SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
27 janvier 2011 27 januari 2011
________________
Question écrite n° 5-855 Schriftelijke vraag nr. 5-855

de Guido De Padt (Open Vld)

van Guido De Padt (Open Vld)

à la ministre de l'Intérieur

aan de minister van Binnenlandse Zaken
________________
Protection de la vie privée - Violations - Poursuites - Statistiques Bescherming van het privéleven - Inbreuken - Vervolgingen - Cijfergegevens 
________________
protection de la vie privée
traitement des données
statistique officielle
répartition géographique
poursuite judiciaire
eerbiediging van het privé-leven
gegevensverwerking
officiële statistiek
geografische spreiding
gerechtelijke vervolging
________ ________
27/1/2011Verzending vraag
26/5/2011Antwoord
27/1/2011Verzending vraag
26/5/2011Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-853
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-854
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-853
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-854
________ ________
Question n° 5-855 du 27 janvier 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-855 d.d. 27 januari 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le traitement des données personnelles joue un rôle important dans notre vie quotidienne, même si nous n'en sommes pas toujours bien conscients. C'est le cas dans l'administration publique, les soins de santé, la sécurité sociale, les télécommunications, les services financiers et le marketing direct. Le développement extrêmement rapide des technologies de l'information et de la communication nous permet de travailler plus efficacement. Notre vie quotidienne devient ainsi bien plus facile. Toute médaille a toutefois un revers: ce progrès ouvre la porte à des abus. Il est aujourd'hui quasi impossible de savoir qui dispose de données sur qui et ce qu'on en fait. Nous perdons le contrôle sur nos données. Nos droits et nos libertés peuvent ainsi être mis en péril.

Le droit à la vie privée est si important qu'il est inscrit dans la Constitution belge. Dans notre pays, chacun a donc le droit à la vie privée. Cela signifie que, lorsque les données relatives à une personne sont traitées, cette dernière a le droit à ce que sa vie privée soit protégée de manière optimale. La Commission de la protection de la vie privée veille à ce que ce droit constitutionnel soit bel et bien respecté. Elle vérifie si des données personnelles sont traitées, utilisées ou transmises sans que la vie privée ne soit violée.

Depuis 1992, la Belgique dispose d'une loi qui garantit la protection de l'individu vis-à-vis de l'utilisation de ses données personnelles. Cette loi relative à la protection de la vie privée à l'égard des traitements de données à caractère personnel a instauré une obligation de transparence. Les personnes dont les données sont traitées doivent en être informées. Celles qui traitent les données doivent s'identifier et indiquer pourquoi elles le font. Sont également fixées dans la loi les règles relatives à l'utilisation des données personnelles, c'est-à-dire ce que l'on peut ou doit faire avec les données enregistrées. Sur la base de la loi sont également instaurés de nouveaux droits pour les personnes reprises dans les bases et les banques de données: droit de consultation, droit de rectification, droit d'opposition, etc.

J'aimerais obtenir une réponse aux questions suivantes.

1) Les ministres disposent-ils de statistiques portant sur les violations de la loi relative à la protection de la vie privée à l'égard des traitements de données à caractère personnel pour 2007, 2008, 2009 et 2010? J'aimerais obtenir une ventilation par région et par nature et gravité des faits.

2) Le ministre peut-il communiquer le nombre de cas pour lesquels une action a été intentée devant le tribunal? À combien de condamnations ont-elles donné lieu? Lesquelles?

3) Les ministres peuvent-ils, chacun pour leurs compétences, citer les mesures qui ont été prises au cours de ces trois dernières années afin de s'attaquer à la problématique de la violation de cette loi? Estiment-ils que ces mesures sont suffisantes ou envisagent-ils encore d'autres initiatives? Si oui, lesquelles? Peuvent-il motiver leur réponse?

 

De verwerking van persoonsgegevens speelt een grote rol in ons dagelijks leven ook al zijn we er ons niet altijd even goed van bewust. Dit is het geval in het openbaar bestuur, de gezondheidszorg, sociale zekerheid, telecommunicatie, financiële dienstverlening en direct marketing. De razendsnelle ontwikkeling van informatie- en communicatietechnologieën zorgt er voor dat we efficiënter kunnen werken. Ons dagelijks leven wordt op die manier stukken makkelijker. Aan iedere medaille zijn echter twee kanten. De andere kant houdt in dat deze vooruitgang de deur opent voor misbruiken. Het is vandaag schier onmogelijk om nog te weten wie gegevens heeft over wie en wat ermee wordt gedaan. We verliezen de controle over onze gegevens en hierdoor kunnen onze rechten en vrijheden in het gedrang komen.

Het recht op privacy is zo belangrijk dat het in de Belgische Grondwet is ingeschreven. Iedereen heeft in ons land dus recht op privacy. Dat betekent dat wanneer iemands persoonsgegevens worden verwerkt, hij of zij er recht op heeft dat hun persoonlijke levenssfeer optimaal wordt beschermd. De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ziet er op toe of dit grondrecht wel degelijk wordt nageleefd. De Commissie gaat na of uw persoonlijke gegevens worden verwerkt, gebruikt of doorgegeven zonder dat uw privacy wordt aangetast.

Sedert 1992 bestaat in België een wet die de bescherming van het individu waarborgt ten aanzien van het gebruik van persoonlijke gegevens, beter bekent als de privacywet. De wet heeft voor het gebruik van persoonsgegevens een verplichting tot transparantie ingevoerd. De personen van wie gegevens worden verwerkt, moeten daarvan op de hoogte worden gebracht. De personen die de gegevens verwerken, moeten zich identificeren en meedelen waarom zij die gegevens verwerken. In de wet zijn tevens de regels voor het gebruik van de persoonsgegevens vastgelegd, te weten wat met de ingewonnen gegevens mag of moet gebeuren. Op grond van de wet zijn eveneens nieuwe rechten ingevoerd voor de personen die zijn opgenomen in gegevensbestanden of gegevensbanken: recht op inzage van de geregistreerde gegevens, recht op verbetering ervan, op verzet, …

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Beschikken de geachte ministers over cijfergegevens betreffende schendingen van de wet op de privacy voor 2007, 2008, 2009 en 2010, opgesplitst per gewest en naar aard en ernst van de feiten?

2) Kan de geachte minister meedelen in hoeveel gevallen er werd gedagvaard voor de rechtbank? Tot hoeveel en welke veroordelingen heeft dit aanleiding gegeven?

3) Kunnen de geachte ministers, elk binnen hun bevoegdheidsdomein, aangeven welke maatregelen de afgelopen drie jaar werden genomen om aan de problematiek van de schending van de privacy het hoofd te bieden? Achten zij deze maatregelen voldoende of zien zij nog ruimte voor andere initiatieven en dewelke? Kunnen zij hun antwoord motiveren?

 
Réponse reçue le 26 mai 2011 : Antwoord ontvangen op 26 mei 2011 :

1. et 2. La loi du 8 décembre 1992 relative à la protection de la vie privée à l'égard des traitements de données à caractère personnel relève des compétences de mon collègue le ministre de la Justice, à qui j'ai dès lors transmis la question.

3. En qualité de ministre de l'Intérieur, je suis responsable du Registre national des personnes physiques.

Ces dernières années, des mesures ont été prises tant sur le plan humain que sur le plan technique afin de garantir la sécurité des données. Un consultant en sécurité a ainsi été désigné et les membres du personnel du Registre national signent une déclaration en vertu de laquelle ils garantiront la confidentialité des données. Un autre moyen est l'utilisation de la carte d'identité électronique pour l'identification et l'authentification de l'utilisateur.

Sur le plan technique, il a été mis fin à l'envoi des fichiers par la poste et l'échange de données avec les utilisateurs (par exemple les communes) se fait maintenant par une voie électronique sécurisée.

Une amélioration constante du respect de la vie privée est poursuivie en permanence. Le fil conducteur en est ici la recommandation n° 1/2008 du 24 septembre 2008 relative à la gestion des accès et des utilisateurs dans le secteur public de la Commission de la protection de la vie privée.

1. en 2. De wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens behoort tot de bevoegdheid van mijn collega de minister van Justitie, aan wie ik de vraag dan ook heb overgezonden.

3. 3. Als minister van Binnenlandse Zaken ben ik verantwoordelijk voor het Rijksregister van de natuurlijke personen.

4. De afgelopen jaren werden zowel op menselijk als op technisch vlak maatregelen genomen om de veiligheid van de gegevens te waarborgen. Zo werd er een veiligheidsconsulent aangesteld en ondertekenen de personeelsleden van het Register een verklaring dat zij de vertrouwelijkheid van de gegevens zullen waarborgen. Een ander middel is de aanwending van de elektronische identiteitskaart voor identificatie en authenticatie van de gebruiker.

Op technisch vlak werd een einde gemaakt aan de verzending van gegevensbestanden via de post en verloopt de uitwisseling van gegevens met de gebruikers (bijvoorbeeld de gemeenten) nu via een beschermde elektronische weg.

Een verdere verbetering van de privacy wordt voortdurend nagestreefd. De leidraad hierbij wordt gevormd door de aanbeveling nr. 1/2008 van 24 september 2008 met betrekking tot het toegangs- en gebruikersbeheer in de overheidssector van de Commissie voor de bescherming voor de persoonlijke levenssfeer.