SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
17 décembre 2012 17 december 2012
________________
Question écrite n° 5-7601 Schriftelijke vraag nr. 5-7601

de Guido De Padt (Open Vld)

van Guido De Padt (Open Vld)

à la ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Perceptions immédiates - Transactions - Situation Onmiddellijke inningen - Minnelijke schikkingen - Stand van zaken 
________________
infraction au code de la route
amende
statistique officielle
overtreding van het verkeersreglement
geldboete
officiële statistiek
________ ________
17/12/2012Verzending vraag
16/5/2013Antwoord
17/12/2012Verzending vraag
16/5/2013Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7600 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7600
________ ________
Question n° 5-7601 du 17 décembre 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-7601 d.d. 17 december 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Il semblerait que, en raison de défauts de paiement, les perceptions immédiates ne soient pas toujours perçues, ou pas perçues intégralement.

Dans les affaires de roulage, il est fréquent que la police prononce des perceptions immédiates (PI). Si la PI n'est pas payée, le dossier est transmis au parquet qui propose d'habitude une transaction, laquelle coûte généralement 10 euros de plus que la PI initiale.

Si le contrevenant s'acquitte alors du « principal » (sans les 10 euros additionnels), on clôt quand même le dossier.

L'action publique s'éteindrait également en cas de paiement du principal après la citation consécutive au refus de payer la transaction.

Par ailleurs, certains parquets ne poursuivraient pas certaines infractions, comme l'usage du téléphone portable au volant ou le défaut de port de la ceinture de sécurité, si les constatations ont été faites « au vol » sans que le contrevenant ne fût contraint de s'arrêter.

1) Dans notre pays, quelles sont les infractions pouvant faire l'objet d'une transaction, consécutive ou non à une perception immédiate ?

2) Pour les années 2010, 2011 et 2012, pouvez-vous indiquer, par type d'infraction, le nombre de PI proposées et leur montant ? Quel pourcentage de PI a-t-il été réglé ?

3) Dans combien des cas où la PI proposée n'avait pas été payée le Parquet a-t-il envoyé une injonction de payer la somme augmentée d'une amende de 10 euros ?

4) Combien de ces transactions (même ventilation qu'au point 3) ont-elles été acceptées et payées ?

5) Pour combien de transactions refusées ou impayées des poursuites judiciaires ont-elles été engagées (même ventilation qu'au point 3) ?

6) Pour quel type d'infractions (même ventilation qu'au point 2) les Parquets (et lesquels ?) renoncent-ils à poursuivre les contrevenants lorsque ceux-ci ne payent pas (à 100 % ou à 110 %) la transaction qui leur a été proposée ? N'estimez-vous pas la situation curieuse à l'égard des gens qui ont consciencieusement accepté et réglé la transaction proposée ?

 

Naar verluidt worden onmiddellijke inningen niet altijd geïnd in geval van wanbetaling. Of worden ze niet altijd volledig geïnd.

De politie schrijft in verkeerszaken heel veel onmiddellijke inningen (OI) uit. Als de OI niet betaald worden, gaat het dossier naar het parket dat in de meeste gevallen vervolgens een minnelijke schikking (MS) voorstelt. Deze MS kost gebruikelijk 10 euro meer dan de oorspronkelijke OI.

Als de overtreder vervolgens de "hoofdsom" betaalt zonder de 10 euro extra dan wordt het dossier toch als afgehandeld beschouwd.

Zo zou ook de strafvordering vervallen, indien men na de dagvaarding volgend op de weigering om MS te betalen, enkel de hoofdsom betaalt.

Anderzijds zouden bepaalde parketten de invordering en bestraffing van bepaalde overtredingen, zoals het niet-handenvrij bellen achter het stuur of niet dragen van de veiligheidsgordel, niet beijveren indien de vaststellingen "in de vlucht" gebeurden, dit is zonder dat de overtreder staande werd gehouden.

1) Voor welke misdrijven bestaat er in ons land de mogelijkheid om deze af te handelen via een minnelijke schikking, al dan niet na een onmiddellijke inning ?

2) Wil u per misdrijf aangeven hoeveel onmiddellijke inningen en voor welke bedragen er in 2010, 2011 en 2012 werden aangeboden? Welk percentage van de OI worden betaald?

3) In hoeveel van de gevallen onder 2), waarbij de eerst aangeboden onmiddellijke inning niet werd betaald, werd er door het Parket een aanmaning gestuurd om een boete van 10 euro extra te betalen?

4) Hoeveel van die minnelijke schikkingen, met de opsplitsing zoals onder 3, werden er aanvaard én betaald?

5) In hoeveel van de geweigerde of niet-betaalde minnelijke schikkingen werd er een vervolging ingesteld voor de rechter, met de opsplitsing zoals onder 3)?

6) Voor welke overtredingen (opgesplitst zoals onder 2) vervolgen de Parketten (en welke?) de overtreders niet verder wanneer zij de aangeboden minnelijke (à 100 of à 110 %) niet betalen? Beschouwt u dit niet als een merkwaardige situatie ten aanzien van diegenen die wél plichtsgetrouw zijn ingegaan op het voorstel van minnelijke schikking?

 
Réponse reçue le 16 mai 2013 : Antwoord ontvangen op 16 mei 2013 :

Sur la base des informations transmises par le Centre de traitement de l'information du Service public fédéral (SPF) Justice et le Service de la Politique criminelle, voici la réponse que je peux vous communiquer.

Réponse aux questions 1. et 6.

Concernant ces questions, je vous renvoie à la circulaire COL 10/2006 du Collège des Procureurs généraux qui comprend des directives uniformes sur l’application de la perception immédiate et la transaction en matière de roulage. Cette circulaire est disponible sur le site Internet du Ministère public : http://www.om-mp.be/omzendbrief/4017132/omzendbrief_col_10_d_d__28_05_2008.html.

Il convient en outre de souligner que si l’intéressé refuse de payer la transaction, la procédure habituelle se poursuit. En d’autres termes, le procureur du Roi peut décider de classer l’affaire sans suite, de poursuivre l’information, de requérir du juge d'instruction une instruction ou de citer. Les directives d’une circulaire ne portent pas préjudice au pouvoir d’appréciation du procureur du Roi qui, conformément à l’article 28quater du Code d'instruction criminelle, juge de l'opportunité des poursuites.

Réponse aux questions 2. à 5.

Concernant ces questions, je ne dispose pas de toutes les statistiques demandées. Veuillez trouver en annexe les chiffres disponibles figurant au tableau 1. Concernant les chiffres de 2012, il faudrait ne pas tenir compte des chiffres pour 2012 car une grande partie des affaires ne sont pas encore encodées. C’est la raison pour laquelle les valeurs sont plus basses pour 2012.

Annexe

Tableau 1. Nombre de perceptions immédiates, de perceptions immédiates payées et de perceptions avec citation pour les années 2010 – 2012.


2010

2011

2012

Perception immédiate

419072

418064

337342

Perception immédiate payée

193765

186880

145374

Perception avec citation

80204

81131

74087

Source : MACH

Op grond van de inlichtingen die mij door het Centrum voor Informatieverwerking van de Federale Overheidsdienst (FOD) Justitie en de Dienst voor het Strafrechtelijk beleid werden overgemaakt, kan ik het volgende antwoorden.

Antwoord vraag 1. en 6.

Met betrekking tot deze vragen wil ik u graag verwijzen naar de omzendbrief nr. COL 10/2006 van het College van Procureurs-generaal die uniforme richtlijnen bevat in verband met de toepassing van de onmiddellijke inning en minnelijke schikking in verkeerszaken. Deze omzendbrief is publiek toegankelijk op de website van het Openbaar Ministerie: http://www.om-mp.be/omzendbrief/4017132/omzendbrief_col_10_d_d__28_05_2008.html.

Bijkomend wil ik u graag nog meedelen dat indien de betrokkene weigert om de minnelijke schikking te betalen, de gewone procedure verder gevolgd wordt. Met andere woorden, de procureur des Konings kan beslissen om te seponeren, verder opsporingsonderzoek te voeren, een gerechtelijk onderzoek bij de onderzoeksrechter te vorderen of te dagvaarden. De richtlijnen van een omzendbrief doen geen afbreuk aan de beoordelingsbevoegdheid van de procureur des Konings, die – overeenkomstig artikel 28quater van het Wetboek van Strafvordering – oordeelt over de opportuniteit van de vervolging.

Antwoord vraag 2. tot en met 5.

Met betrekking tot deze vragen kan ik u meedelen dat ik niet over alle gevraagde statistieken beschik. Ik kan u wel de beschikbare cijfers in tabel 1 opgenomen als bijlage bezorgen. Er zou geen rekening moeten worden gehouden met de cijfers van 2012 omdat een groot deel van de zaken nog niet werd ingevoerd. Daarom zijn de waarden voor 2012 kleiner.

Bijlage

Tabel 1. Aantal onmiddellijke inningen, betaalde onmiddellijke inningen en inning met dagvaarding voor de jaren 2010 – 2012.


2010

2011

2012

Onmiddellijke inning

419072

418064

337342

Betaalde onmiddellijke inning

193765

186880

145374

Inning met dagvaarding

80204

81131

74087

Bron: MACH