SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
20 avril 2012 20 april 2012
________________
Question écrite n° 5-6095 Schriftelijke vraag nr. 5-6095

de Nele Lijnen (Open Vld)

van Nele Lijnen (Open Vld)

au secrétaire d'État à la Fonction publique et à la Modernisation des Services publics, adjoint au ministre des Finances et du Développement durable, chargé de la Fonction publique

aan de staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Diensten, toegevoegd aan de minister van Financiën en Duurzame Ontwikkeling, belast met Ambtenarenzaken
________________
Pensions - Fonctionnaires statutaires - Régularisation des années d'études - Bonification pour diplôme - Coût Pensioen - Statutaire ambtenaren - Regularisatie studiejaren - Diplomabonificatie - Kostprijs 
________________
fonctionnaire
fonction publique
diplôme
condition de la retraite
ambtenaar
overheidsapparaat
diploma
pensioenvoorwaarden
________ ________
20/4/2012Verzending vraag
23/5/2012Antwoord
20/4/2012Verzending vraag
23/5/2012Antwoord
________ ________
Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6094 Ook gesteld aan : schriftelijke vraag 5-6094
________ ________
Question n° 5-6095 du 20 avril 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-6095 d.d. 20 april 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Sous certaines conditions, les fonctionnaires statutaires peuvent régulariser leurs années d'étude pour le calcul de leur pension : c'est ce qu'on appelle la bonification pour diplôme (ou bonification pour temps d'études).

Généralement, cette bonification correspond au nombre règlementaire d'années d'études qui sont, ou qui étaient, nécessaires à l'obtention du diplôme requis pour la fonction exercée.

Ce nombre d'années est toutefois limité à quatre, sauf s'il s 'agit d'un diplôme spécialisé (médecin spécialiste par exemple) qui est l'unique titre permettant l'exercice de la fonction. En outre, la bonification n'est octroyée que si la fonction a été exercée pendant une durée égale ou supérieure à celle de la bonification et ne vaut qu'en cas de nomination à titre définitif.

La bonification pour diplôme est prise en compte pour le calcul du nombre d'années de service nécessaire à l'ouverture du droit à la mise en disponibilité (à partir de 55 ou de 58 ans), ainsi que pour le calcul de la pension.

Les salariés ont également la faculté de régulariser leurs années d'étude, mais doivent le faire dans un certain délai. Ils doivent s'acquitter d'un montant déterminé (actuellement 1307,52 euros) par année régularisée. Pour les indépendants, cette possibilité est soumise à certaines conditions et il est impossible d'en prévoir le coût.

Je souhaiterais poser les questions suivantes au ministre :

1. Peut-il indiquer, respectivement pour les années 2009, 2010 et 2011, combien de fonctionnaires ont fait usage de la possibilité de faire régulariser gratuitement leurs années d'études, et le nombre moyen d'années d'études régularisées ?

2. Le ministre peut-il indiquer combien de fonctionnaires actuellement en service ont fait appel à cette bonification gratuite pour diplôme ou en bénéficient ? Est-il en mesure de dire avec précision quel est l'impact sur le budget et la caisse de pensions ?

3. Peut-il indiquer pourquoi cette faculté est proposée aux salariés moyennant paiement alors qu'elle est exonérée et automatique pour certains fonctionnaires (statutaires) ?

4. Estime-t-il que le nombre de fonctionnaires bénéficiant de la bonification pour diplôme est en hausse ou en baisse et peut-il donner des précisions concrètes ?

 

Statutaire ambtenaren kunnen onder bepaalde voorwaarden hun studiejaren regulariseren voor hun pensioen: de zogenaamde diplomabonificatie (of tijdsbonificatie).

Doorgaans is deze diplomabonificatie gelijk aan het reglementair aantal studiejaren dat nodig is of was om het diploma te behalen dat geldt als vereist bekwaamheidsbewijs voor het uitgeoefende ambt.

Het aantal jaren wordt evenwel beperkt tot vier, tenzij het een gespecialiseerd diploma betreft (gespecialiseerd geneesheer bijvoorbeeld) dat als enig vereist bekwaamheidsbewijs geldt voor het uitgeoefende ambt. Voorts wordt het slechts toegekend indien het ambt gedurende een aantal jaren dat ten minste gelijk is aan de te bonificeren duur werd uitgeoefend en mits er een vaste benoeming is.

De diplomabonificatie wordt in rekening gebracht bij de berekening van het aantal dienstjaren dat nodig is voor de opening van het recht inzake terbeschikkingstelling (55+/58+) alsook voor het bepalen van het pensioen zelf.

Werknemers kunnen eveneens hun studiejaren regulariseren doch dit moet geschieden binnen een bepaalde termijn. Per geregulariseerd jaar moet een vast bedrag worden betaald (momenteel per geregulariseerd jaar 1307,52 euro. Bij zelfstandigen is deze mogelijkheid onderworpen aan bepaalde voorwaarden en is de kostprijs op voorhand niet te bepalen.

Ik had dan ook volgende vragen voor de minister:

1. Kan de minister gedetailleerd aangeven hoeveel ambtenaren respectievelijk voor de jaren 2009, 2010 en 2011 gebruik maakten van de mogelijkheid om hun studiejaren te regulariseren via de kosteloze diplomabonificatie en eveneens aangeven hoeveel studiejaren er gemiddeld worden geregulariseerd?

2. Kan hij gedetailleerd aangeven hoeveel momenteel werkzame ambtenaren in het totaal beroep hebben gedaan / vallen onder deze kosteloze diplomabonificatie? Kan de minister dit cijfer gedetailleerd toelichten wat betreft de impact op de begroting en de Pensioenkas?

3. Kan hij aangeven waarom deze mogelijkheid voor werknemers betalend is en waarom deze voor bepaalde (statutaire) ambtenaren automatisch en kosteloos geschiedt?

4. Meent hij dat het aantal ambtenaren dat valt onder de diplomabonificatie toeneemt of afneemt en kan hij dit concreet toelichten?

 
Réponse reçue le 23 mai 2012 : Antwoord ontvangen op 23 mei 2012 :

J’ai l’honneur de communiquer à l’honorable emmbre que les questions qu’elle soulève relèvent de la compétence exclusive de mon collègue, le vice-premier ministre et ministre des Pensions.

Ik heb de eer het geachte lid mee te delen dat de door haar gestelde vragen tot de exclusieve bevoegdheid behoren van mijn collega, de vice-eerste minister en minister van Pensioenen.