SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2012-2013 Zitting 2012-2013
________________
13 décembre 2012 13 december 2012
________________
Question écrite n° 5-7567 Schriftelijke vraag nr. 5-7567

de Nele Lijnen (Open Vld)

van Nele Lijnen (Open Vld)

au vice-premier ministre et ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique

aan de vice-eersteminister en minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken
________________
Services publics - Cyberattaques - Sécurisation informatique - Logiciels de protection - Formation du personnel Overheidsdiensten - Cyberaanvallen - Computerbeveiliging - Beveiligingssoftware - Opleiding personeel 
________________
criminalité informatique
protection des données
statistique officielle
virus informatique
Belnet
ministère
computercriminaliteit
gegevensbescherming
officiële statistiek
computervirus
Belnet
ministerie
________ ________
13/12/2012Verzending vraag
4/2/2013Antwoord
13/12/2012Verzending vraag
4/2/2013Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7566
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7568
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7569
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7570
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7571
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7572
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7573
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7574
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7575
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7576
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7577
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7578
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7579
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7580
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7581
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7582
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7583
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7584
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7566
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7568
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7569
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7570
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7571
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7572
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7573
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7574
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7575
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7576
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7577
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7578
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7579
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7580
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7581
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7582
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7583
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-7584
________ ________
Question n° 5-7567 du 13 décembre 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-7567 d.d. 13 december 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

De nos jours, l'usage des ordinateurs et d'internet est devenue la norme. L'administration vit avec son temps et emploie divers logiciels pour le traitement et l'échange de données. Il s'agit souvent d'informations confidentielles. Cette évolution vers une administration davantage numérisée représente une menace, car des lacunes dans la sécurité peuvent avoir pour effet de faire aboutir des informations dans de mauvaises mains.

Par exemple, les services de renseignement militaire et la Sûreté de l'État s'inquiètent de la sécurisation informatique de différents services publics. On a dit qu'une fois par semaine en moyenne, les services de renseignement militaire sont confrontés à une cyberattaque ciblée. Les intentions des pirates ou les buts du logiciel illégal varient : faire en sorte qu'un système se plante, recueillir des mots de passe ou d'autres données, etc.

Un premier problème est que la plupart des systèmes des administrations sont protégés par des programmes que le simple particulier peut se procurer. Ces programmes interceptent certaines attaques, genre virus ou logiciel espion, mais pas toutes. Les virus que le programme ne détecte pas peuvent cependant occasionner des dégâts. Un autre facteur possible est que l'utilisateur, à savoir le fonctionnaire, n'est pas conscient des nombreux dangers virtuels. Et lorsque l'utilisateur détecte une pratique répréhensible, il arrive qu'il ne la signale pas, ce qui veut dire que le danger reste invisible.

Je souhaiterais poser quelques questions :

1) Vos services se sont-ils occupés de sécuriser tout le réseau local ? En d'autres termes, tous les PC connectés à internet sont-ils protégés d'une manière ou d'une autre ?

2) Disposez-vous de données chiffrées sur les cyberattaques ou les problèmes causés à vos services par des virus, des logiciels espions, des pirates etc. ? Dans la négative, comment se fait-il qu'on ne récolte pas ces données ?

3) Les données et les ordinateurs qu'utilisent vos services sont-ils protégés par des programmes « ordinaires » qu'emploient aussi les particuliers, ou bénéficient-ils d'une protection supplémentaire ?

4) Les données confidentielles sont-elles échangées par le canal de réseaux particuliers sécurisés, ou bien via la même connexion centrale ?

5) Le personnel de vos services est-il formé à faire face à ces menaces éventuelles ? L'incite-t-on à rapporter ce type de problèmes ? Disposez-vous de chiffres sur les rapports ou plaintes ?

 

Het gebruik van computers en internet is tegenwoordig de norm. Ook de overheid gaat met de tijd mee en gebruikt allerhande software om gegevens te verwerken en data uit te wisselen. Hierbij gaat het vaak om vertrouwelijke informatie. Die ontwikkeling naar een meer digitale overheid kan ook een bedreiging vormen voor de veiligheid van die overheid, want gaten in de beveiliging kunnen ertoe leiden dat data in verkeerde handen vallen.

Zo zijn de militaire inlichtingendienst en de Staatsveiligheid ongerust over de beveiliging van de informatica van de verschillende overheidsdiensten. Er werd bericht dat de militaire inlichtingendienst gemiddeld een keer per week wordt geconfronteerd met een gerichte ICT-aanval. De intenties van de hackers of illegale software zijn zeer divers: pogingen om de systemen te doen crashen, het vergaren van paswoorden of andere data, ...

Een eerste probleem is dat de meeste systemen van de overheidsdiensten worden beveiligd door programma's die de gewone particulier ook kan kopen. Die programma's houden wel een aantal aanvallen, virussen, spyware, enzovoort tegen, maar ook niet alles. Virussen die niet gekend zijn door het programma kunnen toch schade aanrichten. Een andere, mogelijke factor is het feit dat de gebruiker, dat wil zeggen de ambtenaar van een overheidsdienst, zich niet bewust is van de vele virtuele gevaren. Wanneer het misbruik toch wordt ontdekt door een gebruiker, wordt het soms niet gerapporteerd, waardoor het gevaar even onzichtbaar blijft.

Graag had ik hierover enkele vragen gesteld:

1) Is er bij uw diensten werk gemaakt van een computerbeveiliging van het hele lokale netwerk? Worden met andere woorden alle pc's die met het internet zijn verbonden door een vorm van computerbeveiliging beschermd?

2) Beschikt u over cijfermateriaal met betrekking tot cyberaanvallen of problemen door virussen, spyware, hackers, enzovoort die gericht zijn tegen uw diensten? Indien niet, waarom worden hierover geen cijfers verzameld?

3) Worden de gegevens en computers waarmee uw diensten werken beveiligd door "gewone" beveiligingsprogramma's die ook gebruikt worden door particulieren, of is er sprake van extra informaticabeveiliging?

4) Gebeurt de uitwisseling van vertrouwelijke data via aparte, beveiligde netwerken, of wordt alles via dezelfde centrale verbinding uitgewisseld?

5) Wordt het personeel van uw diensten opgeleid om met deze mogelijke bedreigingen om te gaan? Wordt het aangemaand om dergelijke problemen te melden? Beschikt u over cijfermateriaal met betrekking tot het aantal meldingen of klachten?

 
Réponse reçue le 4 février 2013 : Antwoord ontvangen op 4 februari 2013 :

1) L'ensemble du réseau du Service public fédéral (SPF) Finances est isolé d'internet par une infrastructure de sécurité comprenant divers dispositifs :

  • firewall,

  • détection d'intrusion,

  • relai de messagerie sécurisé,

  • protection anti-virus,

  • filtrage des pages web, selon divers critères,

  • contrôle d'accès à distance, avec authentification forte.

L'ensemble de ces dispositifs permet de contrôler les flux d'information échangés avec Internet, de bloquer les flux présentant un risque et de filtrer les flux autorisés en fonction de certains risques connus.

Les serveurs stratégiques du SPF Finances sont installés sur un réseau interne, isolé du réseau Internet par l'infrastructure de sécurité. Aucun utilisateur d'Internet ne peut y avoir accès, autrement qu'au travers de systèmes intermédiaires sécurisés.

Les serveurs fournissant un service au public sont installés sur un réseau intermédiaire, appelé DMZ, accessible depuis Internet, et distinct du réseau interne du SPF Finances. Ces serveurs font l'objet d'une protection adéquate, et servent éventuellement de relai sécurisé vers les serveurs contenant les informations.

Le réseau interne du SPF Finances fait l'objet d'un ensemble de mesures de sécurité, comprenant  :

  • un système centralisé d'identification des utilisateurs et contrôle d'accès aux applications,

  • une protection antivirus des postes de travail, avec mise à jour gérée centralement,

  • une protection antivirus des serveurs,

  • une protection antivirus du système départemental de messagerie,

  • une supervision centralisée des patches de sécurité des postes de travail,

  • une sauvegarde centralisée des données des PC

Un « Security Officer » a en charge la politique de sécurité d’ensemble et un service spécialisé du service d'encadrement ICT gère les aspects techniques et opérationnels.

2) Les données chiffrées disponibles sont résumées en annexe. Les systèmes de protection anti-virus ont détecté un grand nombre de virus, lesquels ont été neutralisés

3) Les « produits » utilisés pour sécuriser les systèmes des Finances sont des versions professionnelles mises à jour en permanence et des services fournis par des entreprises spécialisées en sécurité.

Ces différents produits sont intégrés dans une architecture spécifique au SPF Finances. Chaque produit constitue une brique dans un ensemble. La sécurité de l'ensemble est assurée par une action cohérente et globale de ces différents produits.

Un produit de sécurité ne suffit pas seul, à assurer la sécurité d'une infrastructure informatique. Le produit doit être correctement paramétré et exploité. Ceci est réalisé, soit au moyen des ressources propres en personnel du SPF Finances, soit en ayant recours à l'assistance de sociétés spécialisées, dans le cadre de marchés de service.

4) Le SPF Finances utilise un réseau central sécurisé mis à disposition de l’ensemble de ses utilisateurs.

Le SPF Finances ne met pas en œuvre de réseaux distincts par domaine d'activité :- d'une part parce que ce serait contraire à une gestion rationnelle de son infrastructure et, -d'autre part, parce que les différents domaines d'activité ne peuvent pas être parfaitement cloisonnés ; des échanges d'informations entre domaines différents d’activités sont nécessaires.

5) Le SPF Finances a rédigé un « code de déontologie ICT », communiqué à tous ses collaborateurs et précisant les conditions d'utilisation des moyens informatiques. Ce document (ou certains documents techniques qui y sont associés) donne des recommandations de sécurité.

Un « service desk » est mis en place pour fournir une assistance aux collaborateurs du SPF Finances, utilisateurs des systèmes informatiques. Il s'agit essentiellement de plaintes ou de demandes d'assistance pour assurer le fonctionnement des moyens informatiques. Le service desk traite des problèmes de sécurité quand ceux-ci affectent le fonctionnement des systèmes informatiques.

Le personnel ICT, spécialisé en sécurité, est assuré d’une formation permanente en la matière.

Le SPF Finances dispose de dispositifs d'alertes permettant, au personnel spécialisé du service d'encadrement ICT, de détecter des anomalies (comptage centralisé du nombre de détection de virus, comptage de tentatives d'accès avec échecs, comptage d'incidents  …).

Il n'est pas tenu de statistiques globales du nombre de problèmes de sécurité signalés par les utilisateurs.

Annexe : Statistiques

Pour interpréter les données, il ne faut pas perdre de vue que le réseau du SPF Finances comprend environ 27.000 fonctionnaires et autant de postes de travail.

Virus – Trafic internet

Les chiffres qui suivent ont été mesurés par l'infrastructure de sécurité isolant le réseau des Finances d'Internet. Ce tableau correspond aux virus détectés et éliminés dans les messages reçus depuis Internet (Incoming) ou transmis par les PC des Finances vers Internet  (Outgoing).

Les chiffres « Incoming » correspondent à des dangers évités. Les virus détectés ont été éliminés.

La présence des alertes « outgoing » témoignent de la présence d'un PC contaminé, ou véhiculant des données contaminées, dans le réseau des Finances.

Month

Incoming

Outgoing

Jan

417

0

Feb

539

2

Maa

276

2

Apr

284

1

Mei

713

2

Jun

579

2

Jul

354

1

Aug

427

0

Sep

150

1

Okt

784

4

Nov

1965

0




Total

6488

15

Virus – Trafic interne

Les chiffres qui suivent correspondent à des alertes virales détectées par le système central gérant la diffusion des logiciels anti-virus. La détection signifie :

  • que le poste de travail a été confronté à un virus (réception d'un message contaminé, introduction d'une clé USB contaminée, échange de données avec un disque partagé contaminé …)

  • que le virus a été traité (bloqué ou éliminé).

Event Generated Time

Number of Threat Events

January 2012

34212

February 2012

1372442

March 2012

301714

April 2012

43060

May 2012

9392

June 2012

14140

July 2012

53218

August 2012

15734

September 2012

39912

October 2012

11471

November 2012

5036

December 2012

2467

NB : Le nombre élevé de détections en février 2012 correspond à une sévère alerte virale qui a affecté le SPF Finances à cette époque.

1) Het hele netwerk van de Federale Overheidsdienst (FOD) Financiën is van het internet geïsoleerd door een beveiligingsinfrastructuur die bestaat uit verscheidene componenten:

  • firewall,

  • indringingsdetectie,

  • beveiligd mailrelais,

  • antivirusbescherming,

  • filtering van webpagina’s op basis van verscheidene criteria,

  • toegangscontrole op afstand met sterke authenticatie.

Met deze componenten kan de uitwisseling van informatie met het internet worden gecontroleerd, kan de risicovolle informatiestroom worden geblokkeerd en kan de toegestane informatiestroom worden gefilterd, afhankelijk van bepaalde gekende risico’s.

De strategische servers van de FOD Financiën maken deel uit van een intern netwerk dat door de beveiligingsinfrastructuur van het internet is geïsoleerd.  Geen enkele internetgebruiker heeft er toegang toe, tenzij via intermediaire beveiligde systemen.

De servers die diensten verlenen aan het publiek behoren tot een intermediair netwerk (DMZ), dat via internet toegankelijk is en losstaat van het interne netwerk van de FOD Financiën. Die servers worden afdoende beschermd en worden eventueel gebruikt als beveiligd relais naar de servers met de informatie.

Op het intern netwerk van de FOD Financiën zijn een aantal beveiligingsmaatregelen van toepassing :

  • een gecentraliseerd systeem van identificatie van de gebruikers en toegangscontrole van de toepassingen,

  • een antivirusbescherming van de werkposten met centraal beheerde bijwerking,

  • een antivirusbescherming van de servers,

  • een antivirusbescherming van het departementale mailsysteem,

  • een gecentraliseerde supervisie van de veiligheidspatches van de werkposten,

  • een gecentraliseerde opslag van de gegevens van de pc’s

Een “Security Officer” is belast met het hele beveiligingsbeleid en een gespecialiseerde dienst van de stafdienst ICT beheert de technische en operationele aspecten ervan.

2) De beschikbare cijfergegevens worden in de bijlage samengevat.

De antivirussystemen hebben een groot aantal virussen opgespoord en geneutraliseerd.

3) De ‘producten’ die worden gebruikt voor de beveiliging van de systemen van Financiën zijn professionele versies die permanent worden bijgewerkt en diensten die worden verricht door ondernemingen die in beveiliging gespecialiseerd zijn.

Deze producten zijn geïntegreerd in een architectuur die specifiek is voor de FOD Financiën. Elk product is een bouwsteen van een geheel. De beveiliging wordt gegarandeerd door een globale en samenhangende actie van de verschillende producten.

Een afzonderlijk beveiligingsproduct volstaat niet voor de beveiliging van een informatica-infrastructuur. Het product moet correct worden geparametreerd en geëxploiteerd.  Dit wordt ofwel met eigen personeel uitgevoerd ofwel met behulp van gespecialiseerde ondernemingen.

4) De FOD Financiën gebruikt voor alle gebruikers een centraal beveiligd netwerk.

De FOD Financiën heeft geen apart netwerk voor elke entiteit die er deel van uitmaakt. Dit zou enerzijds ingaan tegen een rationeel beheer van de infrastructuur en anderzijds kunnen de verschillende entiteiten niet perfect van elkaar worden afgeschermd: tussen die entiteiten is het noodzakelijk om informatie uit te wisselen.

5) De FOD Financiën heeft voor alle medewerkers een “deontologische code ICT” opgesteld. Daarin worden de gebruiksvoorwaarden van de informatica-apparatuur uiteengezet. In dit document of in bepaalde technische documenten die er verband mee houden, worden veiligheidsaanbevelingen meegedeeld.

Er werd een “service desk” opgericht om de medewerkers van Financiën, de gebruikers van de informaticasystemen, bij te staan. Het gaat in hoofdzaak om klachten of verzoeken om bijstand om de werking van de informaticamiddelen te garanderen. De service desk krijgt te maken met beveiligingsproblemen wanneer die een invloed hebben op de werking van de informaticasystemen.

Het ICT-personeel dat in beveiliging gespecialiseerd is, krijgt een permanente opleiding in deze materie.

De FOD Financiën beschikt over alarmsystemen waarmee het gespecialiseerde personeel van de stafdienst ICT anomalieën kan opsporen (gecentraliseerde telling van virusopsporingen, telling van mislukte toegangspogingen, telling van incidenten, …).

Er wordt geen globale statistiek bijgehouden van de beveiligingsproblemen die door de gebruikers worden meegedeeld.

Bijlage: Statistieken

Bij het interpreteren van de gegevens mag niet uit het oog worden verloren dat het netwerk van de FOD Financiën ongeveer 27 000 ambtenaren en werkposten omvat.

Virus – internetverkeer

De onderstaande cijfers werden gemeten door de beveiligingsinfrastructuur die het netwerk van Financiën van het internet isoleert.  Deze tabel geeft het aantal opgespoorde en uitgeschakelde virussen in de mails afkomstig van het internet (Incoming) of verspreid door de pc’s van Financiën (Outgoing).

De aantallen “Incoming” stemmen overeen met vermeden gevaren. De opgespoorde virussen werden uitgeschakeld.

Outgoing” alarmen wijzen op een besmette pc of een pc die besmette gegevens in het netwerk verspreidt.

Month

Incoming

Outgoing

Jan

417

0

Feb

539

2

Maa

276

2

Apr

284

1

Mei

713

2

Jun

579

2

Jul

354

1

Aug

427

0

Sep

150

1

Okt

784

4

Nov

1965

0

Totaal

6488

15

Virus – Intern verkeer

De onderstaande cijfers verwijzen naar virusalarmen die door het centrale systeem werden opgespoord.  Opsporing betekent :

  • at de werkpost met een virus werd geconfronteerd  (ontvangst van een besmette mail, invoer van een besmette USB-stick, gegevensuitwisseling met een besmette gedeelde schijf, …)

  • dat het virus werd aangepakt  (geblokkeerd of verwijderd).

Event Generated Time

Number of Threat Events

January 2012

34212

February 2012

1372442

March 2012

301714

April 2012

43060

May 2012

9392

June 2012

14140

July 2012

53218

August 2012

15734

September 2012

39912

October 2012

11471

November 2012

5036

December 2012

2467

NB: het hoge aantal opsporingen in februari verwijst naar een ernstig virusalarm dat destijds de FOD Financiën heeft getroffen.