SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2016-2017 Zitting 2016-2017
________________
21 février 2017 21 februari 2017
________________
Question écrite n° 6-1295 Schriftelijke vraag nr. 6-1295

de Peter Van Rompuy (CD&V)

van Peter Van Rompuy (CD&V)

au vice-premier ministre et ministre de la Sécurité et de l'Intérieur, chargé de la Régie des bâtiments

aan de vice-eersteminister en minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, belast met de Regie der gebouwen
________________
Combattants partis pour la Syrie et rentrés dans notre pays - Enquêtes - Registre de la population - Radiation Uitgeweken en teruggekeerde Syriëstrijders - Onderzoeken - Bevolkingsregister - Schrapping 
________________
terrorisme
extrémisme
Syrie
registre d'état civil
statistique officielle
radicalisation
terrorisme
extremisme
Syrië
bevolkingsregister
officiële statistiek
radicalisering
________ ________
21/2/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 23/3/2017)
10/4/2017Rappel
13/6/2017Rappel
17/4/2018Rappel
9/12/2018Dossier gesloten
21/2/2017Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 23/3/2017)
10/4/2017Rappel
13/6/2017Rappel
17/4/2018Rappel
9/12/2018Dossier gesloten
________ ________
Heringediend als : schriftelijke vraag 6-2272 Heringediend als : schriftelijke vraag 6-2272
________ ________
Question n° 6-1295 du 21 février 2017 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-1295 d.d. 21 februari 2017 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Motivation du caractère transversal de la question écrite: les effets sur les compétences des Communautés et/ou des Régions sont les suivants :la lutte contre la radicalisation violente requiert une approche intégrée et d'intenses échanges d'informations entre le niveau fédéral et les entités fédérées.

Cette question se situe dans le prolongement de la question écrite n° 6-934 du 25 avril 2016. Dans le cadre de la lutte contre la radicalisation violente et contre le terrorisme, il est essentiel que les combattants partis en Syrie fassent l'objet d'un suivi par le biais des registres de la population.

D'où les questions suivantes :

1) Combien d'enquêtes ont-elles été menées en 2016 sur des combattants revenus de Syrie ?

a) Parmi ces combattants, combien avaient la nationalité belge ?

b) Combien avaient-ils déjà été radiés des registres de la population ?

c) Combien avaient-ils fait l'objet d'un contrôle positif du domicile ?

d) Combien avaient-ils déménagé ?

e) Pour combien d'entre eux une enquête est-elle toujours en cours ?

f) Combien de dossiers ont-ils été transmis à l'Office des étrangers ?

g) Parmi les personnes concernées, combien ont-elles été rayées d'office ?

2) Combien de combattants partis pour la Syrie sont-ils déjà revenus ?

a) Combien d'entre eux avaient-ils toujours leur domicile en Belgique ?

b) Combien de fois l'Office des étrangers a-t-il dû se prononcer sur le retour d'un combattant parti pour la Syrie qui avait été rayé du registre de la population ? Quel en a été le résultat ?

3) Que pense le ministre de ces chiffres ?

 

Motivering van het transversale karakter van de schriftelijke vraag : de gevolgen voor de bevoegdheden van de Gemeenschappen en / of de Gewesten zijn de volgende : de strijd tegen gewelddadige radicalisering vergt een geïntegreerde aanpak en een sterke informatie-uitwisseling tussen het federale niveau en de deelstaten.

Deze vraag is gesteld in opvolging van schriftelijke vraag nr. 6-934 van 25 april 2016. Het is essentieel in het kader van de strijd tegen gewelddadige radicalisering en de bestrijding van terreur dat uitgeweken Syriëstrijders via de bevolkingsregisters opgevolgd worden.

Daarom volgende vragen :

1) Hoeveel onderzoeken werden in 2016 gevoerd naar teruggekeerde Syriëstrijders ?

a) Hoeveel van hen hadden een Belgische nationaliteit ?

b) Hoeveel van hen bleken reeds uit de bevolkingsregisters afgevoerd ?

c) Hoeveel hadden een positieve woonstcontrole ?

d) Hoeveel waren verhuisd ?

e) Bij hoeveel is het onderzoek nog lopende ?

f) Hoeveel dossiers werden doorgegeven aan de Dienst vreemdelingenzaken ?

g) Hoeveel van hen werden van ambtswege geschrapt ?

2) Hoeveel uitgeweken Syriëstrijders kwamen reeds terug ?

a) Hoeveel van hen hadden nog hun domicilie in België ?

b) Hoeveel keer moest de Dienst vreemdelingenzaken reeds een terugkeer van uitgeweken Syriëstrijder die uit het bevolkingsregister was geschrapt, beoordelen ? Wat was hiervan het resultaat ?

3) Hoe beoordeelt de geachte minister deze cijfers ?