SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
4 juin 2013 4 juni 2013
________________
Question écrite n° 5-9179 Schriftelijke vraag nr. 5-9179

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au vice-premier ministre et ministre des Pensions

aan de vice-eersteminister en minister van Pensioenen
________________
Office national des pensions - Régularisations - Délai - Rythme Rijksdienst voor Pensioenen - Regularisaties - Termijn - Tempo 
________________
Office national des pensions
régime de retraite
Rijksdienst voor Pensioenen
pensioenregeling
________ ________
4/6/2013Verzending vraag
18/6/2013Antwoord
4/6/2013Verzending vraag
18/6/2013Antwoord
________ ________
Question n° 5-9179 du 4 juin 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-9179 d.d. 4 juni 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le rapport annuel 2012 du Collège des médiateurs pour les pensions recommande notamment à l'Office national des pensions (ONP) de garantir une régularisation dans un délai d'un mois (p. 51). Cet avis fait suite au cas d'une personne titulaire d'une pension, résidant en Thaïlande, qui n'est pas à même de présenter un certificat de vie à l'ONP dans les délais imposés. Il s'en est suivi une cessation du paiement de la pension. Dans ce cas, en plus d'une erreur humaine, les arriérés de pension n'ont été régularisés qu'après plusieurs mois.

Le ministre peut-il garantir, en cas de retard dans la réception d'un certificat de vie et après que l'on ait vérifié que tout est bien en ordre, que la situation sera régularisée par l'ONP dans un délai d'un mois ?

 

Het jaarverslag 2012 van het college van de Ombudsmannen voor Pensioenen bevat onder andere de aanbeveling (p. 51) aan de Rijksdienst voor Pensioenen (RVP) om een regularisatie binnen de maand te kunnen verzekeren. Dit advies komt er naar aanleiding van een casus, waarin een rechthebbende op een pensioen, verblijvend in Thailand, niet bij machte is om binnen de gestelde termijn een gevalideerd levensbewijs aan de RVP voor te leggen. De gevolgen daarvan zijn een stopzetting van de pensioenbetalingen. In dit geval, versterkt door een menselijke fout, wordt het achterstallige pensioen maar maanden later geregulariseerd.

Kan de geachte minister waarborgen dat in geval van laattijdig ontvangen van een levensbewijs en waar nadien blijkt dat alles wel in orde is, dat de termijn waarop dit alles door de RVP wordt geregulariseerd tot één maand wordt beperkt?

 
Réponse reçue le 18 juin 2013 : Antwoord ontvangen op 18 juni 2013 :

En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de faire savoir à l’honorable membre ce qui suit.

Le bénéficiaire d’une pension de retraite et/ou de survie qui réside à l’étranger reçoit annuellement un certificat de vie à compléter. Il dispose alors d’un délai de deux mois à compter de la date d’envoi pour le renvoyer à l’Office national des Pensions. Ce délai doit amplement suffire pour le renvoi et éviter l’interruption des paiements.

L’Office national des Pensions met tout en œuvre pour contrôler dans un délai raisonnable les certificats de vie qui lui sont retournés et les valider si tout est en ordre. Si un nouveau formulaire doit être envoyé parce que le certificat réceptionné est incomplet, la suspension des paiements est postposée d’un mois.

La reprise des paiements a lieu en principe dans un délai de 21 jours à compter de la réception d’un certificat de vie valide.

En ce qui concerne le dossier mentionné dans le rapport annuel du Médiateur, il faut tenir compte d’une part de la réception tardive du certificat de vie et, d’autre part, de l’implication de différents services dans la reprise et régularisation des paiements .

Entretemps, l’Office national des Pensions a simplifié et automatisé ses procédures dans le cadre de la reprise des paiements de sorte que les paiements suspendus puissent être repris dans un délai de 21 jours à compter de la réception du certificat de vie valide.

In antwoord op zijn vragen heb ik de eer om het geachte lid het volgende mee te delen.

De gerechtigde op een rust- en/of overlevingspensioen woonachtig in het buitenland ontvangt jaarlijks een formulier “levensbewijs” om in te vullen. Hij beschikt vanaf de verzenddatum over een periode van twee maanden om het levensbewijs terug te zenden aan de Rijksdienst voor Pensioenen . Deze periode moet ruim volstaan om tijdig het levensbewijs te kunnen terugzenden en de stopzetting van de betaling te vermijden.

De Rijksdienst voor Pensioenen stelt alles in het werk om ontvangen levensbewijzen binnen een redelijke termijn te controleren en, zo alles in orde is , te valideren. Indien een formulier moet worden teruggestuurd wegens onvolledig ingevuld, wordt de stopzetting van de betaling met één maand uitgesteld.

Betalingen worden normaliter hernomen binnen een periode van 21 dagen na de ontvangst van een geldig formulier levensbewijs.

Inzake het in het verslag van de Ombudsman vermelde dossier, ligt enerzijds de laattijdige ontvangst van het levensbewijs en anderzijds het feit dat meerdere diensten betrokken waren bij het hernemen en het regulariseren van de betalingen, aan de basis van de opgelopen vertraging.

De Rijksdienst heeft ondertussen zijn procedure voor het hernemen van de betalingen vereenvoudigd en geautomatiseerd , zodat stopgezette betalingen na ontvangst van het levensbewijs binnen de 21 dagen worden herstart.