SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
6 février 2012 6 februari 2012
________________
Question écrite n° 5-5496 Schriftelijke vraag nr. 5-5496

de Bert Anciaux (sp.a)

van Bert Anciaux (sp.a)

au vice-premier ministre et ministre des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et des Affaires européennes

aan de vice-eersteminister en minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Europese Zaken
________________
Titres de noblesse - Concession - Commission d’avis sur les concessions de faveurs nobiliaires Adellijke titels - Toekenning - Adviescommissie voor de adellijke gunsten 
________________
classe supérieure
hogere klasse
________ ________
6/2/2012Verzending vraag
16/4/2012Antwoord
6/2/2012Verzending vraag
16/4/2012Antwoord
________ ________
Question n° 5-5496 du 6 février 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-5496 d.d. 6 februari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

En Belgique, un titre de noblesse peut être octroyé en raison de certains mérites. Cet octroi et l'admission dans la noblesse obéissent à des règles précises. Au SPF Affaires étrangères a été créée une « Commission d'avis sur l'octroi de faveurs nobiliaires » composée d'une douzaine de membres indépendants.

Le gouvernement du Royaume-Uni vient de décider de retirer son titre à Sir Fred Goodwin. Goodwin avait fait de la « Royal Bank of Scotland » une des plus grandes banques du monde et s'était vu octroyer le titre de chevalier en 2004 pour ses mérites dans le domaine bancaire. Quatre ans plus tard, le rachat d'ABN Amro Bank a tourné au vinaigre et la crise financière a éclaté. Selon le gouvernement britannique, Goodwin a discrédité le prédicat.

Voici mes questions :

1) En Belgique, peut-on se voir retirer son titre nobiliaire ? Dans quelles circonstances ? Est-ce le cas pour tous les titres, héréditaires ou non, quel que soit leur rang ?

2) Ces dix dernières années, est-il arrivé à quelqu'un de perdre son titre de noblesse ? Si oui, pour quel motif ?

3) Le ministre peut-il me fournir la liste des personnes anoblies ces dix dernières années ? A-t-on octroyé des titres héréditaires ? Dans l'affirmative, à qui et jusqu'à quel degré de descendance ?

4) Le ministre pense-t-il que des gens qui ont discrédité ou discréditent le prédicat figurent parmi notre noblesse (récente) ? Envisage-t-on de leur retirer leur titre ?

 

In België kan een persoon wegens bepaalde verdiensten een adellijke titel verwerven. De verlening van een adellijke titel of de opname in de adel gebeurt volgens welbepaalde regels. In de FOD Buitenlandse Zaken bestaat een "Adviescommissie voor de adellijke gunsten" die bestaat uit een twaalftal onafhankelijke leden.

In het Verenigd Koninkrijk heeft de Britse regering onlangs beslist om Sir Fred Goodwin zijn titel te ontnemen. Goodwin maakte van de Royal Bank of Scotland een van de grootste banken ter wereld en werd in 2004 tot ridder geslagen vanwege zijn verdiensten voor het bankwezen. Vier jaar later ging het mis met de overname van ABN Amro en de uitbraak van de kredietcrisis. Volgens de Britse regering heeft Goodwin het predicaat in diskrediet gebracht.

Hierover de volgende vragen:

1) Bestaat in België de mogelijkheid om iemand zijn adellijke titel te ontnemen? Wat zijn daarbij de voorwaarden? Geldt dit voor alle adellijke titels, ongeacht rang en erfelijkheid?

2) Is het de afgelopen tien jaar voorgekomen dat iemand zijn adellijke titel verloor? Zo ja, wat waren daarvoor de redenen?

3) Kan de minister mij een lijst bezorgen van de mensen die de jongste tien jaar in de adel zijn verheven? Zijn hierbij ook erfelijke titels verleend? Zo ja, aan wie en tot welke graad in het nageslacht?

4) Meent de minister dat er onder onze (nieuwbakken) adel ook titularissen zitten die het predicaat in diskrediet brachten of brengen? Wordt overwogen die mensen hun titels te ontnemen?

 
Réponse reçue le 16 avril 2012 : Antwoord ontvangen op 16 april 2012 :

1) En Belgique, seul le pouvoir judiciaire peut prononcer la destitution ou l’interdiction du droit de porter des titres de noblesse. Il s’agit des condamnations criminelles qui tombent sous l’application des articles 19 et 31 du Code pénal. Lorsque l’arrêt portant la peine de destitution est coulé en force de chose jugée, le condamné cesse de faire partie de la noblesse belge et perd définitivement son titre nobiliaire. Tous les titres nobiliaires sont concernés.

2) Aucun cas ne nous est connu mais c’est toutefois possible dans le cas où une personne de la noblesse est condamnée pénalement en application de l’article 19 ou 31 du Code pénal.

3) Pour cela, je réfère à la publication de P. De Win (réd.), Adelbrieven verleend door Z.M. Albert II, Koning der Belgen 1993-2008 / Lettres Patentes de Noblesse octroyées par S.M. Albert II, Roi des Belges 1993-2008, 2 tomes, Lannoo-Racine, Tielt, 2001-2010. Cette publication reprend toutes les personnes qui ont bénéficié d’une faveur nobiliaire durant la période 1993-2008 et qui ont levé leurs lettres patentes de noblesse (condition nécessaire pour que la faveur entre en vigueur). Pour chacune d’entre elles, la faveur accordée est explicitement mentionnée ainsi que la date des lettres patentes de noblesse. Pour la période 2009-2011, on ne dispose pas encore d’une publication. Il apparaît de la publication citée plus haut que la faveur consiste généralement en une concession de noblesse héréditaire avec un titre personnel (de chevalier ou de baron). La concession d’un titre héréditaire est plutôt exceptionnelle.

4) Le but de la Commission d’Avis sur les concessions de faveurs nobiliaires est précisément de ne proposer que des personnes qui se montrent dignes de cette faveur et dont on présume qu’elles le restent.

1) In België kan enkel de rechterlijke macht bij strafrechtelijke veroordelingen de afzetting, de ontzetting of het verbod van het recht om een adellijke titel te voeren uitspreken. Dit gebeurt bij veroordelingen tot criminele straffen die vallen onder de toepassing van de artikelen 19 en 31 van het Strafwetboek. Zodra het arrest waarbij de afzetting wordt bevolen, onherroepelijk is geworden, houdt de veroordeelde op tot de Belgische adel te behoren en verliest hij zijn adellijke titel. Het betreft alle adellijke titels.

2) Er is ons daarover niets bekend, maar het zou kunnen wanneer tegen iemand van adel een strafrechtelijke veroordeling zou zijn uitgesproken die valt onder de toepassing van artikel 19 of 31 van het Strafwetboek.

3) Hiervoor wordt verwezen naar de publicatie van P. De Win (red.), Adelbrieven verleend door Z.M. Albert II, Koning der Belgen 1993-2008 / Lettres Patentes de Noblesse octroyées par S.M. Albert II, Roi des Belges 1993-2008, 2 delen, Lannoo-Racine, Tielt, 2001-2010. Daarin zijn alle personen opgenomen die een adellijke gunst hebben gekregen in de periode 1993-2008 en die hun adelbrief hebben gelicht (noodzakelijke voorwaarde opdat de gunst van kracht wordt). Bij ieder wordt de verleende gunst expliciet vermeld alsook de datum van de adelbrief. Voor de periode 2009-2011 is er nog geen publicatie beschikbaar. Uit bovenvermelde publicatie blijkt dat de gunst doorgaans bestaat uit de verlening van erfelijke adeldom met een persoonlijke titel (van ridder of baron); de verlening van een erfelijke titel gebeurt eerder uitzonderlijk.

4) De bedoeling van de Consultatieve Commissie voor het toekennen van adellijke gunsten is het juist om enkel personen voor te dragen die deze gunst waard zijn en waarvan men verwacht dat ze dat ook zullen blijven.