SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
19 avril 2013 19 april 2013
________________
Question écrite n° 5-8781 Schriftelijke vraag nr. 5-8781

de Louis Ide (N-VA)

van Louis Ide (N-VA)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
Les arrêtés d'exécution de la loi Colla (Reconnaissance de médecines alternatives) De uitvoeringsbesluiten van de wet Colla (Erkenning van alternatieve geneeswijzen) 
________________
médecine douce
zachte geneeskunde
________ ________
19/4/2013Verzending vraag
8/4/2014Antwoord
19/4/2013Verzending vraag
8/4/2014Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-3271 Requalification de : demande d'explications 5-3271
________ ________
Question n° 5-8781 du 19 avril 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-8781 d.d. 19 april 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

En vue de l'exécution de la loi Colla, la ministre des Affaires sociales doit élaborer les arrêtés d'exécution nécessaires sur la base des avis émis.

À ce propos, la ministre a déclaré, entre autres à l'occasion de l'examen de sa note de politique générale, qu'elle entendrait toutes les parties concernées afin fonder sa décision sur le plus d'informations possible.

Afin de me faire une idée plus précise de l'avancement de ces consultations, je souhaiterais obtenir les renseignements suivants.

1) Quelles parties concernées la ministre a-t-elle reçues jusqu'à présent ?

2) Quelles positions ces parties ont-elles adoptées au sujet des avis émis ?

 

In het kader van de uitvoering van de wet-Colla moet de minister van Sociale Zaken op basis van de uitgebrachte adviezen de nodige uitvoeringsbesluiten nemen.

De minister heeft in dat verband onder meer bij de bespreking van haar beleidsbrief verklaard dat ze hiervoor alle betrokken partijen zal horen om zo een beslissing te nemen op basis van zo veel mogelijk informatie.

Om meer inzicht te krijgen in de vooruitgang van deze consultatierondes had ik graag het volgende geweten:

1) Welke betrokken partijen heeft de minister tot nu toe al ontvangen in dit verband?

2) Welke standpunten hebben die partijen ingenomen ten opzichte van de uitgebrachte adviezen?

 
Réponse reçue le 8 avril 2014 : Antwoord ontvangen op 8 april 2014 :

La Commission Santé de la Chambre a entre-temps entendu à ce sujet tant les ostéopathes que les homéopathes. Pour être complet, je signale ici également les réunions de la Commission Santé ayant pour thème :

  • L'explication par le Président et le Vice-président de la Commission paritaire Pratiques non conventionnelles concernant les avis de la Commission paritaire et les Chambres.

  • L'échange de points de vue avec les membres de la Commission de la Santé à propos du projet d'AR concernant l'exercice de l'homéopathie.

  • L'échange de points de vue avec les membres de la Commission de la Santé concernant le projet d'AR relatif à l'exercice de l'ostéopathie.

Le 23 janvier 2013 a eu lieu un échange en Commission de la Santé à propos des avis de la Commission paritaire Pratiques non conventionnelles et des avis Chambres respectives pour chacune des pratiques non conventionnelles. Ces échanges de points de vue se sont tenus en ma présence, ainsi qu'en celle du Président de la Commission paritaire, M. Dirk Cuypers. Si vous souhaitez consulter le compte rendu de cette réunion, je vous renvoie au document 53 2644/001.

Le 20 mars 2013 a eu lieu le premier tours de consultation. Les parties concernées entendues dans la matinée étaient : le KCE, les doyens des facultés francophones de médecine, l'Académie royale de Médecine et les doyens des facultés néerlandophones de médecine. Dans l'après-midi : les organisations professionnelles agréées d'homéopathie, à savoir l'Unio Homeopatica Belgica et la Liga Homeopatica Classica.

Je vous invite à consulter le document 53 2644/002 pour connaître le position de chacun des intervenants.

Avec la Commission du Sénat pour les Affaires sociales, la Commission Santé publique, Environnement et Renouveau de la société de la Chambre des Représentants a consacré sa réunion du 5 juin 2013 à une deuxième série d'auditions, cette fois en ce qui concerne l'ostéopathie. Pour un rapport de cette réunion, je vous renvoie au document 53 2644/004 de la Commission Santé publique, Environnement et Renouveau de la Société de la Chambre des Représentants et au nom de la Commission Affaires sociales du Sénat. Lors de cette réunion, les orateurs étaient les suivants :

  • M. Jean Ruwet, président de l'Union belge des Ostéopathes ;

  • Professeur Yves Lepers, professeur à l'ULB ;

  • M. Eric Dobbelaere, président du Groupement national représentatif des professionnels de l'ostéopathie (GNRPO) ;

  • M. Michel van den Abeele, président de l'Union des kinésithérapeutes et ostéopathes (UKO) ;

  • M. Simon d’Hooge, secrétaire général d'Axxon ;

  • M. Guy Vanderstraeten, membre de la Commission nationale Pratiques non conventionnelles, de la Chambre d'ostéopathie et doyen de la Faculté de Médecine de l'UGent.

Dans le cadre des deux projets d'arrêté royal que j'ai introduits, à savoir l'arrêté relatif à l'exercice de l'homéopathie et l'arrêté relatif à l'exercice de l'ostéopathie, des points de vue ont également été échangés avec les membres de la Commission Affaires sociales du Sénat ainsi qu'avec la Commission Santé publique, Environnement et Renouveau social de la Chambre des représentants.

L'échange de points de vue concernant le projet d'AR relatif à l'exercice de l'homéopathie a eu lieu le 15 mai 2013. La réunion du 15 mai 2013 a été consacrée à un échange de points de vue à propos des orientations contenues dans les arrêtés d'exécution de la loi précitée en ce qui concerne l'homéopathie. Si vous souhaitez consulter le compte rendu de cette réunion, vous pouvez consulter le document 53 2644/003.

Le projet d'AR relatif à l'exercice de l'ostéopathie a été discuté lors de la réunion du 23 octobre 2013. Si vous souhaitez consulter le rapport de cette réunion, je vous renvoie au document 53 2644/005.

De Gezondheidscommissie van de Kamer heeft over dit onderwerp ondertussen zowel de osteopaten als de homeopaten gehoord. Voor de volledigheid vermeld ik hier ook de vergaderingen van de Gezondheidscommissie met als onderwerp:

  • De uitleg door de Voorzitter en ondervoorzitter van de Paritaire Commissie Niet-conventionele praktijken aangaande de adviezen van de Paritaire Commissie en de Kamers.

  • De gedachte uitwisseling met de leden van de Gezondheidscommissie betreffende het ontwerp van KB betreffende de uitoefening van de homeopathie.

  • De gedachte uitwisseling met de leden van de Gezondheidscommissie betreffende het ontwerp van KB betreffende de uitoefening van de osteopathie.

Op 23 januari 2013 was er een uitwisseling in de Gezondheidscommissie over de adviezen van de Paritaire Commissie Niet-Conventionele praktijken en van de respectieve Kamers voor elk van de niet-conventionele praktijken. Deze gedachtewisseling werd gehouden in mijn bijzijn, alsook de voorzitter van de Paritaire Commissie, de heer Dirk Cuypers. Indien u het verslag van deze vergadering wenst te raadplegen, verwijs ik u naar het document 53 2644/001.

Op 20 maart 2013 is de eerste van de consultatierondes doorgegaan. De betrokken partijen waren in de voormiddag: het KCE, de decanen van de Franstalige faculteiten geneeskunde, de Koninklijke Academie voor Geneeskunde en de decanen van de Nederlandstalige faculteiten geneeskunde. In de namiddag de erkende beroepsorganisaties van de homeopathie, met name het Unio Homeopatica Belgica en de Liga Homeopatica Classica.

Ik nodig u dan ook uit om het document 53 2644/002 te raadplegen indien u de verschillende standpunten wil kennen.

Samen met de commissie voor de Sociale Aangelegenheden van de Senaat heeft de commissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke hernieuwing van de Kamer van volksvertegenwoordigers haar vergadering van 5 juni 2013 gewijd aan een tweede reeks hoorzittingen, ditmaal wat de osteopathie betreft. Voor een verslag van deze vergadering verwijs ik u naar het document 53 2644/004 van de Commissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke hernieuwing van de Kamer van Volksvertegenwoordigers en namens de Commissie voor de sociale aangelegenheden van de Senaat. Op deze vergadering waren de sprekers:

  • de heer Jean Ruwet, voorzitter van de Union belge des Ostéopathes;

  • professor Yves Lepers, professor aan de ULB;

  • de heer Eric Dobbelaere, voorzitter van de koepelorganisatie GNRPO, Groepering, Nationaal en Representatief voor de Professionele Osteopaten;

  • de heer Michel van den Abeele, voorzitter van de Unie Kinesitherapeuten Osteopaten (UKO);

  • de heer Simon d’Hooge, secretaris-generaal Axxon;

  • de heer Guy Vanderstraeten, lid van de Paritaire Commissie Niet-Conventionele Praktijken, de Kamer Osteopathie en decaan van de Faculteit geneeskunde van de Ugent.

In het kader van de twee ontwerpen van Koninklijk Besluit die ik heb ingediend, namelijk die betreffende de uitoefening van de homeopathie en die betreffende de uitoefening van de osteopathie, zijn er ook gedachtewisselingen geweest met de leden van de Commissie voor de Sociale Aangelegenheden van de Senaat samen met de commissie voor de Volksgezondheid, het Leefmilieu en de Maatschappelijke hernieuwing van de Kamer van volksvertegenwoordigers.

De gedachtewisseling aangaande het ontwerp van KB betreffende de uitoefening van de homeopathie vond plaats op 15 mei 2013. De vergadering van 15 mei 2013 was gewijd aan een gedachtewisseling over de richtsnoeren in de uitvoeringsbesluiten van de genoemde wet, wat de homeopathie betreft. Indien u het verslag van deze vergadering wenst te raadplegen, kan u het document doc 53 2644/003 raadplegen.

Het ontwerp van KB betreffende de uitoefening van de osteopathie werd besproken tijdens de vergadering van 23 oktober 2013. Indien u het verslag van deze vergadering wenst te raadplegen, verwijs ik u naar het document 53 2644/005.