SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
4 mai 2012 4 mei 2012
________________
Question écrite n° 5-6177 Schriftelijke vraag nr. 5-6177

de Guido De Padt (Open Vld)
van Guido De Padt (Open Vld)

au secrétaire d'État à l'Environnement, à l'Énergie et à la Mobilité, adjoint à la ministre de l'Intérieur et de l'Égalité des Chances, et secrétaire d'État aux Réformes institutionnelles, adjoint au premier ministre
aan de staatssecretaris voor Leefmilieu, Energie en Mobiliteit, toegevoegd aan de minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, en staatssecretaris voor Staatshervorming, toegevoegd aan de eerste minister
________________
Fonds de sécurité routière - Utilisation des montants alloués Verkeersveiligheidsfonds - Aanwending toegekende bedragen 
________________
sécurité routière
fonds budgétaire
répartition géographique
police
police locale
 verkeersveiligheid
begrotingsfonds
geografische spreiding
politie
gemeentepolitie
________ ________
4/5/2012Verzending vraag
15/6/2012Antwoord
4/5/2012Verzending vraag
15/6/2012Antwoord
________ ________
Aussi posée à : question écrite 5-6175
Aussi posée à : question écrite 5-6176		 Aussi posée à : question écrite 5-6175
Aussi posée à : question écrite 5-6176
________ ________
Question n° 5-6177 du 4 mai 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-6177 d.d. 4 mei 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Chaque année, les zones de police et la police fédérale reçoivent du Fonds de sécurité routière un montant considérable qui leur permet de concrétiser la politique de sécurité routière. Les autorités policières contrôlent rigoureusement l'utilisation des moyens alloués, qui doit être efficace et effective.

Chaque année, le Fonds de sécurité routière alloue également des sommes considérables au Service public fédéral (SPF) Mobilité et Transports, au SPF intérieur et au SPF Justice. Ce dernier obtient ainsi, par exemple, un montant destiné à l'élaboration des mesures judiciaires alternatives dans le domaine de la circulation routière.

On peut surtout se demander ce que ces services publics fédéraux font précisément de ces moyens. Cette information peut en effet être utile dans le contexte de l'éventuelle répartition régionale du Fonds de sécurité routière.

Dans ce contexte, mes questions sont les suivantes.

1) Les membres du gouvernement, chacun pour sa sphère de compétences, peuvent-ils donner un aperçu des efforts supplémentaires que ces SPF ont pu réaliser ces cinq dernières années dans le domaine de la sécurité routière grâce aux moyens qui leur ont été alloués ?

2) Pensent-ils qu'il y ait des raisons de réexaminer la répartition régionale du Fonds de sécurité routière ? Peuvent-ils motiver leur réponse ?

 

Elk jaar ontvangen de politiezones en de federale politie een aanzienlijk bedrag uit het verkeersveiligheidsfonds om het verkeersveiligheidsbeleid mee vorm te geven. De efficiënte en effectieve besteding van de toegekende middelen wordt door de politieoverheden nauwgezet bewaakt.

Elk jaar worden uit het verkeersveiligheidsfonds ook aanzienlijke sommen toegekend aan de Federale Overheidsdienst (FOD) Mobiliteit en Vervoer, de FOD Binnenlandse Zaken en de FOD Justitie. Zo krijgt de FOD Justitie bijvoorbeeld een bedrag om de alternatieve gerechtelijke maatregelen op vlak van verkeer uit te werken.

De vraag is vooral wat die federale overheidsdiensten precies doen met die middelen. Deze informatie kan immers nuttig zijn in het kader van de eventuele regionale verdeling van het verkeersveiligheidsfonds.

In dit kader volgende vragen:

1) Kunnen de leden van de regering, elk binnen zijn eigen bevoegdheden, een overzicht geven van de extra inspanningen op het vlak van verkeersveiligheid die deze FOD's de afgelopen vijf jaar met het hun toegekende geld hebben gedaan?

2) Menen zij dat er redenen zijn om de regionale verdeling van het verkeersveiligheidsfonds te herbekijken? Kunnen ze hun antwoord motiveren?

 
Réponse reçue le 15 juin 2012 : Antwoord ontvangen op 15 juni 2012 :

  1. Étant donné que vous avez également posé la question à mes collègues de l’Intérieur et de la Justice, je leur laisse le soin d’apporter les éléments de réponse en ce qui les concerne.

    De 2005 à 2007, le Service public fédéral (SPF) Mobilité et Transports a perçu un montant de 150 000 euros indexés qui était destiné à couvrir les frais de personnel pour l’approbation des plans d’actions des zones de police.

    Avec la réforme du Fonds de Sécurité routière opérée en 2008, la procédure d’approbation des plans d’actions, de même que le budget nécessaire à cette fin, ont été supprimés.

    Un arrêté royal, basé sur l’article 5, §1er, 2°, 1er tiret, de la loi du 6 décembre 2005, a organisé l’année dernière le prélèvement d’un montant de 300 000 euros afin de permettre au SPF Mobilité et Transports d’assurer le suivi de la politique en matière de sécurité routière des services de police.

    Ce suivi consiste en l’exécution de plusieurs missions, à savoir, l’évaluation des activités de contrôle et leur effet sur la sécurité routière, l’évaluation de la 7e fonctionnalité de base « circulation routière » pour la police locale, le soutien politique grâce au développement d’une expertise en matière de contrôles routiers et le rôle de point de coordination européen pour toutes les questions relatives aux activités de contrôle.

    L’exécution de ces différentes missions a pour but que les collaborateurs du SPF Mobilité et Transports qui y sont affectés soient en mesure de développer et maintenir une expertise pointue en matière d’effets des contrôles routiers sur la sécurité routière. Cette expertise doit déboucher sur des propositions de modifications réglementaires et législatives destinées à renforcer l’efficacité des contrôles, notamment en améliorant les procédures et en facilitant l’utilisation d’équipements de contrôle automatiques.

    Ce prélèvement de 300 000 euros est destiné à être renouvelé chaque année. Seule une petite partie du montant prélevé l’année dernière a été utilisée car le recrutement du personnel nécessaire est encore en cours. Le solde est reversé au Trésor public.

  2. La politique des contrôles routiers restera en majeure partie une compétence fédérale. Maintenir une expertise à ce niveau me semble donc indispensable.

    L’accord de gouvernement prévoit par ailleurs que les moyens afférents aux compétences qui demeureront du ressort de l’autorité fédérale resteront au niveau fédéral.

    Je ne vois donc pas de raison de remettre en cause, dans le cadre de la régionalisation, l’attribution d’un faible montant du Fonds de Sécurité routière (0,22 %) au SPF Mobilité et Transports.

  1. Aangezien u de vraag eveneens heeft gesteld aan mijn collega’s van Binnenlandse Zaken en Justitie, laat ik het aan hen over om, voor zover zij betrokken zijn, de nodige elementen van antwoord te bezorgen.

    Van 2005 tot 2007 heeft de Federale Overheidsdienst (FOD) Mobiliteit en Vervoer een geïndexeerd bedrag van 150 000 euro ontvangen dat bestemd was om de personeelskosten te dekken voor de goedkeuring van de actieplannen van de politiezones.

    Met de hervorming van het Verkeersveiligheidsfonds in 2008 werd de procedure voor de goedkeuring van de actieactieplannen, evenals het vereiste budget hiervoor, opgeheven.

    Een koninklijk besluit, gestoeld op artikel 5, §1, 2°, eerste streepje, van de wet van 6 december 2005, heeft verleden jaar de afname van 300 000 euro geregeld om te zorgen dat de FOD Mobiliteit en Vervoer de opvolging van het beleid van de politiediensten inzake verkeersveiligheid kan doen.

    Deze opvolging bestaat in de uitvoering van verschillende opdrachten, namelijk de beoordeling van de controleactiviteiten en hun uitwerking op de verkeersveiligheid, de beoordeling van de zevende basisfunctie “verkeer” voor de lokale politie, de beleidsondersteuning dankzij de ontwikkeling van een expertise inzake wegcontroles en de rol van Europees coördinatiepunt voor alle vragen betreffende controleactiviteiten.

    De uitvoering van deze verschillende opdrachten dient de aangewezen medewerkers van de FOD Mobiliteit en Vervoer in staat te stellen een verregaande expertise te ontwikkelen en te onderhouden inzake de uitwerking van wegcontroles op de verkeersveiligheid. Deze specialisering moet uitlopen op voorstellen tot wijziging van de reglementering en wetgeving om de doeltreffendheid van controles te versterken, in het bijzonder om de procedures te verbeteren en het gebruik van de uitrusting voor automatische controles te vergemakkelijken.

    Het is de bedoelding dat deze afname van 300 000 euro jaarlijks wordt hernieuwd. Enkel een klein deel van de afname van het voorbije jaar werd gebruikt aangezien de werving van het nodige personeel nog lopende is. Het saldo werd teruggestort in de Schatkist.

  2. Het beleid van de wegcontroles blijft grotendeels een federale bevoegdheid. Het onderhouden van een expertise op dit niveau lijkt me dus onontbeerlijk.

    Het akkoord van de regering voorziet bovendien dat de middelen, die horen bij de bevoegdheden die federaal blijven, op federaal niveau blijven.

    Ik zie dus geen aanleiding om de toewijzing aan de FOD Mobiliteit en Vervoer van een gering bedrag van het Verkeersveiligheidsfonds (0,22 %) opnieuw in vraag te stellen in het kader van de regionalisering.