SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2015-2016 Zitting 2015-2016
________________
20 septembre 2016 20 september 2016
________________
Question écrite n° 6-1023 Schriftelijke vraag nr. 6-1023

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au ministre de la Mobilité, chargé de Belgocontrol et de la Société nationale des chemins de fer belges

aan de minister van Mobiliteit, belast met Belgocontrol en de Nationale Maatschappij der Belgische spoorwegen
________________
Tracteurs et semi-remorques - Identification - Collaboration avec les Régions Opleggers-Trekkers - Identificatie - Samenwerking met de gewesten 
________________
véhicule utilitaire
sécurité routière
politique des transports
immatriculation de véhicule
bedrijfsvoertuig
verkeersveiligheid
vervoerbeleid
registratie van een voertuig
________ ________
20/9/2016Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 20/10/2016)
11/9/2017Rappel
18/1/2018Antwoord
20/9/2016Verzending vraag
(Einde van de antwoordtermijn: 20/10/2016)
11/9/2017Rappel
18/1/2018Antwoord
________ ________
Question n° 6-1023 du 20 septembre 2016 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 6-1023 d.d. 20 september 2016 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Depuis la sixième réforme de l'État, de larges pans de la politique de mobilité ont été transférés aux Régions; c'est notamment le cas de la sécurité routière.

Les numéros de plaques minéralogiques des véhicules relèvent cependant toujours de la compétence de l'autorité fédérale.

La politique de sécurité routière des Régions pâtit toutefois des règles de l'autorité fédérale relatives aux numéros de plaques minéralogiques.

Un des problème rencontrés est l'identification des semi-remorques étrangers. En cas d'infraction ou d'accident impliquant des chauffeurs de poids lourds étrangers, on ne note généralement que le numéro de plaque de la semi-remorque, ce qui rend impossible l'intervention du Bureau belge des assureurs automobiles (BBAA) ou de l'assureur qui ont, eux, besoin du numéro de plaque du véhicule tracteur.

Il est souvent impossible de découvrir le numéro de plaque du tracteur, ce qui compromet gravement l'indemnisation des victimes.

Ce problème a-t-il déjà fait l'objet d'une concertation avec les services de la Mobilité et des Transports des différentes Régions?

Le ministre peut-il faire en sorte que l'on puisse prendre connaissance du numéro d'immatriculation du tracteur en cas de dommages, sachant que seul le numéro de plaque de la semi-remorque est noté et que le chauffeur est donc à l'abri d'une contravention et de poursuites, même s'il est personnellement responsable du dommage causé?

Le ministre admet-il comme moi que l'immatriculation différente du tracteur et de la semi-remorque peut pousser certains chauffeurs à se comporter de manière plus irresponsable, alors même que la répression des comportements irresponsables sur la route doit être une priorité des autorités fédérales et régionales?

Comment le ministre compte-t-il résoudre ce problème en concertation avec les Régions compétentes? Pourquoi le numéro minéralogique du tracteur n'est-il pas également indiqué sur la semi-remorque? Cette double inscription permettrait de résoudre de très nombreuses procédures et de mieux protéger les droits des victimes et de l'État.

Le ministre a-t-il déjà pris contact avec le BBAA et avec les compagnies d'assurance afin de s'informer sur les nombreux problèmes qui découlent de la non-connaissance de l'identité du chauffeur? Les règles formelles sont peut-être claires et le propriétaire de la semi-remorque doit communiquer l'identité du camionneur mais, dans la pratique, les problèmes sont nombreux, surtout lorsqu'on a affaire à un des nombreux chauffeurs étrangers. En maintenant une immatriculation différente, on multiplie les difficultés et les Régions ont énormément de mal a assurer la sécurité routière.

 

Sinds de Zesde Staatshervorming zijn grote delen van het mobiliteitsbeleid overgeheveld naar de gewesten, waaronder de verkeersveiligheid.

De nummerplaten van de voertuigen zijn echter nog steeds een bevoegdheid van de federale overheid.

Door de regels van de federale overheid aangaande de nummerplaten, komt het verkeersveiligheidsbeleid van de gewesten echter onder druk te staan.

Een van de problemen is de identificatie van de oplegger-trekker in combinatie van buitenlandse vrachtwagens. Bij vele overtredingen of verkeersongevallen wordt bij de buitenlandse vrachtwagenchauffeurs enkel de nummerplaat van de oplegger genoteerd, waardoor de tussenkomst van het BBAV of van de verzekeraar onmogelijk blijkt, omdat deze de nummerplaat van de trekker noodzakelijk achten.

Vaak is het onmogelijk om de nummerplaat van de trekker te bekomen en komt de vergoeding van slachtoffers ernstig in gevaar.

Is er rond deze problematiek al overleg geweest met de diensten van mobiliteit en verkeer van de respectieve gewesten?

Hoe kan de minister ervoor zorgen dat de nummerplaat van de trekker kan gevonden worden bij schadegevallen waar enkel de nummerplaat van de oplegger genoteerd wordt en waardoor de chauffeur zelf uit de wind komt te staan en niet bekeurd of vervolgd kan worden, ook al is hij persoonlijk verantwoordelijk voor de veroorzaakte schade?

Is de minister het met mij eens dat het verschil in nummerplaat van de trekker en de oplegger ervoor kan zorgen dat er meer onverantwoordelijkheid wordt gerealiseerd, daar waar het kunnen aansprakelijk stellen van onverantwoord rijgedrag toch een prioriteit moet zijn voor de federale en gewestelijke overheden?

Hoe zal de minister deze problematiek oplossen en dit in overleg met de bevoegde gewesten? Waarom wordt de nummerplaat van de trekker niet herhaald op de oplegger? Hierdoor zouden zeer veel procedures opgelost kunnen geraken en kunnen de slachtoffers en de staat veel sneller hun rechten vrijwaren.

Heeft de minister al contact opgenomen met de BBAV en met de verzekeringsmaatschappijen om zich te informeren over de vele problemen die ontstaan door het niet vernemen van de identiteit van de chauffeur? Mogelijk zijn de formele regels wel duidelijk en moet de eigenaar van de oplegger de identiteit van de chauffeur bekendmaken, maar in de praktijk zorgt dit voor zeer veel problemen, zeker bij de vele buitenlandse vrachtwagenchauffeurs. Door het in stand houden van deze dubbele identificatie, worden zeer veel problemen veroorzaakt en hebben de gewesten ook een ernstig probleem met het vrijwaren van de verkeersveiligheid.

 
Réponse reçue le 18 janvier 2018 : Antwoord ontvangen op 18 januari 2018 :

En réponse à votre question, je vous informe de ce qui suit.

Les remorques dont la masse est supérieure à 750 kg doivent faire l’objet d’une inscription au répertoire belge des véhicules. Cela a pour conséquence que les remorques et les véhicules tracteurs ont chacun leur propre plaque d’immatriculation.

Jusqu’à présent, aucun problème relatif à l’obligation d’immatriculation des véhicules tracteurs et des remorques ne m’a été signalé, ni concernant l’identification des combinaisons. Aucune concertation n’a eu lieu à ce sujet avec les départements de la mobilité des Régions.

Je ne suis pas convaincu qu’une différence de plaque entre véhicule tracteur et remorque puisse mener à plus d’irresponsabilité.

L’immatriculation étant une compétence nationale et le problème que vous soulevez ayant surtout une incidence sur les véhicules immatriculés à l’étranger, trouver une solution n’est pas chose facile. Si une solution à ce problème devait être cherchée, elle devrait l’être au niveau européen ou international.

Pour un véhicule tracteur immatriculé en Belgique et pour une remorque immatriculée à l’étranger, les dispositions nécessaires en vue de l’identification sont déjà reprises sous l’article 30 de l’arrêté royal du 20 juillet 2001 relatif à l’immatriculation de véhicules : « (…) Si la remorque d'un véhicule immatriculé en Belgique n'est pas immatriculée en Belgique, une reproduction de la marque d'immatriculation du véhicule tracteur est fixée sur cette remorque. Si cette remorque porte déjà une plaque d'immatriculation d'un autre pays, celle-ci ne peut pas disparaître sous la reproduction. »

Pour les combinaisons d’un véhicule tracteur immatriculé à l’étranger avec une remorque immatriculée en Belgique ou à l’étranger, la Belgique ne peut imposer, du fait de la compétence nationale en matière d’immatriculation, aucune obligation relative aux véhicules tracteurs immatriculés à l’étranger, telle que, par exemple, l’apposition d’une reproduction de la plaque du véhicule tracteur sur la remorque.

Compte tenu de l’obligation d’immatriculation des remorques dans la plupart des pays européens, vous comprendrez aisément que la recherche d’une solution à ce problème sur les aspects d’immatriculation est difficile.

In antwoord op uw vraag kan ik u het volgende mededelen.

Aanhangwagens met een massa van meer dan 750 kg vereisen een inschrijving in het Belgisch repertorium der voertuigen. Dit heeft als gevolg dat aanhangwagen en trekkend voertuig elk hun eigen kentekenplaat hebben.

Tot op heden werden mij nog geen problemen gesignaleerd met betrekking tot de inschrijvingsverplichting van zowel het trekkend voertuig als de aanhangwagen en de identificatie van de combinatie. Er heeft ook nog geen overleg plaatsgehad met de mobiliteitsdepartementen van de Gewesten over dit onderwerp.

Dat een verschil in kentekenplaat tussen trekker en oplegger voor meer onverantwoordelijkheid kan zorgen, daar ben ik niet van overtuigd.

Doordat de inschrijvingsmaterie een nationale aangelegenheid is én de door u aangehaalde problematiek vooral betrekking heeft op in het buitenland ingeschreven voertuigen is een oplossing niet eenvoudig. Indien men een oplossing zou moeten zoeken voor dit probleem, zou dat op Europees of internationaal niveau moeten gebeuren.

Voor een in België ingeschreven trekkend voertuig en een in het buitenland ingeschreven aanhangwagen zijn, met het oog op een identificatie, reeds de noodzakelijke bepalingen opgenomen onder artikel 30 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen : « (…) Als de aanhangwagen van een in België ingeschreven voertuig niet in België is ingeschreven, dan wordt op die aanhangwagen een reproductie bevestigd van de kentekenplaat van het trekkend voertuig. Als die aanhangwagen reeds een nummerplaat draagt van een ander land, dan mag deze door die reproductie niet bedekt worden. »

Voor combinaties van een in het buitenland ingeschreven trekkend voertuig met een in België of in het buitenland ingeschreven aanhangwagen kan België, gelet op de nationale bevoegdheid van de inschrijvingsmaterie, geen verplichtingen opleggen betreffende het in het buitenland ingeschreven trekkend voertuig, bijvoorbeeld het aanbrengen van een reproductie van de plaat van het trekkend voertuig op de aanhangwagen.

Rekening houdend met de inschrijvingsplicht van aanhangwagens in de meeste Europese landen zal u begrijpen dat een oplossing zoeken voor dit probleem vanuit het inschrijvingsaspect moeilijk ligt.