SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
17 avril 2013 17 april 2013
________________
Question écrite n° 5-8750 Schriftelijke vraag nr. 5-8750

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au ministre des Finances, chargé de la Fonction publique

aan de minister van Financiën, belast met Ambtenarenzaken
________________
Successions vacantes - Nombre - Devoir d'information - Coût d'un curateur - Envoi en possession Onbeheerde nalatenschappen - Aantallen - Meldingsplicht - Kostprijs van een curator - Inbezitstelling 
________________
héritage
dépôt bancaire
erfenis
bankdeposito
________ ________
17/4/2013Verzending vraag
24/7/2013Rappel
6/9/2013Antwoord
17/4/2013Verzending vraag
24/7/2013Rappel
6/9/2013Antwoord
________ ________
Question n° 5-8750 du 17 avril 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-8750 d.d. 17 april 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le tribunal de première instance peut, à la demande d'un créancier ou de toute personne intéressée par la succession, faire désigner un curateur en raison d'une succession vacante. La désignation d'un curateur a cependant un coût qui, très souvent, empêche les créanciers et proches parents de réclamer la succession.

De ce fait, de nombreuses sommes d'argent restent sur des comptes bloqués. Les banques peuvent alors tranquillement imputer des frais annuels “décès” (entre 50 et 150 euros en fonction de la banque) jusqu'à ce que tout l'argent soit consommé.

Je souhaiterais poser les questions suivantes :

1) Le ministre a-t-il une idée du nombre de comptes bancaires bloqués pour succession vacante et qui ne sont pas réclamés par l'État ou les créanciers du fait du montant peu élevé ? Les banques ont-elles un devoir d'information vis-à-vis de l'État ? Le ministre estime-t-il que c'est une occasion manquée pour les créanciers, les proches parents ou l'État qui, en fin de compte, n'ont plus aucun droit sur cet argent bloqué dans les banques ?

3) Quel est le coût minimum de la désignation d'un curateur ? Selon l'AR du 10 août 1998, ce montant minimum serait de 750 euros ? Cela est-il correct ? Qui paie ces frais si l'actif de la succession n'est pas suffisant ?

3) En l'absence d'héritiers, la succession revient à l'État. L'envoi en possession n'est pas demandé si la succession n'apporte aucun avantage financier à l'État. À partir de quel montant (minimum) demande-t-on un envoi en possession ?

 

De rechtbank van eerste aanleg kan op verzoek van een schuldeiser of van de overledene of van elke persoon die een belang tegenover de nalatenschap kan laten gelden een curator laten aanstellen over een onbeheerde nalatenschap. Het aanstellen van een curator brengt echter een kost met zich mee, waardoor schuldeisers en nabestaanden soms zeer terughoudend zijn om de nalatenschap te claimen.

Hierdoor blijft er ook heel wat geld op geblokkeerde rekeningen staan. De bank kan dan rustig een jaarlijkse kost "overlijden" aanrekenen (tussen 50 en 150 euro naargelang van de bank) tot al het geld is opgesoupeerd.

Hierover de volgende vragen.

1) Heeft de geachte minister zicht op het aantal rekeningen bij banken die geblokkeerd blijven omdat er geen erfopvolging is (en die niet opgeëist worden door overheid of schuldeisers wegens het lage bedrag)? Hebben de banken hieromtrent een meldingsplicht aan de overheid? Beaamt de geachte minister dat dit een gemiste kans is voor de schuldeisers, de nabestaanden of de staat die tenslotte meer recht hebben op dit geblokkeerde geld dan de banken?

2) Wat is de minimumkost voor het aanstellen van een curator? Volgens KB 10/08/1998 bedraagt dit minimum 750 euro, klopt dit? Wie draait er op voor deze kost als er onvoldoende actief is in de nalatenschap?

3) Wanneer er bij een sterfgeval geen erfgerechtigden zijn, komt de nalatenschap toe aan de Staat. De inbezitstelling wordt niet gevraagd indien de nalatenschap de Staat geen netto financieel voordeel zal opleveren. Vanaf welk (minimum) bedrag wordt er doorgaans overgegaan tot een inbezitstelling?

 
Réponse reçue le 6 septembre 2013 : Antwoord ontvangen op 6 september 2013 :

1. La Caisse des dépôts et consignations (CDC) n’a pas de vue sur le nombre de comptes bloqués par les banques parce qu’il n’y a pas de succession. Il n’existe en la matière aucune obligation de communication.

Il faut tenir compte de la loi du 24 juillet 2008 sur les comptes dormants, coffres et contrats d’assurance. Conformément à cette législation, les banques sont dans l’obligation de transférer à la CDC les comptes qui n’ont plus enregistré d’activité pendant cinq ans. Il est important cependant de noter que les comptes effectivement bloqués ne tombent pas sous le coup de cette législation et ne doivent donc pas être transmis à la CDC (article25 de la loi sur les comptes dormants).

Concrètement le compte non bloqué d’une personne décédée devient donc dormant après cinq ans, par défaut d’activité. Si le solde des comptes afférents est inférieur à vingt euros ils sont transférés à la CDC sans communication des données des titulaires, et attribués au fonds de vieillissement (article 42 de la loi sur les comptes dormants). En cas de solde créditeur de vingt euros ou plus, la banque doit d’abord rechercher les ayants droit et ensuite transférer l’argent à la CDC si la procédure de recherche ne débouche sur rien. Dans ce cas, les données du titulaire du compte sont alors transmises et les ayants droit peuvent réclamer l’argent pendant trente ans à la CDC. Après trente ans, la prescription acquisitive joue, et l’argent est versé au Trésor (article 41de la loi sur les comptes dormants).

Étant donné que le motif pour lequel le compte est resté inactif pendant cinq ans ne doit pas être spécifié, la CDC n’a pas de vue sur le nombre de successions vacantes bien qu’ils puissent s’en trouver parmi les biens dormants transférés. La CDC n’a aucune vue non plus de tous les comptes de successions vacantes qui sont effectivement bloqués et qui ne lui sont dès lors pas transmis. On constate cependant qu’il y a des comptes de personnes décédées parmi les comptes dormants.

Enfin, les fonds des successions vacantes doivent être versés par les curateurs aux agences de la CDC. Le 18 avril 2013, il y avait un total de 4 735 dossiers de successions vacantes ouverts pour un total de 45 452 148,23 euros.

2. L’article 2 de l’arrêté royal du 10 août 1998 détermine que le montant minimum s’élève à 1 005,07 euros à partir du 1er janvier 2012 (Avis du 15 décembre 2011 prescrit par l’article 8, deuxième alinéa deux, de l’arrêté royal du 10 août 1998 portant fixation des règles et barèmes applicables aux coûts et honoraires des curateurs, Moniteur belge du 15 décembre 2011, 74 661). Le curateur prélève ses frais et honoraires au préalable sur l’actif de la succession vacante. Ceci concerne une créance privilégiée qui est soumise au contrôle du tribunal qui a désigné le curateur et dont il a à rendre compte dans sa gestion de la succession.

En cas d’insuffisance d’actif de la succession, le curateur peut solliciter la gratuité de la procédure (article 666 du Code judiciaire).

3. En principe, les successions des personnes qui décèdent sans laisser de successeurs ou dont les successions sont abandonnées, sont revendiquées par l'État lorsque l’actif net connu de ces successions s’élève à au moins 12 500 euros.

1. De Deposito- en Consignatiekas (DCK) heeft geen zicht op het aantal rekeningen dat bij de banken geblokkeerd blijft omdat er geen erfopvolging is. Er bestaat hieromtrent geen enkele meldingsplicht.

Wel dient er rekening gehouden te worden met de wet van 24 juli 2008 op de slapende rekeningen, safes en verzekeringsovereenkomsten. Overeenkomstig deze wetgeving zijn de banken verplicht om rekeningen waarop er gedurende vijf jaar geen enkele activiteit meer is geweest over te maken aan de DCK. Belangrijk hierbij is evenwel dat daadwerkelijk geblokkeerde rekeningen niet onder deze wetgeving vallen en dus niet aan de DCK moeten worden overgemaakt (artikel 25 Wet slapende rekeningen).

Concreet worden de niet-geblokkeerde rekeningen van een overleden persoon dus na vijf jaar slapend, bij gebrek aan enige activiteit. Indien het saldo van de desbetreffende rekeningen lager is dan twintig euro, worden ze zonder mededeling van de gegevens van de eigenaar aan de DCK overgemaakt en toegekend aan het Zilverfonds (artikel 42 Wet slapende rekeningen). Bij een batig saldo van twintig euro of meer dient de bank eerst de rechthebbenden op te sporen en worden de gelden pas overgemaakt aan de DCK, wanneer deze opsporingsprocedure niets heeft opgeleverd. In dit geval worden ook de gegevens van de titularis van de rekening doorgegeven, en kunnen rechthebbenden de gelden gedurende dertig jaar opvragen bij de DCK. Na dertig jaar speelt de verkrijgende verjaring en worden de gelden aan de Schatkist overgemaakt (artikel 41 Slapende rekeningen).

Aangezien zulks niet gespecificeerd dient te worden, heeft de DCK geen zicht op het aantal onbeheerde nalatenschappen, dat zich mogelijks onder de reeds overgedragen slapende tegoeden bevindt. De DCK weet evenmin in hoeverre alle rekeningen van onbeheerde nalatenschappen daadwerkelijk geblokkeerd worden en dus niet worden overgedragen aan de DCK, doch stelt enkel vast dat er zich onder de slapende rekeningen, rekeningen van overleden personen bevinden.

Tot slot worden de fondsen van de onbeheerde nalatenschappen door de curator verplicht overgemaakt aan de agentschappen van de DCK. Op 18 april 2013 waren er in het totaal 4 735 dossiers onbeheerde nalatenschappen geopend voor een totaal van 45 452 148,23 euro.

2. Artikel 2 van het Koninklijk Besluit van 10 augustus 1998 bepaalt dat het minimumbedrag 1 005,07 euro bedraagt vanaf 1 januari 2012 (Bericht van 15 december 2011 voorgeschreven door artikel 8, tweede lid, van het koninklijk besluit van 10 augustus 1998 houdende de vaststelling van de regels en barema's tot bepaling van de kosten en het ereloon van de curatoren, Belgisch Staatsblad van15 december 2011, 74 661). De curator neemt zijn kosten en honoraria vooraf op het actief van de erfloze nalatenschap. Dit betreft een bevoorrechte schuldvordering, die onderworpen is aan de controle van de rechtbank die de curator heeft aangesteld en waaraan hij rekenschap dient te geven over zijn beheer van de nalatenschap.

Indien er onvoldoende actief is in de nalatenschap kan de curator om de kosteloze rechtspleging verzoeken (artikel 666 Gerechtelijk Wetboek.)

3. De nalatenschappen van de personen, die zonder rechtsopvolgers overlijden of van wie de nalatenschap verlaten is, worden in principe opgeëist door de Staat wanneer het gekende netto-actief van deze nalatenschappen minstens 12 500 euro bedraagt.