SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
2 juillet 2013 2 juli 2013
________________
Question écrite n° 5-9450 Schriftelijke vraag nr. 5-9450

de Johan Verstreken (CD&V)

van Johan Verstreken (CD&V)

au vice-premier ministre et ministre de la Défense

aan de vice-eersteminister en minister van Landsverdediging
________________
Le transfert à la Défense du bunker allemand situé près du site du Boyau de la mort à Kaaskerke (Dixmude) De overdracht van de Duitse bunker nabij de Dodengang in Kaaskerke (Diksmuide) aan Defensie 
________________
Première Guerre mondiale
protection du patrimoine
musée
accord de coopération (Cadre institutionnel belge)
site historique
Eerste Wereldoorlog
bescherming van het erfgoed
museum
samenwerkingsakkoord (Belgisch institutioneel kader)
historische plaats
________ ________
2/7/2013Verzending vraag
1/8/2013Antwoord
2/7/2013Verzending vraag
1/8/2013Antwoord
________ ________
Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3047 Herkwalificatie van : vraag om uitleg 5-3047
________ ________
Question n° 5-9450 du 2 juillet 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-9450 d.d. 2 juli 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le Musée royal de l'armée et d'histoire militaire (MRA) à Bruxelles se propose de créer un musée historique qui comprendrait l'actuel Boyau de la Mort et le Bunker allemand voisin avec une liaison entre les deux sites. Ce centre historique offrirait aux visiteurs la possibilité de se rendre compte combien les lignes ennemies étaient en réalité proches durant la Première Guerre mondiale

La société anonyme Waterwegen & Zeekanaal, propriétaire des terrains et du bunker, a organisé plusieurs réunions de travail sur l'insertion du bunker dans le circuit de visite du Boyau de la mort. À la suite de ces contacts, la Défense a rédigé un projet d'accord qui a été transmis à la société anonyme Waterwegen & Zeekanaal. Celle-ci a remis au début 2012 ses remarques à la Défense.

En vue de la commémoration prochaine du centenaire de la guerre, il est important qu'il y ait la clarté sur le partage des coûts entre la société anonyme Waterwegen & Zeekanaal et la Défense, et sur la date à laquelle l'accord de collaboration entrera en vigueur.

Selon mes informations, la signature de l'accord de collaboration entre Waterwegen & Zeekanaal et la Défense était prévue pour la fin 2012.

C'est pourquoi j'aimerais poser au ministre ces questions :

1) Y a-t-il déjà un accord définitif entre la SA Waterwegen & Zeekanaal et la Défense sur la cession du bunker et quel est le contenu de cet accord ?

2) A-t-on déjà défini la clé de répartition du co-financement par les différentes parties ?

3) A-t-on déjà fixé la date où le bunker allemand pourra être repris dans le circuit du Boyau de la mort ?

4) La Défense prévoit-elle des activités spéciales (par exemple une exposition sur l'inondation ou sur les troupes françaises dans ce secteur) dans et autour du site du Boyau de la mort à l'occasion de la commémoration du centenaire de la Grande Guerre ?

 

Het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis (KMLK) in Brussel wil een historisch centrum oprichten dat de huidige Dodengang in Diksmuide en de Duitse bunker in Kaaskerke met elkaar verbindt. Dit historisch centrum wil hiermee de mogelijkheid bieden aan de bezoekers om te begrijpen hoe dicht de vijandelijke linies tijdens de Eerste Wereldoorlog bij elkaar lagen.

Met Waterwegen en Zeekanaal N.V., eigenaar van de gronden en van de bunker, werd een aantal werkvergaderingen georganiseerd in verband met de opname van de bunker in het circuit van het bezoek aan de Dodengang. Als gevolg van deze contacten werd door Defensie een ontwerpakkoord opgesteld dat aan Waterwegen en Zeekanaal N.V. werd overgemaakt. Deze laatste begin 2012 haar bemerkingen aan Defensie overgemaakt.

In het licht van de nakende herdenking van de honderdjarige oorlog is het belangrijk dat er duidelijkheid komt omtrent de verdeling van de kosten tussen Waterwegen en Zeekanaal N.V. en Defensie, en omtrent de datum waarop het samenwerkingsverband kan ingaan.

Volgens mijn informatie was de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst tussen Waterwegen en Zeekanaal N.V.en Defensie voorzien voor eind 2012.

Daarom had ik de minister graag volgende vragen gesteld:

1) Is er al een definitief akkoord tussen Waterwegen en Zeekanaal N.V. en Defensie omtrent de overdracht van de bunker en wat is de inhoud van dit akkoord?

2) Is er al een verdeelsleutel bepaald voor de medefinanciering door de verschillende partijen?

3) Is er al een datum bepaald wanneer de Duitse bunker opgenomen kan worden in het circuit van de Dodengang?

4) Plant Defensie bijzondere activiteiten (bijvoorbeeld een tentoonstelling rond de onderwaterzetting, of over de Franse troepen in deze sector) in en rond de site "Dodengang" naar aanleiding van de herdenking "100 jaar Groote Oorlog"?

 
Réponse reçue le 1 aôut 2013 : Antwoord ontvangen op 1 augustus 2013 :

L'honorable membre est prié de trouver ci-après la réponse à ses questions.

Grâce aux nombreuses réunions de travail techniques entre le Musée Royal de l’Armée et d’Histoire Militaire, l'État-major de la Défense, « Waterwegen en Zeekanaal » et « Erfgoed Vlaanderen », un accord est intervenu entre les différentes parties. J’ai approuvé récemment une convention de collaboration et l’ai envoyée à la ministre flamande Crevits pour cosignature.

La clé de répartition reprise dans la convention de collaboration prévoit que « Waterwegen en Zeekanaal » prend en charge le nettoyage, la stabilisation et la consolidation du bunker allemand. Les Autorités flamandes sont et restent propriétaires du bunker allemand. le Musée Royal de l’Armée et d’Histoire Militaire réalisera l’intégration de ce bunker dans le site du Boyau de la Mort et son aménagement. L'aménagement concerne l’accès (escaliers, clôture, etc.) et la muséologie en vue de la visite du public en un seul circuit.

Il n’y a pour l’instant aucune date fixée pour l’aménagement du bunker allemand dans le circuit du Boyau de la mort. Les travaux sont planifiés pour être exécutés dans le courant de 2013. Il y a clairement l’intention et la ferme volonté d’être prêt pour le centenaire de la première Guerre Mondiale.

Aussi bien l’aspect tactique des inondations que le rôle des fusiliers marins français seront repris dans la nouvelle muséologie du centre d’interprétation du Boyau de la Mort.

Het geachte lid gelieve hierna het antwoord te willen vinden op de door hem gestelde vragen.

Dankzij de talrijke technische werkvergaderingen tussen het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis, de Defensiestaf, Waterwegen en Zeekanaal en Erfgoed Vlaanderen, is een akkoord tot stand gekomen tussen de verschillende betrokken partijen. Ik heb onlangs de samenwerkingsovereenkomst goedgekeurd en deze aan Vlaams minister Crevits verstuurd voor medeondertekening.

De verdeelsleutel opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst voorziet dat Waterwegen en Zeekanaal de schoonmaak, de stabilisering en de versteviging van de Duitse bunker ten laste neemt. De Vlaamse overheid is en blijft eigenaar van de Duitse bunker. Het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis zal de integratie van deze bunker in de site van de Dodengang en de inrichting ervan realiseren. De inrichting betreft de toegang (trappen, afsluitingen, enz.) en de museologie met het oog op het bezoek van het publiek in één enkel circuit.

Er is momenteel nog geen vaste datum vastgelegd voor de integratie van de Duitse bunker in het circuit van de Dodengang. De werken zijn gepland om in de loop van 2013 uitgevoerd te worden. Het is duidelijk de bedoeling en de vaste wil om klaar te zijn voor het eeuwfeest van de Eerste Wereldoorlog.

Zowel het tactische aspect van de overstroming als de rol van de Franse marinefuseliers zullen in de nieuwe museologie van het interpretatiecentrum van de Dodengang hernomen worden.