Sinds 1 januari 2015 hebben alle gepensioneerden ouder dan vijfenzestig jaar het recht om bijkomende inkomsten op te bouwen.

Hieronder vindt u een tabel met het aantal personen ouder dan vijfenzestig jaar die, voor de periode 2010-2015, vrijwilligerswerk verrichten, volgens de gegevens die mij werden overgemaakt door de Federale Pensioendienst (FPD) :

2010

2011

2012

2013

2014

2015

15 172

14 945

17 006

23 456

31 325

30 192

Ik vestig uw aandacht op het feit dat de FPD nog niet beschikt over de cijfers voor het jaar 2016.

2) Deze gepensioneerden zijn er niet langer toe gehouden de Federale Pensioendienst te informeren over hun activiteit. De inkomsten afkomstig uit de beroepsactiviteit van alle gepensioneerden worden gecontroleerd door de FPD. Uiteraard kan de FPD enkel de gepensioneerden controleren die hun werk uitoefenen in het officiële circuit.

3) Uit de cijfers die u hierboven werden meegedeeld, blijkt dat de maatregelen die werden genomen door regering met het oog op het behouden van de oudere werknemers op de arbeidsmarkt, hun vruchten afwerpen.

Ik vestig uw aandacht op het feit dat de toename vanaf 2013 verklaard wordt door de mogelijkheid die is aangeboden aan de personen ouder dan vijfenzestig jaar, om onbeperkt bij te verdienen.