SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
28 décembre 2010 28 december 2010
________________
Question écrite n° 5-766 Schriftelijke vraag nr. 5-766

de Alexander De Croo (Open Vld)

van Alexander De Croo (Open Vld)

au vice-premier ministre et ministre des Finances et des Réformes institutionnelles

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Institutionele Hervormingen
________________
Successions en déshérence - Nombre et chiffres - Perception Erfloze nalatenschappen - Aantallen en cijfers - Inning 
________________
héritage
statistique officielle
répartition géographique
erfenis
officiële statistiek
geografische spreiding
________ ________
28/12/2010Verzending vraag
8/2/2011Antwoord
28/12/2010Verzending vraag
8/2/2011Antwoord
________ ________
Aussi posée à : question écrite 5-767 Aussi posée à : question écrite 5-767
________ ________
Question n° 5-766 du 28 décembre 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-766 d.d. 28 december 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

En vertu de l'article 768 du Code civil, la succession est acquise à l'État à défaut de tout successible.

En d'autres termes, l'État devient propriétaire des biens des personnes qui, au moment de leur décès, n'ont ni parents ni alliés et qui n'ont érigé aucun testament.

Je souhaiterais une réponse aux questions suivantes.

1) Combien de fois l'État belge a-t-il obtenu la possession d'une succession en déshérence en 2007, 2008 et 2009 ? Je souhaiterais obtenir ces données par arrondissement judiciaire et par région. Quels ont été les montants totaux annuels ?

2) Quel a été le montant total des recettes budgétaires générées par ces successions en 2007, 2008 et 2009 ?

3) Combien de temps s'écoule-t-il en moyenne, dans chacune des régions, avant que l'État puisse prendre possession des successions en déshérence ?

 

Krachtens artikel 768 van het Burgerlijk Wetboek vervalt een nalatenschap bij gebreke aan erfgerechtigden aan de staat.

De staat wordt met andere woorden eigenaar van de goederen van personen die bij hun overlijden geen bloed- of aanverwanten hebben en die geen testament hebben opgesteld.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Hoeveel keer werd de Belgische Staat, respectievelijk in 2007, 2008 en 2009, in het bezit gesteld van een erfloze nalatenschap, en dit per gerechtelijk arrondissement of per gewest? Wat waren de totaalcijfers per jaar?

2) Wat was het totaalbedrag van de opbrengst voor de begroting, en dit respectievelijk voor 2007, 2008 en 2009?

3) Hoe lang het duurt het per gewest gemiddeld alvorens de staat in het bezit wordt gesteld van de erfloze nalatenschappen?

 
Réponse reçue le 8 février 2011 : Antwoord ontvangen op 8 februari 2011 :

1. La réponse figure dans le tableau ci-dessous.

Région

arrondissement judiciaire

2007

2008

2009

Bruxelles-capitale

Bruxelles (partie Région Bruxelles-Capitale)

1

0

0

 

 

 

 

 

Total

 

1

0

0

 

 

 

 

 

Wallonne

Arlon

1

0

1

 

Dinant

0

1

0

 

Marche-en-Famenne

5

1

2

 

Neufchâteau

0

0

1

 

Eupen

0

0

0

 

Huy

0

0

0

 

Liège

6

16

3

 

Verviers

0

0

2

 

Mons

2

28

7

 

Tournai

10

7

7

 

Charleroi

8

1

29

 

Namur

8

2

1

 

Nivelles

5

2

0

 

 

 

 

 

Total

 

45

58

53

 

 

 

 

 

Flamande

Antwerpen

39

24

19

 

Brugge

4

5

3

 

Ieper

1

0

0

 

Kortrijk

0

1

2

 

Veurne

0

4

0

 

Gent

0

0

1

 

Hasselt

0

0

3

 

Leuven

1

0

0

 

Tongeren

0

1

0

 

Turnhout

0

9

0

 

Dendermonde

1

2

6

 

Bruxelles (partie Hal-Vilvorde

0

0

0

 

Mechelen

2

0

0

 

 

 

 

 

Total

 

48

46

34

 

 

 

 

 

Pays

 

94

104

87

2. Les revenus des successions en déshérence, dons et legs à l’État se montaient en :

2007 : 6 178 182,61 euros

2008 : 5 843 640,53 euros

2009 : 4 855 .443,65 euros

Il s’agit ici des revenus nets portés en compte durant les années budgétaires concernées, après compensation de tous les paiements et remboursements exécutés durant l’année budgétaire.

3. L’administration ne dispose pas de données statistiques en la matière.

Dans l’arrondissement judiciaire de Bruxelles, les envois en possession ne sont obtenus qu’au compte-gouttes et ce le plus souvent plusieurs années après le dépôt de la requête. Pour la plupart des dossiers, il n’y a même pas, après cinq ans, d’ordonnance relative à la demande d’envoi en possession. Cette problématique a déjà été à plusieurs reprises abordée avec le parquet (voir également les réponses aux questions parlementaires n° 3-512 du sénateur Jan Steverlynck et n° 4-1584 du sénateur Paul Wille).

1. Het antwoord is vervat in de onderstaande tabel.

Gewest

gerechtelijk arrondissement

2007

2008

2009

Brussels Hoofdstedelijk

Brussel (deel Brussels Hoofdstedelijk Gewest)

1

0

0

 

 

 

 

 

Totaal

 

1

0

0

 

 

 

 

 

Waalse

Arlon

1

0

1

 

Dinant

0

1

0

 

Marche-en-Famenne

5

1

2

 

Neufchâteau

0

0

1

 

Eupen

0

0

0

 

Huy

0

0

0

 

Liège

6

16

3

 

Verviers

0

0

2

 

Mons

2

28

7

 

Tournai

10

7

7

 

Charleroi

8

1

29

 

Namur

8

2

1

 

Nivelles

5

2

0

 

 

 

 

 

Totaal

 

45

58

53

 

 

 

 

 

Vlaamse

Antwerpen

39

24

19

 

Brugge

4

5

3

 

Ieper

1

0

0

 

Kortrijk

0

1

2

 

Veurne

0

4

0

 

Gent

0

0

1

 

Hasselt

0

0

3

 

Leuven

1

0

0

 

Tongeren

0

1

0

 

Turnhout

0

9

0

 

Dendermonde

1

2

6

 

Brussel (deel Halle-Vilvoorde)

0

0

0

 

Mechelen

2

0

0

 

 

 

 

 

Totaal

 

48

46

34

 

 

 

 

 

Land

 

94

104

87

2. De inkomsten uit erfloze nalatenschappen, giften en legaten aan de Staat bedroegen in:

2007: 6 178 182,61 euro

2008: 5 843 640,53 euro

2009: 4 855 443,65 euro

Het betreft hier de tijdens de betrokken begrotingsjaren geboekte netto inkomsten, na verrekening van alle tijdens dat begrotingjaar verrichte betalingen en teruggaven.

3. De administratie beschikt over geen statistische gegevens ter zake.

In het gerechtelijk arrondissement Brussel worden de inbezitstellingen slechts druppelsgewijs bekomen en dit dan nog meestal pas meerdere jaren na de indiening van het verzoekschrift. Voor het merendeel van de dossiers is er zelfs na vijf jaar nog geen beschikking met betrekking tot de vraag om in bezitstelling. Deze problematiek werd al meermaals aangekaart bij het parket (zie ook de antwoorden op de parlementaire vragen nr. 3-512 van senator Jan Steverlynck en nr. 4-1584 van senator Paul Wille).