SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2015-2016 Zitting 2015-2016
________________
3 octobre 2016 3 oktober 2016
________________
Question écrite n° 6-1044 Schriftelijke vraag nr. 6-1044

de Christie Morreale (PS)

van Christie Morreale (PS)

à la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique

aan de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid
________________
Commission d'évaluation de la loi du 3 avril 1990 relative à l'interruption de grossesse - Rapport annuel - Publication - Récolte et traitement d'informations depuis 2011 Commissie voor de evaluatie van de wet van 3 april 1990 betreffende de zwangerschapsafbreking - Jaarverslag - Publicatie - Verzameling en verwerking van gegevens sedert 2011 
________________
traitement des données
rapport d'activité
Commission nationale d'évaluation en matière d'interruption de la grossesse
recrutement
gegevensverwerking
verslag over de werkzaamheden
Nationale Evaluatiecommissie inzake zwangerschapsafbreking
aanwerving
________ ________
3/10/2016Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 3/11/2016)
26/10/2016Antwoord
3/10/2016Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 3/11/2016)
26/10/2016Antwoord
________ ________
Question n° 6-1044 du 3 octobre 2016 : (Question posée en français) Vraag nr. 6-1044 d.d. 3 oktober 2016 : (Vraag gesteld in het Frans)

La loi du 13 août 1990 visant à créer une Commission d'évaluation de la loi du 3 avril 1990 relative à l'interruption de grossesse confie une série de missions à cette dernière. L'article 1er, § 3, de cette loi prévoit, parmi les tâches que la Commission se doit d'assurer, la rédaction d'un rapport statistique élaboré sur base des informations recueillies auprès des pouvoirs et organismes concernant le planning familial.

Les chiffres officiels sont, comme vous le savez, fournis dans un rapport élaboré par la Commission nationale d'évaluation tous les deux ans. Or, comme je le soulevais récemment dans une question antérieure (question écrite n° 6-701), plus aucun rapport n'a été édité depuis 2012. Les derniers chiffres disponibles et rassemblés par la Commission sont ceux figurant au dernier rapport pour l'année 2010-2011. En effet, celle-ci peinait à recruter des membres : les critères de désignation tels que définis par la loi du 13 août 1990 étaient très difficilement remplis.

Un nouvel appel à candidatures vient d'être réalisé en juillet 2016 à la suite des modifications législatives apportées par la loi du 16 juin 2016 à la loi visant à créer la Commission IVG, l'objectif étant d'assouplir les critères légaux de désignation des membres de manière à ouvrir le nombre de candidatures admissibles. Cela devrait dès lors prendre encore un certain temps avant de voir la Commission à nouveau sur pied.

Voici donc plusieurs années que nous nous retrouvons dans une situation grave où la loi ne peut plus être appliquée et respectée. Les chiffres officiels ne sont plus disponibles depuis cinq ans, ce qui ne permet pas une évaluation juste et efficace de la pratique de l'interruption volontaire de grossesse (IVG), comme le recommande pourtant la loi ci-mentionnée. Cette question concerne la compétence du fédéral : la Commission IVG relève de la Chambre des représentants, mais elle travaille en étroite collaboration avec les centres de planning familial qui relèvent, pour la partie francophone du pays, de la Région wallonne et de la Commission communautaire francophone (COCOF). La transversalité de la matière est dès lors établie.

Il me revient que, parmi le cadre administratif dont dispose la commission, quatre (équivalents) temps plein sont normalement détachés des services publics afin de mener à bien la récolte d'informations. Pouvez-vous me confirmer que depuis le dernier rapport 2010-2011, la collecte et le traitement d'informations auprès des pouvoirs et organismes de planning familial ont bien continué, et que si la Commission devait être recomposée d'ici plusieurs mois, elle serait prête à publier les chiffres concernant les années 2012 à 2016 ?

 

De wet van 13 augustus 1990 houdende oprichting van een commissie voor de evaluatie van de wet van 3 april 1990 betreffende de zwangerschapsafbreking belast die commissie met een aantal opdrachten.Volgens artikel 1, § 3, bepaalt de wet dat de commissie onder meer een statistisch verslag opstelt op basis van inlichtingen ingewonnen bij overheden en instellingen met betrekking tot het beleid inzake gezinsplanning.

U weet dat de officiële cijfers bekendgemaakt worden in een verslag dat om de twee jaar door de Nationale Evaluatiecommissie wordt opgesteld. Zoals ik in een eerdere vraag heb opgemerkt (schriftelijke vraag nr. 6-701), werd er geen enkel verslag meer gepubliceerd sedert 2012. De recentste beschikbare cijfers die door de Commissie verzameld werden, zijn die welke vermeld waren in het laatste jaarverslag over de jaren 2010-2011. De Commissie heeft moeite om leden te recruteren: de criteria voor de aanwijzing, zoals vermeld in de wet van 13 augustus 1990, worden moeilijk vervuld.

In juli 2016 werd een nieuwe oproep tot kandidaten gedaan, nadat de wet tot oprichting van de evaluatiecommissie betreffende de zwangerschapsafbreking gewijzigd werd door de wet van 16 juni 2016, met als doel de wettelijke criteria voor de aanwijzing van leden te versoepelen en voldoende geldige kandidaturen te krijgen. Het zal dus wellicht nog een tijdje duren voor de Commissie weer is samengesteld.

Al enkele jaren verkeren we dus in een bedenkelijke situatie omdat de wet niet kan worden toegepast en nageleefd. De officiële cijfers zijn al vijf jaar niet meer beschikbaar, waardoor een correcte en doeltreffende evaluatie van de vijwillige zwangerschapsafbreking zoals door de voornoemde wet wordt aanbevolen, niet mogelijk is. Deze vraag betreft een federale aangelegenheid: de Evaluatiecommissie betreffende de zwangerschapsafbreking brengt verslag uit aan de Kamer van volksvertegenwoordigers, maar werkt nauw samen met de centra voor gezinsplanning, die in het Franstalige landsgedeelte afhangen van het Waals Gewest en van de Franse Gemeenschapscommissie(COCOF). Het staat vast dat het om een transversale materie gaat.

Ik heb vernomen dat binnen het administratief kader van de Commissie normaal vier voltijds equivalenten van de overheidsdiensten gedetacheerd worden om de gegevens te verzamelen. Kunt u bevestigen dat sedert het laatste verslag over 2010-2011 het verzamelen en verwerken van inlichtingen vanuit de overheden en instellingen inzake gezinsplanning wel degelijk is doorgegaan en dat als de Commissie over enkele maanden weer wordt samengesteld, ze in staat zou zijn om de cijfers van de jaren 2012 tot 2016 te publiceren?

 
Réponse reçue le 26 octobre 2016 : Antwoord ontvangen op 26 oktober 2016 :

Je tiens à rappeler qu’il revient à la Chambre des Représentants à présenter une liste double de candidats sur laquelle sont nommés les membres de la Commission nationale d'évaluation chargée d'évaluer l'application des dispositions relatives à l'interruption de grossesse. Les rapports de la Commission sont établis à l’attention du Parlement.

Bien que le processus de renouvellement de la Commission soit toujours en cours, le secrétariat continue de récolter, traiter et encoder les données et de préparer les rapports bisannuels.

Dès que la Commission aura repris ses travaux, le projet des rapports bisannuels, portant sur les années 2012 – 2013 et 2014 – 2015 lui sera transmis. Le rapport suivant portera sur les données 2016-2017 et devrait être publié en 2018.

Ik herinner er aan dat het aan de Kamer van Volksvertegenwoordigers toekomt een dubbele lijst van kandidaten voor te dragen waaruit de leden van de Nationale Evaluatiecommissie inzake de toepassing van de wetgeving betreffende de zwangerschapsafbreking worden benoemd. De verslagen van de Commissie worden opgesteld ten behoeve van het Parlement.

Hoewel de procedure voor de hernieuwing van de Commissie nog steeds aan de gang is gaat het secretariaat door met het inzamelen, verwerken en coderen van de gegevens en met het voorbereiden van de tweejaarlijkse rapporten.

Van zodra de Commissie haar werkzaamheden heeft hervat zal het ontwerp van de tweejaarlijkse rapporten betreffende de jaren 2012 – 2013 en 2014 – 2015 aan haar worden bezorgd. Het volgende rapport zal handelen over de gegevens 2016-2017 en zou in 2018 gepubliceerd moeten worden.