SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
29 aôut 2012 29 augustus 2012
________________
Question écrite n° 5-6947 Schriftelijke vraag nr. 5-6947

de Christie Morreale (PS)

van Christie Morreale (PS)

à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen
________________
Lutte contre le frelon asiatique Strijd tegen de Aziatische hoornaar 
________________
insecte
apiculture
biodiversité
protection de l'environnement
lutte contre les insectes
lutte anti-incendie
insect
bijenteelt
biodiversiteit
milieubescherming
insectenbestrijding
brandbestrijding
________ ________
29/8/2012Verzending vraag
26/10/2012Antwoord
29/8/2012Verzending vraag
26/10/2012Antwoord
________ ________
Gelijkaardige vraag ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6946 Gelijkaardige vraag ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6946
________ ________
Question n° 5-6947 du 29 aôut 2012 : (Question posée en français) Vraag nr. 5-6947 d.d. 29 augustus 2012 : (Vraag gesteld in het Frans)

Le frelon asiatique a désormais atteint la Belgique. Originaire d'Asie et arrivé accidentellement en France dès 2005, ce frelon, qui s'est remarquablement bien adapté à notre climat, est un grand prédateur de l'abeille domestique, qui constitue près de 80 % de son régime alimentaire. Les problèmes liés à cette espèce invasive sont nombreux et on sait qu'il est difficile de faire face, techniquement, à sa progression. Les apiculteurs, dont le préjudice risque d'être important, s'alarment de la présence nouvelle de ce prédateur susceptible de décimer davantage encore les colonies d'abeilles. Or, ce secteur - déjà fragilisé par le parasite varroa, par diverses maladies ou par l'utilisation de certains pesticides - connait actuellement de multiples difficultés. Des solutions fiables, durables et efficaces doivent être trouvées pour limiter au maximum l'impact de ce frelon.

Les nids de ces frelons peuvent être installés à des distances très hautes du sol - jusqu'à 20 mètres d'altitude - et peuvent mesurer jusqu'à un mètre de haut et 80 cm de diamètre et contenir près de 15000 individus par saison.

1) Pour combattre ce nuisible, qui, s'il se sent attaqué, peut se montrer particulièrement agressif et dangereux, nos pompiers disposent-ils d'un équipement spécifique et ont-ils reçu des instructions de manière à ce que leurs interventions soient les plus efficaces et les moins dangereuses possibles? Quel est le mode de destruction préconisé ?

2) On parle, cet été, de former les pompiers belges par des pompiers français ayant déjà eu affaire à ce phénomène ou de faire venir des pompiers français plus expérimentés pour détruire les nids belges. Qu'en est-il précisément ?

 

De Aziatische hoornaar heeft zijn intrede gedaan in België. De hoornaar, die afkomstig is uit Azië en in 2005 toevallig in Frankrijk is terechtgekomen, heeft zich verrassend goed aan ons klimaat aangepast en voedt zich voor 80% met honingbijen, waarvoor hij aldus een bedreiging vormt. Deze invasieve exoten brengen heel wat problemen mee en men weet dat het technisch moeilijk is hun opmars tegen te houden. De imkers, die aanzienlijke schade dreigen te ondervinden, maken zich ongerust over de komst van deze roofvijand die de bijenpopulatie nog meer zal doen slinken.De bijensector, die reeds te kampen heeft met de varroamijt, allerlei ziekten en de gevolgen van het gebruik van bepaalde pesticiden, wordt met tal van problemen geconfronteerd. Er moeten betrouwbare, duurzame en efficiënte oplossingen worden gevonden om de impact van de hoornaar te beperken.

De nesten van deze reuzenwespen kunnen zich hoog boven de grond bevinden - tot 20 meter hoogte – en kunnen een meter hoog zijn, een diameter hebben van 80 centimeter en tot 15.000 wespen per seizoen bevatten.

1) Beschikt de brandweer over een specifieke uitrusting om deze schadelijke dieren te bestrijden, die wanneer ze zich bedreigd voelen, bijzonder agressief en gevaarlijk kunnen zijn? Heeft ze richtlijnen gekregen om zo efficiënt mogelijk en met zo min mogelijk gevaar op te treden? Welke verdelgingsmethode wordt er aanbevolen?

2) Deze zomer is er sprake van dat Belgische brandweerlieden een opleiding zouden krijgen van Franse brandweerlieden die al met het fenomeen hebben te maken gehad, of dat men Franse brandweerlieden met meer ervaring naar hier zou laten komen om de nesten te verdelgen. Hoe zit het daar precies mee?

 
Réponse reçue le 26 octobre 2012 : Antwoord ontvangen op 26 oktober 2012 :

1. Il est exact que le frelon asiatique progresse en Europe depuis le sud de la France. Aucun signalement de l’insecte n’a toutefois encore été enregistré auprès des services de secours belges (à la date du 1er septembre 2012).

Nos services disposent des moyens nécessaires pour lutter contre ces insectes. En effet, les tenues utilisées pour exterminer les guêpes, ainsi que la poudre mortelle utilisée pour tuer les organismes à sang froid fonctionnent efficacement contre le frelon asiatique. Pour les nids localisés à des distances élevées, les pompiers disposent d’auto-échelles et d’élévateurs. Ce matériel permet des interventions jusqu’à 30 mètres en moyenne.

La méthode d’intervention préconisée est la suivante:

  • Porter des vêtements de protection (tenue de protection complète contre les guêpes)

  • Idéalement, intervenir à la nuit tombante, et avant le lever du soleil, car ces insectes sont actifs pendant la journée et nombre d’entre eux peuvent avoir quitté le nid.

  • Procéder à une injection d’insecticide ou de poudre dans le nid.

  • Éloigner physiquement le nid. Le nid doit ensuite être brûlé ou détruit.

  • En aucun cas essayer de détruire le nid à distance (ex. : jet d’eau)

2. Malgré l’absence de signalements en Belgique jusqu’à présent, des mesures d’information ont, d’ores et déjà, été prises et ce, par le biais d’études de littérature (universitaire).

On ne connaît jusqu’à présent pas encore de méthode scientifique qui permette de stopper efficacement la progression de cet insecte. Les secouristes français conseillent dès lors – de préférence au début du printemps – de repérer les nids et de les éloigner physiquement et, le reste de l’année, de lutter contre ces insectes en suivant la méthode décrite ci-dessus.

Un nid détruit ne garantit cependant pas une diminution de la population l’année suivante. La colonie meurt en effet durant l’automne et l’hiver, et les nids vides ne sont pas réinvestis.

1. Het is correct dat de Aziatische hoornaar via Zuid Frankrijk aan een opmars bezig is in Europa. Er zijn echter nog geen meldingen van het insect bij de Belgische hulpdiensten geregistreerd (op datum van 1 september 2012)

Onze hulpdiensten beschikken over de nodige middelen om de strijd tegen deze insecten aan te gaan. De pakken die voor de wespenverdelging worden gebruikt, evenals het dodelijke poeder voor koudbloedigen werken afdoend tegen de Aziatische hoornaar. Voor de hoog gelokaliseerde nesten zijn er autoladders of hoogwerkers. Dit materiaal laat interventies toe tot gemiddeld 30 meter.

De vooropgestelde interventiemethode is de volgende:

  • Dragen van beschermende kledij (volledig wespenpak)

  • Ideaal gezien optreden bij valavond, en voor zonsopgang, daar het insect dagactief is en vele exemplaren het nest kunnen verlaten hebben.

  • Injectie van insecticide of poeder in het nest.

  • Fysieke verwijdering van het nest. Het nest moet daarna verbrand of vernietigd worden

  • In geen geval het nest proberen te vernielen van op afstand (bijvoorbeeld : waterstraal)

2. Ondanks het gebrek van meldingen tot nu toe in België werden al informatieve maatregelen genomen via literatuurstudie (academisch).

Tot op heden is er nog geen wetenschappelijk afdoende methode bekend om de opmars van dit insect efficiënt te stoppen. De Franse hulpverleners raden dan ook aan – liefst vroeg in het voorjaar – de nesten op te sporen en fysiek te verwijderen, en de rest van het jaar de strijd te voeren volgens de hierboven beschreven methode.

Een vernield nest biedt echter geen garantie op een vermindering van de populatie het jaar daarop. De kolonie sterft uit in het najaar en de winter, en de lege nesten worden niet meer in gebruik genomen.