SÉNAT DE BELGIQUE | BELGISCHE SENAAT | ||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
Session 2016-2017 | Zitting 2016-2017 | ||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
24 novembre 2016 | 24 november 2016 | ||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
Question écrite n° 6-1139 | Schriftelijke vraag nr. 6-1139 | ||||||||||||
de Peter Van Rompuy (CD&V) |
van Peter Van Rompuy (CD&V) |
||||||||||||
au ministre des Finances, chargé de la Lutte contre la fraude fiscale |
aan de minister van Financiën, belast met de Bestrijding van de fiscale fraude |
||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
Volontaires - Indemnités - Paiement par une personne morale privée ayant une autre forme que celle d'association sans but lucratif (ASBL) - Traitement fiscal et social | Vrijwilligers - Vergoeding - Betaling vanuit een andere private rechtspersoon dan een vereniging zonder winstoogmerk (vzw) - Fiscale en sociale behandeling | ||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
bénévolat société sans but lucratif impôt des personnes physiques travail non rémunéré |
vrijwilligerswerk organisatie zonder winstoogmerk belasting van natuurlijke personen onbetaald werk |
||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
|
|
||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1137 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1138 |
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1137 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 6-1138 |
||||||||||||
________ | ________ | ||||||||||||
Question n° 6-1139 du 24 novembre 2016 : (Question posée en néerlandais) | Vraag nr. 6-1139 d.d. 24 november 2016 : (Vraag gesteld in het Nederlands) | ||||||||||||
Motivation du caractère transversal de la question écrite: les conséquences sur les compétences des Communautés et/ou Régions sont les suivantes: la mobilisation de volontaires est une responsabilité partagée. La loi du 3 juillet 2005 relative aux droits des volontaires traite, en son chapitre VII (articles 10 à 12), des indemnités perçues dans le cadre du volontariat. Le volontariat s'exerce généralement chez une personne morale privée ayant la forme d'association sans but lucratif. Je souhaiterais donc vous poser les questions suivantes. 1) Une personne morale privée autre qu'une ASBL peut-elle verser une indemnité de volontariat (bénéficiant d'un traitement fiscal et social avantageux)? 2) Dans l'affirmative, quelle forme cette personne morale doit-elle avoir? 3) Dans la négative, dans quelle mesure le traitement fiscal et social de cette indemnité diffère-t-il de celui d'une indemnité versée par une ASBL? |
Motivering van het transversale karakter van de schriftelijke vraag : de gevolgen voor de bevoegdheden van de Gemeenschappen en / of de Gewesten zijn de volgende : het mobiliseren van vrijwilligers is een gedeelde verantwoordelijkheid. De wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers behandelt in hoofdstuk VII (artikelen 10 tot en met 12) de vergoedingen voor vrijwilligerswerk. Vrijwilligerswerk is veelal gelinkt aan de vorm van een vereniging zonder winstoogmerk (vzw). Daarom heb ik de volgende vragen : 1) Is het mogelijk een vrijwilligersvergoeding (met de daaraan verbonden voordelige fiscale en sociale behandeling) uit te betalen vanuit een andere private rechtspersoon dan een vzw ? 2) Zo ja, welke ? 3) Zoniet, in welke mate verschilt de fiscale en sociale behandeling van deze uitbetaalde vergoeding ? |
||||||||||||
Réponse reçue le 24 janvier 2017 : | Antwoord ontvangen op 24 januari 2017 : | ||||||||||||
Sur le plan fiscal, la circulaire administrative n° Ci.RH.241/509.803 du 05.03.1999 et ses addenda déterminent le champ d’application du régime fiscal des dispositions pour activités de bénévolat, compte tenu des limites de la loi du 03.07.2005. Pour ce qui concerne la personne pour compte de laquelle l’activité est exercée, lorsque cette personne dispose de la personnalité juridique telle qu’une ASBL, mutuelle, un service public ou un organisme d’intérêt public, une commune ou un Centre public d’action sociale (CPAS) etc., il doit s’agir de personnes morales qui ne se livrent pas à une exploitation ou à des opérations de caractère lucratif. Les personnes morales sans but lucratif qui se livrent à des activités de ce type et qui sont assujetties à l’impôt des sociétés, sont exclues explicitement de l’application par la circulaire. Une ASBL n’est pas une société au sens du Code des sociétés, mais une association sans but lucratif. Pour ce qui concerne « les entités du droit des sociétés », une société à finalité sociale, exclue de l’application de l’impôt des sociétés et donc assujettie à l’impôt des personnes morales, peut faire application du régime fiscal des indemnités pour activités de bénévolat (voir aussi la réponse à la question parlementaire n° 270 du 30.03.2015 posée par le député Stefaan Vercamer). |
Op fiscaal vlak leggen de administratieve circulaire nr. Ci.RH.241/509.803 van 05.03.1999 en de addenda hieraan, rekening houdend met de bepalingen van de wet van 03.07.2005, het toepassingsgebied vast van het belastingstelsel van de vergoedingen voor vrijwilligerswerk. Wat de opdrachtgevers met rechtspersoonlijkheid betreft, zoals een VZW, een ziekenfonds, een openbare dienst of een instelling van openbaar nut, een gemeente, een Openbaar Centrum voor maatschappelijk welzijn (OCMW) enz., moet het gaan om rechtspersonen zonder winstoogmerk, die geen onderneming exploiteren of zich niet bezighouden met verrichtingen van winstgevende aard. De rechtspersonen die dat wel doen en die aan de vennootschapsbelasting zijn onderworpen, worden door de circulaire expliciet uitgesloten van de toepassing. Een VZW is geen vennootschap in de zin van het Wetboek van vennootschappen, maar een vereniging zonder winstoogmerk. Wat de ‘vennootschapsrechtelijke entiteiten’ betreft, kan ik u meedelen dat een vennootschap met sociaal oogmerk die uit de toepassing van de vennootschapsbelasting wordt gesloten en dus aan de rechtspersonenbelasting is onderworpen, toepassing kan maken van het beoogde belastingstelsel van de vergoedingen voor vrijwilligerswerk (zie ook het antwoord op de parlementaire vraag nr. 270 van 30.03.2015 gesteld door volksvertegenwoordiger Stefaan Vercamer). |