SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
19 février 2013 19 februari 2013
________________
Question écrite n° 5-8177 Schriftelijke vraag nr. 5-8177

de Nele Lijnen (Open Vld)

van Nele Lijnen (Open Vld)

à la ministre des Classes moyennes, des PME, des Indépendants et de l'Agriculture

aan de minister van Middenstand, KMO's, Zelfstandigen en Landbouw
________________
Bulgarie - Importation de viande de bœuf - Office alimentaire et vétérinaire européen - Maladie de la vache folle (BSE) - Contrôle des farines animales Bulgarije - Import van rundsvlees - Europees Voedsel- en Veterinair Bureau - Dollekoeienziekte (BSE) - Controle op dierenmeel 
________________
Bulgarie
viande bovine
Office alimentaire et vétérinaire
substitut céréalier
encéphalopathie spongiforme bovine
inspection des aliments
maladie du système nerveux
Bulgarije
rundvlees
Voedsel- en Veterinair Bureau
vervanging voor voedergraan
boviene spongiforme encefalopathie
Keuringsdienst van waren
ziekte van het zenuwstelsel
________ ________
19/2/2013Verzending vraag
22/3/2013Antwoord
19/2/2013Verzending vraag
22/3/2013Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8176 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-8176
________ ________
Question n° 5-8177 du 19 février 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-8177 d.d. 19 februari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Afin de pouvoir garantir au consommateur que la viande provenant de l’étranger satisfait également aux normes alimentaires strictes et ne présente aucun risque pour la santé publique, l’Union européenne a créé un organe de contrôle, l’Office alimentaire et vétérinaire (OAV), qui contrôle régulièrement la production de viande dans divers pays. Face à la fraude constatée avec de la viande roumaine, laquelle est également transformée dans notre pays, j’ai consulté ces rapports et y ai décelé plusieurs problèmes récurrents graves. Je me suis surtout concentrée sur les rapports relatifs aux anciens pays d'Europe de l'Est étant donné que ce sont de grands exportateurs de viande et qu'ils avaient par le passé d'autres normes de production. Ces rapports montrent que le contrôle effectué dans ces pays est loin d'être infaillible. Le traçage de la viande provenant de ces pays, son contrôle et le respect des critères de qualité et des normes de santé publique peuvent présenter des lacunes. Les constats sont quasi mot pour mot les mêmes que dans le très inquiétant rapport de l'OAV sur la Roumanie.

Le passage suivant est selon moi très inquiétant : «  Overall, the report concludes that very limited progress has been made in order to address the recommendations of the previous FVO audit. In particular, BSE active epidemio-surveillance and compliance with SRM rules are significantly affected by the lack of arrangements for the collection of brain samples and SRM at backyard farms, where the majority of the bovine population is kept. There are also weaknesses concerning feed ban controls ».

Non seulement on ne constate guère de progrès par rapport à un audit précédent mais plusieurs clignotants inquiétants s'allument. Le rapport établit que la plupart des bovins sont élevés dans des « backyard farms », des arrière-cours de ferme, et que l'on ne conserve pas d'échantillons de cervelle et de moelle de ces animaux. De ce fait, il est impossible de dépister l'ESB chez ces animaux. Et plus grave encore sans doute est de faire mention sans se démonter de « failles » quant à l'interdiction d'administrer aux bovins des aliments susceptibles de provoquer l'ESB (encéphalite spongiforme bovine). Il s'agit en l'occurrence des farines animales qui ont déclenché le scandale de l'ESB il y a de nombreuses années.

Mes questions à la ministre sont les suivantes.

1) Comment réagit-elle vis-à-vis du rapport d'audit officiel de 2011 de l'OVA où l'on examine si les mesures de contrôle et de prévention obligatoires de la maladie de la vache folle (ESB) ont été correctement mises en œuvre et appliquées chez les bovins en Bulgarie, et où l'on fait le constat sans se démonter qu'il n'y a guère eu de progrès depuis l'audit précédent et que la plupart des bovins ne peuvent faire l'objet d'un test de dépistage de l'ESB en raison de l'absence d'échantillons de cervelle ? Pense-t-elle que la viande bovine en provenance de Bulgarie ne pose pas de problème de santé publique vu l'absence manifeste de possibilités de contrôle d'une éventuelle contamination de cette viande par l'ESB ?

2) Comment réagit-elle au constat peut-être encore plus douloureux de l'OVA, qui montre la présence de failles dans le dépistage de l'ESB dans les aliments administrés au bétail, étant donné que tout le monde connaît les conséquences potentielles effroyables de l'administration de farines animales aux bovins sur l'apparition de l'ESB, maladie extrêmement dangereuse pour l'homme, cet audit ayant également démontré que dans la plupart des cas, le dépistage de l'ESB était exclu de fait ? Pense-t-elle que la viande bovine en provenance de Bulgarie ne peut présenter un problème pour la santé publique et le risque de maladie de Creutzfeld-JaKob vu l'absence manifeste de possibilités de dépistage de l'ESB dans cette viande bovine et le fait que le contrôle des aliments administrés aux bovins présente des failles ? Dans la négative, pour quelles raisons ?

3) Ne craint-elle pas que de la viande bovine roumaine contaminée par l'ESB ait pu parvenir jusqu'à nos consommateurs ? Dans la négative, pourquoi étant donné qu'il est apparemment impossible de détecter la présence de l'ESB chez la plupart des bovins bulgares en raison de l'absence d'échantillons et qu'il y a un risque que des aliments aient été contaminés ?

3) Étant donné la fréquence des résultats inquiétants et le danger que représente l'ESB pour la santé publique, l'OAV ne méritait-il pas un carton rouge pour avoir autorisé l'accès de ces produits au marché européen ? Peut-elle détailler sa réponse ?

4) Peut-elle préciser la quantité et le type de viande (cheval, bœuf, porc, farines animales) que notre pays a importée de Bulgarie respectivement ces trois dernières années ?

 

Teneinde de consument te kunnen garanderen dat het vlees dat afkomstig is van buiten ons land ook voldoet aan de strenge voedselnormen en veilig is voor de volksgezondheid werd binnen de EU een controleorgaan in het leven geroepen, het Voedsel-en Veterinair Bureau (VVB) dat de vleesproductie in de diverse landen regelmatig audit. Gezien de vleesfraude met Roemeens vlees dat ook in ons land wordt verwerkt heb ik deze rapporten eens doorgenomen en hierbij stuit ik toch op diverse en weerkerende ernstige problemen. Ik heb me vooral gericht op de verslagen over de voormalige landen uit Oost-Europa gezien deze grote vleesexporteurs zijn en gezien hun productiemethodes andere normen handhaafden in het verleden. Deze tonen aan dat de controle aldaar verre van waterdicht is. Dit houdt het risico in van een zwart gat wat betreft het traceren, het controleren en het garanderen van de kwaliteitsvereisten en de vereisten qua volksgezondheid van het vlees dat uit deze landen komt. De vaststellingen zijn bijna woord voor woord dezelfde als in het zeer verontrustende Roemeense rapport hieromtrent van het VVB.

Volgende passage is wat mij betreft uiterst verontrustend en ik citeer: “Overall, the report concludes that very limited progress has been made in order to address the recommendations of the previous FVO audit. In particular, BSE active epidemio-surveillance and compliance with SRM rules are significantly affected by the lack of arrangements for the collection of brain samples and SRM at backyard farms, where the majority of the bovine population is kept. There are also weaknesses concerning feed ban controls”.

Niet alleen is er amper vooruitgang ten opzichte van een vorige audit maar er branden diverse grote knipperlichten. Het rapport stelt dat het merendeel van de runderen in "backyard farms" (het betreft neerhofboerderijen of achtertuinboerderijen) worden gehouden en dat wat al deze dieren betreft er geen programma in voege is wat betreft het verzamelen van stalen van hersenen en merg. Hierdoor is er dus de facto geen mogelijkheid om deze dieren te testen op BSE (Bovine spongiform encephalopathy). Mogelijks nog erger is de doodleuke vermelding dat er tevens sprake is van "zwakheden" betreffende het verbod op voeding aan runderen van voedsel dat BSE kan veroorzaken. Het betreft hier dus het zogenaamde dierenmeel dat vele jaren terug aan de basis lag van het BSE schandaal.

Ik zou de geachte ministers de volgende vragen willen stellen :

1) Hoe reageert ze op het officiële auditverslag van het VVB van juni 2011, dat nagaat in hoeverre de verplichte controle en preventiemaatregelen van dollekoeienziekte (BSE) adequaat werden uitgevoerd en toegepast in Bulgarije op runderen en dat doodleuk stelt dat er amper sprake is van vooruitgang sinds de vorige audit en aangeeft dat het merendeel van de runderen niet kan worden gecontroleerd op BSE wegens het gebrek aan bijhouden van hersenstalen? Meent ze dat het rundvlees afkomstig van Bulgarije geen probleem vormt wat betreft de volksgezondheid gezien het manifest gebrek aan controlemogelijkheden op de mogelijke aanwezigheid van BSE in dit rundvlees?

2) Hoe reageert ze op de zo mogelijk nog pijnlijkere vaststelling van het VVB dat er sprake is van "zwakheden" wat betreft het toedienen van BSE-vrij dierenvoedsel aan runderen gezien elkeen weet welke vreselijke gevolgen het toedienen van dierenmeel aan runderen kan hebben voor de uitbraak van de voor de mens zeer gevaarlijke BSE en gezien de audit tevens aangaf dat controle op BSE de facto in de meeste gevallen is uitgesloten? Meent ze dat het rundvlees afkomstig van Bulgarije geen problemen kan opleveren voor de volksgezondheid en het risico op de ziekte van Creutzfeldt-Jakob gezien het manifest gebrek aan controlemogelijkheden op de mogelijke aanwezigheid van BSE in dit rundvlees en het feit dat er "zwakheden" zijn in de controle van het toegediende voedsel aan runderen? Zo neen, waarop baseren ze zich?

3) Vreest ze niet dat met BSE besmet rundvlees uit Bulgarije de laatste jaren aldus zijn weg heeft gevonden tot bij onze consument? Zo neen, waarom niet, gezien er eigenlijk wordt gezegd dat de aanwezigheid van BSE in de meeste Bulgaarse runderen niet kan worden nagegaan wegens het ontbreken van stalen en het risico op "aangetast" voedsel?

4) Had de VVB niet beter, gezien de herhaalde verontrustende resultaten en het gevaar voor de volksgezondheid van BSE, een rode kaart getrokken in verband met de toelating van deze producten op de Europese markt? Kan ze dit uitvoerig toelichten?

5) Kan ze gedetailleerd weergeven hoeveel vlees en welke soort (paard, rund, varken, dierenmeel) er in het totaal vanuit Bulgarije naar ons land respectievelijk voor de laatste drie jaar werd geïmporteerd?

 
Réponse reçue le 22 mars 2013 : Antwoord ontvangen op 22 maart 2013 :

1. + 2.) L’audit mené en 2011 par l’Office alimentaire et vétérinaire européen (OAV) a mis en évidence que le programme de la Bulgarie pour la surveillance de l’ESB était satisfaisant en ce qui concerne les bovins abattus dans les abattoirs bulgares. Les règles visant à éliminer de la chaîne alimentaire le matériel à risques spécifiés, dont la cervelle et la moelle épinière, sont également largement respectées dans les abattoirs et les ateliers de découpe. Selon l’Agence fédérale pour la sécurité de la chaîne alimentaire (AFSCA), nous disposons dès lors des garanties suffisantes sur le plan de l’ESB pour les viandes bovines commercialisées de la Bulgarie vers d’autres États membres de l’Union européenne (UE).

Toutefois, selon une estimation de l’OAV, plus de la moitié des bovins en Bulgarie sont encore détenus par des particuliers en vue d’un usage privé. Ces bovins ne sont pas abattus dans un abattoir, la plupart d’entre eux étant abattus et consommés sur place. Comme vous l’avez à juste titre avancé, la surveillance de l’ESB ainsi que l’élimination du matériel à risques spécifiés dans ce groupe d’animaux présentent encore de graves manquements, les animaux abattus chez des particuliers ne faisant pas l’objet d’une surveillance officielle. Les risques éventuels pour la santé publique susceptibles d’en découler se situent par conséquent dans la production locale en circuit court, et donc au niveau de la population locale.

3.) Les viandes destinées au commerce intracommunautaire proviennent d’abattoirs et d’ateliers de découpe agréés. Les viandes destinées à la Belgique sont dès lors issues de bovins testés du point de vue de l’ESB. Dans les abattoirs de Bulgarie, tous les bovins d’abattage sains âgés de plus de 30 mois sont encore testés du point de vue de l’ESB ; les bovins soumis à un abattage d’urgence sont testés au-delà de 24 mois. En outre, la Belgique n’importe presque pas de viandes bovines de Bulgarie.

4.) La mise en place d’une interdiction générale d’exportation de viandes bovines et de produits à base de viandes bovines depuis la Bulgarie n’est pas opportune, au vu de l’argumentation ci-avant.

Il est essentiel que le programme de lutte contre l’ESB soit mis en œuvre de façon uniforme dans tous les États membres de l’UE en vue de protéger la santé publique et de permettre le libre échange des viandes et produits à base de viande. Pour cette raison, la Commission européenne assure elle-même le suivi de l’application correcte de ces programmes au sein des États membres, à l’aide de contrôles menés par l'OAV. L’OAV formule des recommandations dans le but de corriger les non-conformités constatées. C’est en premier lieu à la Bulgarie de prendre en compte ces recommandations visant à améliorer son programme de surveillance de l’ESB et de les transposer dans des mesures correctives.

Étant donné que l’OAV n’a constaté presque aucune amélioration en 2011 en Bulgarie par rapport à un certain nombre de constatations faites en 2009, la Commission européenne a mis la Bulgarie en demeure, celle-ci encourant de lourdes amendes si elle ne prend pas les mesures nécessaires. Mon homologue bulgare, Miroslav Naydenov, a annoncé début février qu’une interdiction générale d’abattage de bovins à domicile allait être instaurée en Bulgarie dans les mois à venir, de telle sorte qu’une inspection vétérinaire complète puisse être effectuée sur tous les bovins abattus, que tous les bovins d’abattage à tester fassent effectivement l’objet d’une analyse et que le matériel à risques spécifiés de tous les bovins d’abattage soit éliminé de manière effective, conformément à la réglementation européenne.

5.) Il ressort des statistiques d’Eurostat et de TRACES que, ces dernières années, l’importation en Belgique de viandes bovines, de viandes de porc et de viandes de cheval (exprimée en tonnes) en provenance de Bulgarie était très limitée. Aucune farine animale n’est importée de Bulgarie.

Importation exprimée en tonnes

2010

2011

2012

Viandes bovines

0

12,0

0

Viandes de porc

42,3

15,3

21,0

Viandes de cheval

0

0

37,3

Farines animales

0

0

0



1. + 2.) Uit de audit van het Europese Voedsel- en Veterinair Bureau (FVO) van 2011 is gebleken dat het Bulgaarse BSE-bewakingsprogramma voldoet voor de runderen die worden geslacht in de Bulgaarse slachthuizen. Ook aan de regels voor het verwijderen uit de voedselketen van het gespecificeerd risicomateriaal, onder meer de hersenen en het ruggenmerg, wordt ruimschoots voldaan in de slachthuizen en de uitsnijderijen. Volgens het Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen (FAVV), voor het rundvlees dat vanuit Bulgarije wordt verhandeld naar andere Europese unie (EU)-lidstaten zijn er derhalve voldoende garanties op het vlak van BSE.

Volgens inschatting van de FVO wordt echter nog meer dan de helft van de runderen in Bulgarije gehouden door particulieren voor eigen gebruik. Deze runderen worden niet geslacht in een slachthuis, maar worden veelal ter plaatse geslacht en geconsumeerd. Zoals u terecht hebt aangehaald, zijn er nog steeds ernstige tekortkomingen bij de BSE-bewaking en het verwijderen van het gespecificeerd risicomateriaal bij deze diergroep, omdat de dieren die bij particulieren thuis worden geslacht, niet onder officieel toezicht staan. Eventuele risico’s voor de volksgezondheid die hieruit kunnen voortvloeien, zijn derhalve gesitueerd in de lokale korteketenproductie en dus bij de lokale bevolking.

3.) Het vlees dat bestemd is voor de intracommunautaire handel, is afkomstig uit erkende slachthuizen en uitsnijderijen. Het vlees dat bestemd is voor België is derhalve afkomstig van op BSE-geteste runderen. In Bulgarije worden in de slachthuizen nog steeds alle gezonde slachtrunderen ouder dan 30 maanden getest op BSE, noodslachtingen worden getest vanaf 24 maanden. Bovendien wordt er in ons land nauwelijks rundvlees ingevoerd vanuit Bulgarije.

4.) Een algemeen uitvoerverbod voor rundvlees en rundvleesproducten vanuit Bulgarije instellen, is, gelet op de voorgaande argumentatie, niet aangewezen.

Het is essentieel dat het BSE-bestrijdingsprogramma in alle EU-lidstaten op een uniforme manier wordt uitgevoerd met het oog op de bescherming van de volksgezondheid en een vrij handelsverkeer van vlees en producten ervan. Om die reden volgt de Europese Commissie zelf de correcte toepassing van de programma’s op in de lidstaten, via controles uitgevoerd door het FVO. Het FVO doet aanbevelingen ter verbetering van de vastgestelde non-conformiteiten. Het is in de eerste plaats aan Bulgarije om deze aanbevelingen tot verbetering van het BSE-bewakingsprogramma ter harte te nemen en om te zetten in corrigerende maatregelen.

Aangezien de FVO in Bulgarije in 2011 voor een aantal bevindingen uit 2009 nauwelijks enige verbetering heeft vastgesteld, heeft de Europese Commissie Bulgarije in gebreke gesteld met het risico op zware boetes indien het land niet de noodzakelijke maatregelen treft. Mijn Bulgaarse collega, Miroslav Naydenov, heeft begin februari aangekondigd, dat er in de loop van de volgende maanden in Bulgarije een algemeen verbod komt op de thuisslachting van runderen zodat er een volledige veterinaire inspectie kan worden uitgeoefend op alle runderslachtingen, alle te testen slachtrunderen ook effectief zullen worden getest en het gespecificeerd risicomateriaal van alle slachtrunderen ook effectief wordt verwijderd conform de Europese regelgeving.

5.) Uit de statistieken van Eurostat en TRACES blijkt dat de invoer in België van rundvlees, varkensvlees en paardenvlees (uitgedrukt in ton) vanuit Bulgarije de jongste jaren zeer gering was. Er wordt geen diermeel ingevoerd vanuit Bulgarije.

Invoer uitgedrukt in ton

2010

2011

2012

Rundvlees

0

12,0

0

Varkensvlees

42,3

15,3

21,0

Paardenvlees

0

0

37,3

Diermeel

0

0

0