SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
21 janvier 2013 21 januari 2013
________________
Question écrite n° 5-7853 Schriftelijke vraag nr. 5-7853

de Danny Pieters (N-VA)

van Danny Pieters (N-VA)

au vice-premier ministre et ministre des Pensions

aan de vice-eersteminister en minister van Pensioenen
________________
Pensionnés ayant leur résidence principale en dehors de l'Espace économique européen - Certificats de vie - Contrôle de l'authenticité Pensioengerechtigden met hoofdverblijfplaats buiten de Europese Economische Ruimte - Levensbewijzen - Controle van de echtheid 
________________
régime de retraite
Office national des pensions
statistique officielle
Belges à l'étranger
fraude
pensioenregeling
Rijksdienst voor Pensioenen
officiële statistiek
Belgen in het buitenland
fraude
________ ________
21/1/2013Verzending vraag
18/2/2013Antwoord
21/1/2013Verzending vraag
18/2/2013Antwoord
________ ________
Réintroduite comme : question écrite 5-8468 Réintroduite comme : question écrite 5-8468
________ ________
Question n° 5-7853 du 21 janvier 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-7853 d.d. 21 januari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

A l'occasion de ma question 5-7527, la ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales, avait répondu que la matière relevait exclusivement de votre compétence. C'est pourquoi je vous adresse ma question.

L'article 7 de l'arrêté royal du 13 août 2011 relatif au paiement des prestations liquidées par l'Office national des pensions dispose :

« Art. 7, § 1er. L'Office envoie, au moins une fois par année, une demande de remise d'un certificat de vie, dont il établit le modèle, aux bénéficiaires auxquels il paye une ou plusieurs prestations. Le bénéficiaire renvoie à l'Office le certificat de vie, dûment complété, dans les trente jours qui en suivent la réception.

§ 2. Le non-respect de l'obligation de délivrance du certificat de vie entraîne la suspension du paiement des prestations visées. Le paiement de la prestation et des éventuels arrérages ne reprend qu'à la réception du certificat de vie demandé et, le cas échéant, après que les pièces justificatives nécessaires ont été produites à l'Office.

§ 3. Par dérogation à la procédure visée aux paragraphes  1er et 2, l'Office peut conclure des conventions avec les organismes financiers, avec des institutions de sécurité sociale ou avec tout autre organisme payeur compétent, qui prévoient un échange automatisé de données sur le décès de bénéficiaires. »

Le ministre peut-il me communiquer les renseignements suivants ?

1) Quelles mesures prend-on en général pour contrôler l'authenticité des certificats de vie envoyés ?

2) Quelles sont, dans chacun des pays extérieurs à l'Espace économique européen (EEE) dans lesquels des prestations sont payées, les instances belges et non belges qui sont habilitées à délivrer ces certificats de vie ?

3) De quelles garanties l'Office national des pensions dispose-t-il, dans chacun des pays extérieurs à l'EEE, quant à l'honnêteté des instances non belges qui délivrent les certificats de vie ?

4) Existe-t-il des conventions au sens de l'article 7, § 3 ? Avec qui ont-elles été conclues ? Quel est leur contenu ?

5) Quel est l'âge moyen des pensionnés qui perçoivent leur pension en Belgique et de ceux qui la perçoivent à l'étranger, et ce par pays ?

6) Quel est le nombre de personnes qui ont perdu le bénéfice de leur pension en s'installant dans un pays avec lequel la Belgique n'a pas conclu de convention ?

 

In antwoord op mijn vraag 5-7527 aan minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen, antwoordde de minister dat de materie uitsluitend tot uw bevoegdheid behoort. Vandaar dat ik mijn vraag aan u richt.

Krachtens artikel 7 van het koninklijk besluit van 13 augustus 2011 betreffende de betaling van de door de Rijksdienst voor Pensioenen betaalde uitkeringen geldt:

"Art. 7. § 1. De Rijksdienst verstuurt, ten minste één maal per jaar, aan de gerechtigden aan wie hij één of meer uitkeringen betaalt een vraag tot afgifte van een levensbewijs, waarvan hij het model bepaalt. De gerechtigde stuurt het behoorlijk ingevuld levensbewijs binnen de dertig dagen na ontvangst ervan aan de Rijksdienst terug.

§ 2. Het niet naleven van de verplichting tot aflevering van het levensbewijs leidt tot de schorsing van de betaling van de bedoelde uitkeringen. De betaling van de uitkering en van de eventuele achterstallen worden slechts hernomen bij ontvangst van het gevraagde levensbewijs en, in voorkomend geval, nadat aan de Rijksdienst de nodige bewijsstukken werden overgelegd.

§ 3. De Rijksdienst kan, in afwijking van de in paragrafen 1 en 2 bedoelde procedure, overeenkomsten sluiten met de financiële instellingen, met instellingen van sociale zekerheid of met iedere andere bevoegde betaalinstelling, die in een geautomatiseerde uitwisseling van sterftedata van gerechtigden voorzien."

Kan de geachte minister me meedelen:

1) Welke maatregelen er in het algemeen genomen worden ter controle van de echtheid van de ingestuurde levensbewijzen?

2) Welke zowel Belgische als niet-Belgische instanties per niet-EER-land (Europese Economische Ruimte) waarnaar uitkeringen worden geëxporteerd, gemachtigd zijn om die levensbewijzen uit te reiken?

3) Welke garanties de RVP heeft dat de niet-Belgische instanties in elk niet-EER-land die levensbewijzen uitreiken, dat op een eerlijke manier doen?

4) Of er overeenkomsten bestaan in de zin van voornoemd artikel 7. § 3.? Met wie ze zijn gesloten en wat de inhoud ervan is?

5) Wat de gemiddelde leeftijd is van de pensioengerechtigden die in België hun pensioen ontvangen en, per land, van wie buiten België zijn pensioen ontvangt?

6) Hoeveel personen hun pensioen verloren omdat ze in een land zijn gaan wonen waarmee België geen verdrag afgesloten heeft?

 
Réponse reçue le 18 février 2013 : Antwoord ontvangen op 18 februari 2013 :

En réponse à ses questions, j’ai l’honneur de porter à la connaissance de l’honorable membre ce qui suit.

1. Les certificats de vie envoyés à l’Office national des pensions (ONP) sont scannés et contrôlés visuellement quant à leur authenticité, au fait qu’ils soient complets, à la signature du(des) titulaire(s) et à leur légitimation par une instance officielle.

2. En ce qui concerne l’habilitation à délivrer des certificats de vie, sont compétents de par le monde : les ambassades, les consulats, les administrations communales et les services de police.

Pour certains pays, d’autres instances sont également compétentes :

  • Australie: Justice of the peace, Commissioner of oaths

  • Canada: Centre Link, Canada service centre

  • Pays-Bas: Sociale verzekeringsbank

  • Pays scandinaves: Försäkringskassen

  • Espagne: Alcalde

  • Suède : Swedisch tax agency

  • Royaume-Uni: Jobcentre, Town/borough council

  • Etats-Unis: Notary Public

  • Afrique du Sud: Commissioner of oaths

Aucune distinction n’est faite entre les pays, qu’ils fassent ou non partie de l’EEE.

3. L’ONP n’a aucune garantie formelle en ce qui concerne les instances non belges qui délivrent des certificats de vie.

4. Il existe des accords avec les institutions de pensions de l’Allemagne, des Pays-Bas et de la Grande- Bretagne pour passer à un échange électronique des données. Pour les Pays-Bas et l’Allemagne, sont communiqués aussi bien les données relatives à un décès que les montants de pensions qui. L’échange avec la Grande-Bretagne est limité aux données de décès.

5. L’ONP ne tient pas de statistiques sur l’âge moyen des bénéficiaires de pensions à l’intérieur ou à l’extérieur du pays.

6. L’ONP ne tient pas de statistiques du nombre d’arrêts des paiements résultant du fait que le pensionné est parti vivre dans un pays avec lequel la Belgique n’a pas conclu d’accord. Il convient également de noter qu’un arrêt des paiements n’intervient que si le titulaire de la pension a la nationalité d’un pays avec lequel la Belgique n’a pas conclu d’accord. Le nombre de cas pour lesquels un tel arrêt se produit est minime.

In antwoord op zijn vragen heb ik de eer om het geachte lid het volgende mee te delen.

1. De aan de Rijksdienst voor pensioenen (RVP) toegezonden levensbewijzen worden ingescand en visueel gecontroleerd op echtheid, op volledigheid, op ondertekening door de gerechtigde(n) en op wettiging door een officiële instantie.

2. Met betrekking tot de machtiging voor het afleveren van levensbewijzen zijn wereldwijd bevoegd: de ambassades, consulaten, gemeentebesturen en politiediensten.

Voor sommige landen zijn er nog andere instanties bevoegd:

  • Australië: Justice of the peace, Commissioner of oaths

  • Canada: Centre Link, Canada service centre

  • Nederland: Sociale verzekeringsbank

  • Scandinavische landen: Försäkringskassen

  • Spanje: Alcalde

  • Zweden: Swedisch tax agency

  • Verenigd Koninkrijk: Jobcentre, Town/borough council

  • Verenigde Staten: Notary Public

  • Zuid-Afrika: Commissioner of oaths

Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen landen, ongeacht of deze tot de EER behoren of niet.

3. De RVP heeft geen sluitende garanties met betrekking tot de niet – Belgische instanties die levensbewijzen afleveren.

4. Er zijn akkoorden met pensioeninstellingen van Duitsland, Nederland en Groot-Brittannië om over te gaan naar een elektronische gegevensuitwisseling. Bij Nederland en Duitsland worden er zowel sterftedata als pensioenbedragen medegedeeld. Met Groot-Brittannië is de uitwisseling beperkt tot de sterftedata.

5. De RVP houdt geen statistieken bij over de gemiddelde leeftijd van de pensioengerechtigden in binnen- of buitenland.

6. De RVP houdt geen statistieken bij over het aantal stopgezette betalingen omdat de gepensioneerde in een land gaan wonen is waar België geen verdrag mee afgesloten heeft. Er dient nog opgemerkt te worden dat er slechts een stopzetting gebeurt indien de titularis van het pensioen de nationaliteit heeft van een land waarmee België geen verdrag heeft afgesloten. Het aantal gevallen waarvoor er dus zo’n stopzetting gebeurt, zal miniem zijn.