SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2016-2017 Zitting 2016-2017
________________
14 avril 2017 14 april 2017
________________
Question écrite n° 6-1372 Schriftelijke vraag nr. 6-1372

de Christie Morreale (PS)

van Christie Morreale (PS)

à la secrétaire d'État à la Lutte contre la pauvreté, à l'Égalité des chances, aux Personnes handicapées, et à la Politique scientifique, chargée des Grandes Villes, adjointe au Ministre de la Sécurité et de l'Intérieur

aan de staatssecretaris voor Armoedebestrijding, Gelijke Kansen, Personen met een beperking, en Wetenschapsbeleid, belast met Grote Steden, toegevoegd aan de Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken
________________
Associations actives dans la lutte contre les mutilations génitales féminines - Subsides - Supression Verenigingen die strijden tegen vrouwelijke genitale verminking - Subsidies - Afschaffing 
________________
mutilation sexuelle
association
soutien économique
condition féminine
seksuele verminking
vereniging
economische steun
positie van de vrouw
________ ________
14/4/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 18/5/2017)
3/12/2018Rappel
9/12/2018Dossier gesloten
14/4/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 18/5/2017)
3/12/2018Rappel
9/12/2018Dossier gesloten
________ ________
Heringediend als : schriftelijke vraag 6-2247 Heringediend als : schriftelijke vraag 6-2247
________ ________
Question n° 6-1372 du 14 avril 2017 : (Question posée en français) Vraag nr. 6-1372 d.d. 14 april 2017 : (Vraag gesteld in het Frans)

Il y a quelques mois, j'interrogeais votre prédecesseure sur le fait qu'à partir du 1er janvier 2017, à la suite des lourdes courbes budgétaires prise par le gouvernement dans le cadre des mesures d'économies qui touchent les institutions publiques, l'Institut pour l'égalité des femmes et des hommes ne sera plus en mesure d'octroyer de subsides aux associations actives en matière d'égalité des genres ou aux projets ayant pour finalité la réalisation de l'égalité des genres.

Il s'agit d'une matière transversale, parce que l'égalité entre les hommes et les femmes concerne aussi bien le niveau fédéral que celui des entités fédérées. Se pose dès lors la question des répercussions sur ces dernières. En effet, il ne faudrait pas que les lacunes du fédéral se répercutent sur les entités fédérées. Pourriez-vous me dire à combien se chiffre la perte de ces subsides ?

Par ailleurs, il me revient que les associations de lutte contre les mutilations génitales féminines se retrouvent également en difficulté à la suite de ces coupes budgétaires. En Belgique, les mutilations ge?nitales fe?minines (MGF) concernent plus de 13.000 femmes et plus de 4.000 fillettes qui risquent une MGF. La lutte contre les MGF fait pourtant partie des priorités du Plan d'action national (2015-2019) de lutte contre les violences à l'encontre des femmes. De plus, la Convention d'Istanbul (Convention du Conseil de l'Europe sur la pre?vention et la lutte contre la violence a? l'e?gard des femmes et la violence domestique), entre?e en vigueur en Belgique en juillet 2016), pre?voit explicitement que les organisations qui luttent contre les violences faites aux femmes doivent e?tre soutenues financie?rement.

A titre d'exemple, l'asbl INTACT qui est devenue un centre d'expertise juridique en la matie?re et unique en Europe voit aujourd'hui ses subsides publics réduits très fortement, cela risquant d'entraver pour le futur le de?veloppement des activite?s de pre?vention et de protection des MGF partout en Belgique.

Des solutions de soutien à ces associations sont-elles envisagées? Sinon quelles sont les mesures prises pour faire face à cette perte d'expertise ? Ne craignez-vous pas, avec la disparition de telles associations qui réalisent un travail de prévention considérable, un manque de suivi des victimes ainsi qu'une augmentation en Belgique du nombre de victimes de MGF et par là le non-respect du plan d'action national de lutte contre toutes les formes de violence basée sur le genre ?

 

Enkele maanden geleden ondervroeg ik uw voorgangster over het feit dat vanaf 1januari 2017 ten gevolge van begrotingsaanpassingen ingegeven door de besparingen bij de overheidsinstellingen, het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen niet langer subsidies zal kunnen verstrekken aan verenigingen die actief zijn op het stuk van gendergelijkheid of aan projecten waarmee geijverd wordt voor gendergelijkheid.

Het gaat om een transversale aangelegenheid omdat de gelijkheid van mannen en vrouwen zowel van belang is op het federale niveau als op dat van de deelgebieden. De vraag rijst wat de weerslag zal zijn op het niveau van de deelgebieden. De lacunes op het federale niveau mogen geen terugslag hebben op de deelgebieden. Hoeveel bedragen de geschrapte subsidies?

Naar verluidt zouden de verenigingen die strijden tegen genitale verminking van vrouwen, ook in moeilijkheden gekomen zijn na bezuinigingen. Meer dan 13.000 vrouwen in België kregen te maken met vrouwelijke genitale verminking (VGV) en 4000 meisjes lopen gevaar op VGV. De strijd tegen VGV is nochtans één van de prioriteiten van het nationaal actieplan ter bestrijding van alle vormen van gendergerelateerd geweld (2015-2019). Bovendien bepaalt de Conventie van Istanbul (Conventie van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld) uitdrukkelijk dat de organisaties die strijden tegen geweld tegen vrouwen financieel dienen te worden ondersteund.

Zo zijn de subsidies voor de vzw INTACT, dat een juridisch expertisecentrum is geworden betreffende VGV dat enig is in Europa, nu zo sterk verminderd dat de ontwikkeling van preventieve acties ter bescherming tegen VGV in België in de toekomst dreigt weg te vallen.

Worden er oplossingen overwogen voor die verenigingen? Welke maatregelen worden er genomen om dit verlies van expertise op te vangen? Vreest u niet dat als dergelijke verenigingen, die gedegen preventiewerk doen, verdwijnen, de slachtoffers niet meer zullen opgevolgd worden en het aantal slachtoffers van VGV in België zal stijgen, wat zal leiden tot de niet-naleving van het nationaal actieplan ter bestrijding van alle vormen van gendergerelateerd geweld?