SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session extraordinaire de 2010 Buitengewone zitting 2010
________________
1 septembre 2010 1 september 2010
________________
Question écrite n° 5-95 Schriftelijke vraag nr. 5-95

de Guido De Padt (Open Vld)

van Guido De Padt (Open Vld)

à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques

aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven
________________
Utilisation des transports publics - Non-paiement des frais de transport par les bénéficiaires du revenu d'intégration - Amende Gebruik openbaar vervoer - niet-betaling reiskosten door leefloongerechtigden - boete 
________________
transport public
catégorie sociale défavorisée
revenu minimal d'existence
pauvreté
tarif voyageur
openbaar vervoer
sociaal achtergestelde groep
minimumbestaansinkomen
armoede
reizigerstarief
________ ________
1/9/2010Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
1/9/2010Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-96
Heringediend als : schriftelijke vraag 5-3949
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-96
Heringediend als : schriftelijke vraag 5-3949
________ ________
Question n° 5-95 du 1 septembre 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-95 d.d. 1 september 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les CPAS sont régulièrement confrontés à des personnes ayant des difficultés financières et devant s'en sortir avec un revenu d'intégration. C'est pourquoi il arrive que des bénéficiaires dudit revenu prennent le risque d'utiliser sans payer les transports publics. J'ai ainsi eu récemment connaissance du cas d'une personne qui n'avait pas payé le ticket de 3,70 euros et avait été mise en demeure de payer non seulement le montant de 3,70 euros mais aussi une amende de 200 euros.

La ministre peut-elle indiquer :

1. combien de constats de non-paiement de frais de transports (et pour quels montants) ont eu lieu en 2008, 2009 et durant les trois premiers trimestres de 2010, avec ventilation selon la nationalité des contrevenants ;

2. comment la procédure de perception se déroule en cas de défaut de paiement ;

3. dans combien de cas mentionnés à la première question l'amende forfaitaire de 200 euros a été demandée et finalement payée ;

4. dans quelle mesure, pour quelles raisons et pour quels montants on n'a pas procédé à la récupération (avec la ventilation demandée à la première question) ;

5. dans quelle mesure une utilisation gratuite est négociée avec les sociétés de transports publics en faveur des bénéficiaires du revenu d'intégration, afin de promouvoir la mobilité et les possibilités de participation de ce groupe-cible (cfr. pensionnés, étudiants, etc.) ?

 

OCMW's worden regelmatig geconfronteerd met mensen die betalingsmoeilijkheden hebben en met een leefloon moeten rondkomen. Het gebeurt dan ook dat leefloongerechtigden het risico nemen om zonder betalen gebruik te maken van het openbaar vervoer. Zo nam ik recentelijk kennis van het geval van iemand die het ticket ten bedrage van 3,70 euro niet had betaald en in gebreke werd gesteld om niet alleen het bedrag van 3,70 euro, maar ook een boete van 200 euro te betalen.

Kan de minister mededelen:

1. hoeveel vaststellingen van niet-betaling van reiskosten (en voor welke bedragen) werden gedaan in 2008, 2009 en de eerste drie kwartalen van 2010, met opsplitsing naargelang de nationaliteit van de overtreders;

2. op welke wijze de inningsprocedure verloopt ingeval van vaststelling van wanbetaling;

3. in hoeveel van de onder 1 vermelde gevallen de forfaitaire boete van 200 euro werd gevraagd en uiteindelijk ook betaald;

4. in welke mate, om welke redenen en voor welke bedragen niet werd overgegaan tot recuperatie (met opsplitsing zoals gevraagd onder 1);

5. in welke mate een gratis gebruik wordt onderhandeld met de openbare vervoersmaatschappijen ten voordele van leefloongerechtigden, teneinde de mobiliteit en de participatiemogelijkheden van deze doelgroep te bevorderen (cfr. gepensioneerden, studenten, enz.)?