SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
31 mai 2012 31 mei 2012
________________
Question écrite n° 5-6356 Schriftelijke vraag nr. 5-6356

de Guido De Padt (Open Vld)

van Guido De Padt (Open Vld)

à la ministre de la Justice

aan de minister van Justitie
________________
Personnel judiciaire - Mobilité - Mutation - Arrêté royal Gerechtspersoneel - Mobiliteit - Mutatie - Koninklijk besluit 
________________
greffes et parquets
mobilité de la main-d'oeuvre
arrêté
travailleur détaché
griffies en parketten
mobiliteit van arbeidskrachten
besluit
gedetacheerd werknemer
________ ________
31/5/2012Verzending vraag
19/12/2012Antwoord
31/5/2012Verzending vraag
19/12/2012Antwoord
________ ________
Question n° 5-6356 du 31 mai 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-6356 d.d. 31 mei 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

L'article 330 quater du Code judiciaire règle la mutation et la mobilité. Le premier paragraphe prévoit que le personnel judiciaire d'une cour, d'un tribunal, d'un greffe, d'un secrétariat de parquet ou d'un service d'appui peut, à sa demande, être transféré définitivement par mutation dans une classe de métier ou un grade similaire dans une autre cour, un autre tribunal, un autre greffe, un autre secrétariat de parquet, un autre service d'appui, pour autant qu'un emploi y soit vacant. Le Roi règle la mutation.

Selon le second paragraphe, le personnel judiciaire près une cour, un tribunal, un greffe, un secrétariat de parquet ou un service d'appui peut, à sa demande, être transféré par mobilité, définitivement, dans un grade équivalent dans un service public fédéral. Un membre du personnel d'un service public fédéral peut, à sa demande, être transféré par mobilité, définitivement, dans une classe de métiers ou un grade équivalent, dans un greffe ou un secrétariat du parquet. Le Roi règle ici aussi la mobilité.

L'arrêté royal d'exécution de cet article, qui devait entrer en vigueur à la fin de 2008, fait toujours défaut.

Dans ce cadre, j'aimerais obtenir une réponse aux questions suivantes.

1) La ministre confirme-t-elle que l'arrêté royal nécessaire fait toujours défaut? Quelles en sont les raisons?

2) Peut-elle indiquer quand sera pris l'arrêté royal de manière à ce que les dispositions légales puissent être appliquées dans la pratique?

3) La ministre dispose-t-elle de statistiques faisant état du nombre de personnes qui ont déjà fait appel à cette possibilité légale mais qui n'ont pu y recourir à cause de l'absence des dispositions d'exécution? En d'autres termes, combien de personnes attendent-elles cet arrêté royal?

 

Artikel 330quater van het Gerechtelijk Wetboek regelt de mutatie en mobiliteit. Paragraaf één bepaalt dat het gerechtspersoneel bij een hof, een rechtbank, een griffie, een parketsecretariaat of een steundienst, op zijn verzoek, door mutatie, in een gelijke vakklasse of graad, definitief kan worden overgeplaatst naar een ander hof, een andere rechtbank, een andere griffie, een ander parketsecretariaat of een andere steundienst voor zover daar een plaats vacant is. De Koning regelt de mutatie.

Volgens paragraaf twee kan het gerechtspersoneel bij een hof, een rechtbank, een griffie, een parketsecretariaat of een steundienst, op zijn verzoek, door mobiliteit in een gelijke graad, definitief worden overgeplaatst naar een federale overheidsdienst. Een personeelslid van een federale overheidsdienst kan op zijn verzoek, door mobiliteit in een gelijke vakklasse of graad, definitief worden overgeplaatst naar een griffie of een parketsecretariaat. De Koning regelt ook hier de mobiliteit.

Het koninklijk besluit tot uitvoering van dit artikel, dat eind 2008 in werking moest treden, ontbreekt echter nog steeds.

In dit kader krijg ik graag een antwoord op volgende vragen:

1) Bevestigt de geachte minister dat het noodzakelijke koninklijk besluit nog steeds ontbreekt? Wat zijn hiervoor de redenen?

2) Kan ze meedelen wanneer dat koninklijk besluit wordt uitgevaardigd zodat de wettelijke bepalingen in de praktijk kunnen worden toegepast?

3) Beschikt de geachte minister over cijfergegevens van het aantal personen die reeds een beroep deden op die wettelijke mogelijkheid, maar er geen gebruik konden van maken wegens het ontbreken van de uitvoeringsbepalingen? Hoeveel personen wachten, met andere woorden, op dat koninklijk besluit?

 
Réponse reçue le 19 décembre 2012 : Antwoord ontvangen op 19 december 2012 :

L'arrêté royal concernant la mobilité n'a pas encore été pris. Des adaptations techniques doivent d'abord être apportées à l'article 330quater du Code judiciaire. Elles figurent dans un projet qui est dans le circuit administratif. Un texte officieux d'arrêté royal a été rédigé en partenariat avec le Service public fédéral (SPF) P&O sous le précédent ministre. Des contacts ont été pris afin de relancer le dossier.

Concernant le nombre de personnes qui souhaitent bénéficier de la mobilité, nous ne disposons pas de chiffres puisque ce mécanisme est actuellement inexistant entre l'Ordre judiciaire et les SPF.

Het koninklijk besluit betreffende de mobiliteit is nog niet genomen. Eerst moeten er technische aanpassingen aangebracht worden in artikel 330quater van het Gerechtelijk Wetboek. Zij zijn opgenomen in een ontwerp, dat zich binnen het administratieve circuit situeert. Een officieuze tekst van koninklijk besluit werd opgesteld in samenwerking met de Federale Overheidsdienst (FOD) P&O, onder de vorige minister. Er werden contacten gelegd met het oog op een doorstart van het dossier.

Wij beschikken niet over cijfers van het aantal personen dat een beroep wil doen op mobiliteit, vermits dat mechanisme thans onbestaande is tussen de Rechterlijke Orde en de FOD's.