SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
14 janvier 2013 14 januari 2013
________________
Question écrite n° 5-7705 Schriftelijke vraag nr. 5-7705

de Dirk Claes (CD&V)

van Dirk Claes (CD&V)

à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen
________________
Sécurité incendie - Bâtiments - Règlementation - Contrôle - Prévention - Budget - Points de contact - Règlements communaux Brandveiligheid - Gebouwen - Regelgeving - Controle - Preventie - Budget - Aanspreekpunten - Gemeentelijke voorschriften 
________________
lutte anti-incendie
brandbestrijding
________ ________
14/1/2013Verzending vraag
15/4/2013Antwoord
14/1/2013Verzending vraag
15/4/2013Antwoord
________ ________
Question n° 5-7705 du 14 janvier 2013 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-7705 d.d. 14 januari 2013 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La règlementation en matière de sécurité incendie est un embrouillamini complexe de règlements et normes. En Belgique, les compétences en matière de sécurité incendie sont réparties entre l'autorité fédérale, les régions (Flandre, Wallonie, Bruxelles), les communautés (flamande, française et germanophone), les provinces et le niveau local. Mais de plus en plus de directives européennes sont transposées en droit belge.

Les communes travaillent avec des règlements en matière de sécurité incendie dans des bâtiments ; ces règlements figurent dans les conditions de construction mais peuvent différer d'une commune à l'autre.

Le respect correct des règles en matière de sécurité incendie, en général, et le contrôle de ce respect, en particulier, peuvent prévenir de nombreux drames.

J'aimerais obtenir une réponse aux questions suivantes.

1) Le budget affecté aux services d'incendie s'élève à environ 700 millions d'euros. Quelle partie de ce montant est-elle attribuée à la réglementation, à la prévention incendie et à l'exercice de contrôles ?

2) Estimez-vous possible, en cette période d'austérité budgétaire, d'augmenter le budget affecté à la prévention et au contrôle ? Quelles sont, selon vous, les possibilités supplémentaires de financement ?

3) Quel est le rôle de l'autorité fédérale en matière de sécurité incendie ? Dans quelle mesure et comment exerce-t-elle le contrôle des règlements en matière de sécurité incendie dans un bâtiment ?

4) À qui des habitants inquiets peuvent-ils s'adresser lorsqu'ils constatent que le niveau local n'intervient pas en cas de risque d'incendie ?

5) Quelles instances peuvent-elles intervenir lorsque, malgré les signaux clairs des intéressés, l'autorité locale n'avance aucune solution pour remédier à une situation de danger ? Ce rôle incombe-t-il au service public fédéral Intérieur dans le cadre du contrôle sur les services de secours ?

6) Dans quelle mesure peut-on harmoniser les règlements communaux en matière de sécurité incendie ? Quelle est votre opinion à cet égard ? Avez-vous l'intention d'élaborer une réglementation univoque ?

 

De regelgeving inzake brandveiligheid is een ingewikkeld kluwen van reglementeringen en normen. In België zijn de bevoegdheden betreffende de brandveiligheid verdeeld tussen de federale overheid, de gewesten (Vlaanderen, Wallonië, Brussel), de gemeenschappen (Vlaamse, Franse en Duitstalige), de provincies en het lokale niveau. Maar ook steeds meer Europese richtlijnen worden in Belgisch recht omgezet.

Gemeenten werken met voorschriften inzake brandveiligheid in gebouwen; ze zijn opgenomen in de bouwvoorwaarden, maar die kunnen van gemeente tot gemeente verschillen.

Een correcte naleving van de regels inzake brandveiligheid, in het algemeen, en de controle op de naleving ervan, meer in het bijzonder, kunnen veel drama's voorkomen.

Graag kreeg ik een antwoord op volgende vragen:

1) Het budget voor de brandweerkorpsen bedraagt ongeveer 700 miljoen euro. Welk gedeelte van dat bedrag wordt besteed aan regelgeving, brandpreventie en het uitoefenen van controles?

2) Acht u het in deze budgettair krappe tijden mogelijk om het budget voor preventie en controle te laten stijgen? Welke extra financieringsmogelijkheden ziet u?

3) Wat is de rol van de federale overheid inzake brandveiligheid? In welke mate en hoe houdt ze toezicht op de naleving van de brandveiligheidsvoorschriften in een gebouw?

4) Tot wie kunnen verontruste inwoners zich wenden, wanneer ze ervaren dat het lokale niveau niet optreedt tegen een brandgevaarlijke situatie?

5) Welke instanties kunnen optreden wanneer de gemeentelijke overheid, ondanks duidelijke signalen van de betrokkenen, geen oplossing aanreikt om een gevaarlijke situatie te verhelpen? Is die rol weggelegd voor de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken in het kader van het toezicht op de hulpdiensten?

6) In welke mate kunnen de gemeentelijke voorschriften inzake brandveiligheid op elkaar worden afgestemd? Wat is uw mening hierover? Bent u van plan een eenduidige regelgeving uit te werken?

 
Réponse reçue le 15 avril 2013 : Antwoord ontvangen op 15 april 2013 :

1-2. Mes services ne disposent pas de telles données budgétaires.

3. Les autorités fédérales élaborent la réglementation en matière de prévention incendie pour les constructions dont la destination n’a pas été définie ou pour lesquelles les autorités fédérales sont compétentes. En résulte une plus grande uniformité au niveau de la réglementation relative à la prévention incendie.

Le contrôle du respect des prescriptions de sécurité incendie dans un bâtiment spécifique est exercé par le service d’incendie compétent. Les autorités fédérales inspectent les services d’incendie et sont également attentives, à cet égard, à la façon dont ces derniers remplissent leurs missions de prévention incendie.

4. Sur la base de l’article 5 de la loi du 30 juillet 1979, le bourgmestre contrôle l’exécution des mesures de sécurité prescrites. Pour ce faire, il exige le rapport du service d’incendie compétent territorialement. Sur la base de l’article 135, §2, de la Nouvelle Loi communale, combiné à l’article 133, deuxième alinéa, de la NLC, le bourgmestre reste toujours responsable de la sécurité dans sa commune. Il doit entreprendre des actions lorsque la sécurité est menacée dans sa commune.

L’article 128, premier alinéa, de la Loi provinciale stipule que : “Le gouverneur, dans la province, veille au maintien de l’ordre public, à savoir la tranquillité, la sûreté et la salubrité publiques.” Etant donné qu’il revient en premier lieu aux communes de veiller à l’ordre public, les compétences du gouverneur de province sont subsidiaires. Le gouverneur peut entre autres intervenir lorsque le bourgmestre ne respecte pas ses obligations.

5. Comme mentionné dans la réponse à la troisième question, le contrôle du respect des prescriptions en matière de sécurité incendie dans un bâtiment déterminé est exercé par le service d’incendie compétent. Les autorités fédérales inspectent les services d’incendie et sont également attentives, à cet égard, à la façon dont les services d’incendie remplissent leurs missions de prévention incendie.

Comme précisé dans la réponse à la quatrième question, on peut également s’adresser au gouverneur de province.

J’envisage actuellement de modifier la loi du 30 juillet 1979 relative à la prévention des incendies et des explosions ainsi qu'a l'assurance obligatoire de la responsabilité civile dans ces mêmes circonstances, afin de permettre à certains fonctionnaires du Service piblic fédéral (SPF) Intérieur d’intervenir lorsque les autorités communales ne prennent aucune mesure afin de remédier à une situation dangereuse.

6.L’arrêté royal du 7 juillet 1994 fixant les normes de base en matière de prévention contre l'incendie et l'explosion, auxquelles les bâtiments nouveaux doivent satisfaire fixe, de manière uniforme, les prescriptions en matière de sécurité incendie pour certaines constructions. Cette réglementation permet une plus grande uniformité en ce qui concerne les règles de prévention incendie pour les constructions récentes et futures. Les communes ne peuvent en principe pas déroger à cette réglementation. Le Conseil supérieur de la sécurité contre l’incendie et l’explosion a mis sur pied, en son sein, un groupe de travail chargé de fixer également des règles uniformes pour les plus anciens bâtiments existants.

1-2. Mijn diensten beschikken niet over dergelijke budgettaire gegevens.

3. De federale overheid stelt de reglementering inzake brandpreventie op voor de constructies waarvoor de bestemming niet bepaald werd of waarvoor de federale overheid bevoegd is. Hierdoor ontstaat meer uniformiteit voor de brandpreventieregelgeving.

Het toezicht op de naleving van de brandveiligheidsvoorschriften in een specifiek gebouw gebeurt door de bevoegde brandweerdienst. De federale overheid inspecteert de brandweer en let daarbij ook op de wijze waarop de brandweer haar brandpreventieopdrachten uitvoert.

4. Op basis van artikel 5 van de wet van 30 juli 1979 ziet de burgemeester toe op de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen. Hij vordert hiertoe het verslag van de territoriaal bevoegde brandweer.

Op basis van artikel 135, §2, van de nieuwe Gemeentewet, in combinatie met art. 133, tweede lid, N. Gem. W. blijft de burgemeester steeds verantwoordelijk voor de veiligheid in zijn gemeente. De burgemeester moet acties ondernemen indien de veiligheid in zijn gemeente in het gedrang komt.

Artikel 128, eerste lid, van de Provinciewet bepaalt het volgende: “De gouverneur zorgt in de provincie voor het handhaven van de openbare orde, te weten de openbare rust, veiligheid en gezondheid.”. Aangezien het in de eerste plaats aan de gemeenten toekomt om te waken over de openbare orde, zijn de bevoegdheden van de provinciegouverneur subsidiair. De gouverneur kan onder andere optreden wanneer de burgemeester zijn verplichtingen niet nakomt.

5. Zoals bij het antwoord op de derde vraag vermeldt, gebeurt het toezicht op de naleving van de brandveiligheidsvoorschriften in een specifiek gebouw door de bevoegde brandweerdienst. De federale overheid inspecteert de brandweer en let daarbij ook op de wijze waarop de brandweer haar brandpreventieopdrachten uitvoert.

Zoals bij het antwoord op de vierde vraag vermeldt, kan men zich ook richten tot de provinciegouverneur.

Ik denk er momenteel aan om de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen te wijzigen zodat ook bepaalde ambtenaren van de Federale Overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken zouden kunnen optreden wanneer de gemeentelijke overheid niet ingrijpt om een gevaarlijke situatie te verhelpen.

6. Het koninklijk besluit (KB) van 7 juli 1994 tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen legt uniform voor bepaalde constructies de brandveiligheidsvoorschriften vast. Deze reglementering zorgt voor een grote uniformiteit aangaande de regels inzake de brandpreventie voor de recent gebouwde en te bouwen constructies. Gemeenten kunnen van deze reglementering in principe niet afwijken. Er werd binnen de Hoge Raad voor beveiliging tegen brand en ontploffing een werkgroep opgericht om voor de bestaande oudere gebouwen ook uniforme regels op te stellen.