SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
23 janvier 2013 23 januari 2013
________________
Question écrite n° 5-7926 Schriftelijke vraag nr. 5-7926

de Louis Ide (N-VA)

van Louis Ide (N-VA)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
Les centres de référence en microbiologie humaine De referentiecentra voor humane microbiologie 
________________
biologie
maladie infectieuse
assurance maladie
diagnostic médical
biologie
infectieziekte
ziekteverzekering
medische diagnose
________ ________
23/1/2013Verzending vraag
27/2/2013Antwoord
23/1/2013Verzending vraag
27/2/2013Antwoord
________ ________
Requalification de : demande d'explications 5-2500 Requalification de : demande d'explications 5-2500
________ ________
Question n° 5-7926 du 23 janvier 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-7926 d.d. 23 januari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les hôpitaux qui suspectent qu'un patient est infecté par la tuberculose doivent confirmer cette contamination.

De nombreux hôpitaux ne peuvent cependant le faire eux-mêmes vu qu'ils ne disposent pas d'un laboratoire de niveau de sécurité 3. Ils sont par conséquent contraints d'envoyer leurs échantillons à une institution qui dispose de l'équipement adéquat.

Les échantillons sont envoyés aux centres de référence en microbiologie humaine.

Si ces échantillons sont envoyés à un centre en microbiologie humaine afin de confirmer un diagnostic, le centre de référence concerné peut-il facturer les frais de traitement à l'assurance obligatoire par le biais de la nomenclature ou doivent-ils être couverts par l'intervention financière qu'il perçoit ?

 

Ziekenhuizen die een patiënt over de vloer krijgen waarvan zij vermoeden dat hij of zij met tbc is besmet, moeten die besmetting uiteraard bevestigen.

Veel ziekenhuizen kunnen dit echter niet zelf doen aangezien ze niet over een laboratorium met veiligheidsniveau 3 beschikken. Ze zijn dan ook genoodzaakt hun stalen door te sturen naar een instelling die wel over de juiste uitrusting beschikt.

De stalen worden opgestuurd naar de referentiecentra voor humane microbiologie.

Indien stalen worden opgestuurd naar een centrum voor humane microbiologie met het oog op de bevestiging van een diagnose, mag het betrokken referentiecentrum dit dan aanrekenen aan de verplichte verzekering via de nomenclatuur of moeten de kosten van de handeling worden gedekt door de tegemoetkoming die zij krijgen?

 
Réponse reçue le 27 février 2013 : Antwoord ontvangen op 27 februari 2013 :

La convention avec les centres de référence porte sur des prestations non couvertes par la nomenclature.

Cependant, les laboratoires de référence sont amenés à effectuer des prestations reprises par la nomenclature, soit parce que le laboratoire qui envoie l’échantillon ne dispose pas de l’infrastructure pour effectuer ces tests, soit parce que des tests complémentaires sont nécessaires et n’ont pas été effectués au préalable.

Les laboratoires de référence facturent donc les tests qui sont dans la nomenclature au laboratoire demandeur et facturent à la convention les tests qui ne sont pas repris par la nomenclature.

Dans le cas particulier de mycobacterium, il existe déjà des tests dans la nomenclature permettant de poser le diagnostic, dont 1 test par méthode moléculaire. Si un de ces tests est nécessaire et n’a pas été effectué par le laboratoire qui envoie l’échantillon, le laboratoire de référence effectue ce test et le facture au laboratoire. Par contre, les tests spécifiques sont portés en compte à la convention

(voir liste sur le site de l’Institut scientifique de santé publique (ISP) :https://nrchm.wiv- isp.be/fr/centres_ref_labo/mycobacterium_spp/).

De overeenkomst met de referentiecentra heeft betrekking op verstrekkingen die niet door de nomenclatuur worden gedekt.

De referentielaboratoria moeten echter wel verstrekkingen uitvoeren die in de nomenclatuur zijn opgenomen, ofwel omdat het laboratorium dat het staal verstuurt niet over de infrastructuur beschikt om die testen uit te voeren, ofwel omdat bijkomende testen, die niet vooraf zijn uitgevoerd, nodig zijn.

De referentielaboratoria factureren dus de testen die in de nomenclatuur zijn opgenomen aan het laboratorium dat de test vraagt (regel van onderaanneming), en factureren in het kader van de overeenkomst de testen die niet in de nomenclatuur zijn opgenomen.

In het geval van mycobacterium bestaan er al testen in de nomenclatuur waarmee de diagnose kan worden gesteld en één van die testen is gebaseerd op een moleculaire methode; als één van die testen noodzakelijk is en niet is uitgevoerd door het laboratorium dat het staal heeft gestuurd, dan voert het referentielaboratorium die test uit en rekent hem aan het laboratorium aan. De specifieke testen worden echter in het kader van de overeenkomst aangerekend.

(zie lijst op de website van het Wetenschappelijk Instituut volksgezondheid (WIV): https://nrchm.wiv-isp.be/nl/ref_centra_labo/mycobacterium_spp/default.aspx).