SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
16 janvier 2012 16 januari 2012
________________
Question écrite n° 5-5251 Schriftelijke vraag nr. 5-5251

de Sabine de Bethune (CD&V)

van Sabine de Bethune (CD&V)

à la secrétaire d'État à l'Asile et la Migration, à l'Intégration sociale et à la Lutte contre la pauvreté, adjointe à la ministre de la Justice

aan de staatssecretaris voor Asiel en Migratie, Maatschappelijke Integratie en Armoedebestrijding, toegevoegd aan de minister van Justitie
________________
Organes consultatifs fédéraux - Composition - Quota légal - Nombre d'hommes et de femmes - 2011 Federale adviesorganen - Samenstelling - Wettelijk quotum - Aantal mannen en vrouwen - 2011 
________________
intégration des questions d'égalité entre les hommes et les femmes
pouvoir consultatif
égalité homme-femme
gendermainstreaming
consultatieve bevoegdheid
gelijke behandeling van man en vrouw
________ ________
16/1/2012Verzending vraag
28/3/2012Antwoord
16/1/2012Verzending vraag
28/3/2012Antwoord
________ ________
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3201 Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3201
________ ________
Question n° 5-5251 du 16 janvier 2012 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-5251 d.d. 16 januari 2012 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Depuis la loi du 20 juillet visant à promouvoir la présence équilibrée d'hommes et de femmes dans les organes possédant une compétence d'avis, modifiée en 1997 et en 2003, un quota légal est en vigueur en ce qui concerne les organes consultatifs fédéraux. Ceux-ci ne peuvent comprendre plus de deux tiers de membre du même sexe. Si cette condition n'est pas remplie, l'organe ne peut plus émettre d'avis valable. L'article 2bis de la loi susmentionnée permet toutefois au Conseil des ministres d'accorder une dérogation lorsque le ministre de tutelle de l'organe fait savoir au ministre chargé de l'égalité des chances entre hommes et femmes qu'il est impossible de respecter le quota et motive cette impossibilité.

Je souhaiterais une réponse aux questions suivantes :

1) Quels organes consultatifs relèvent de votre compétence ? Pouvez-vous en donner la liste ?

2) En cette année 2011, quelle est la composition, ventilée par sexe, de chacun de ces organes consultatifs ? Puis-je vous demander de distinguer les membres effectifs, les membres suppléants et la présidence ?

3) Pour quels organes consultatifs a-t-on demandé une dérogation en vertu de l'article 2bis, et quand ?

 

Sinds de wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid, gewijzigd in 1997 en 2003, geldt er een wettelijk quotum wat de samenstelling van de federale adviesorganen betreft. Die adviesorganen mogen in principe uit niet meer dan twee derde leden van hetzelfde geslacht bestaan. Bij niet vervulling van die voorwaarde kan het orgaan in kwestie geen geldig advies meer uitbrengen. Bovenvermelde wet laat in artikel 2bis evenwel een afwijking door de Ministerraad toe als de voogdijminister van het orgaan de onmogelijkheid om de quota na te leven laat weten aan de minister die bevoegd is voor het gelijke kansenbeleid voor mannen en vrouwen en die onmogelijkheid motiveert.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Welke adviesorganen ressorteren onder uw bevoegdheid? Kan u er een lijst van geven?

2) Wat is anno 2011 de samenstelling van elk van die adviesorganen, rekening houdende met het aantal mannen en vrouwen? Mag ik u verzoeken een onderscheid te maken tussen de effectieve leden, de plaatsvervangende leden en het voorzitterschap?

3) Voor welke adviesorganen werd op basis van bovenvermeld artikel 2bis een uitzondering gevraagd en wanneer?

 
Réponse reçue le 28 mars 2012 : Antwoord ontvangen op 28 maart 2012 :

Au sein du Service public fédéral (SPF) Intérieur, il y a actuellement deux organes consultatifs qui ressortent de ma compétence :

1. la Commission consultative des étrangers (créée sur la base des articles 32-39 de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers)

Composition

La Commission consultative des étrangers se compose de :

- deux magistrats ;

- deux avocats ;

- personnes s'occupant de la défense des intérêts des étrangers au sein d'une œuvre d'assistance, d'un groupement, d'un mouvement ou d'une organisation.

Chaque membre de la commission a un ou plusieurs suppléants qui assurent leur remplacement en cas d'empêchement et, le cas échéant, l'achèvement de leur mandat.

Répartition hommes-femmes

La Commission consultative des étrangers se compose de :

- deux présidents effectifs, tous deux des hommes ;

- deux présidents suppléants, tous deux des hommes ;

- dix-huit membres ordinaires, dont huit femmes et dix hommes ;

- quarante et un membres suppléants, dont vingt-six femmes et quinze hommes.

Au total, la Commission consultative des étrangers se compose donc de soixante trois membres, dont trente quatre femmes et vingt-neuf hommes.

Dérogation en vertu de l'article 2bis

Il n’a pas été fait usage de la demande de dérogation à la règle des 2/3 hommes/femmes selon la loi du 20 juillet 1990.

2. le Conseil consultatif des étrangers (créée sur la base de l’article 31 de la loi du 15 décembre 1980 sur l'accès au territoire, le séjour, l'établissement et l'éloignement des étrangers).

Composition

Le Conseil consultatif des étrangers est composé pour moitié de représentants des ministres de l'Intérieur, de l'Emploi et du Travail, des Affaires étrangères, des Classes moyennes, du ministre ayant la Coopération au développement dans ses attributions et des membres des gouvernements des Communautés ou des Régions ayant la culture, l'éducation, l'emploi et le travail dans leurs attributions et pour moitié de représentants belges et étrangers d'organismes s'occupant de la défense des intérêts des travailleurs immigrés et d'organisation d'étudiants reconnues.

Au sein du Service public programmation (SPP) Intégration sociale, Lutte contre la Pauvreté et Économie sociale un seul organe consultatif relève de ma compétence, la Commission consultative fédérale de l’Aide sociale.

Composition

- vingt-quatre membres effectives (quinze hommes, neuf femmes)

- vingt-quatre membres suppléants (neuf hommes, quinze femmes)

- un président (homme)

Concernant la dérogation en vertu de l'article 2bis, la réponse est négative.

Au sein de Fedasil, il n’y a aucun organe consultatif.

Binnen de Federale Overheidsdienst (FOD) Binnenlandse Zaken zijn er thans twee adviesorganen die onder mijn bevoegdheid vallen:

1. De Commissie van advies voor vreemdelingen (opgericht op basis van de artikelen 32-39 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen).

Samenstelling

De Commissie van advies voor vreemdelingen is samengesteld uit:

- twee magistraten;

- twee advocaten;

- personen die de belangen van de vreemdelingen verdedigen in een instelling voor bijstand, een groepering, een beweging of een organisatie.

Ieder lid van de commissie heeft één of meerdere plaatsvervangers die, bij verhindering, in zijn vervanging en, in voorkomend geval, in de voltooiing van zijn mandaat voorzien.

Verdeling mannen-vrouwen

De Commissie van advies voor vreemdelingen is samengesteld uit:

- twee effectieve voorzitters, beiden mannen;

- twee plaatsvervangende voorzitters, beiden mannen;

- achttien gewone leden, waaronder acht vrouwen en tien mannen;

- eenenveertig plaatsvervangende leden, waaronder zesentwintig vrouwen en vijftien mannen.

In totaal zijn er drieënzestig leden, waarvan vierendertig vrouwen en negenentwintig mannen.

Uitzondering op basis van het artikel 2bis

Er werd geen aanvraag ingediend tot afwijking van de regel van 2/3 mannen/vrouwen volgens de wet van 20 juli 1990.

2. De Raad van advies voor vreemdelingen (opgericht op basis van artikel 31 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen).

Samenstelling

De Raad van advies voor vreemdelingen is voor de helft samengesteld uit vertegenwoordigers van de ministers van Binnenlandse Zaken, Tewerkstelling en Arbeid, Buitenlandse Zaken, Middenstand, de minister tot wiens bevoegdheid ontwikkelingssamenwerking behoort en de leden van de Gemeenschaps- of Gewestregering tot wier bevoegdheid cultuur, opvoeding, arbeid en tewerkstelling behoren, en voor de andere helft uit Belgische en buitenlandse afgevaardigden van instellingen die zich bezighouden met de verdediging van de belangen van de gastarbeiders, en van erkende studentenverenigingen.

Binnen de Programmatorische Overheidsdienst (POD) Maatschappelijke integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie ressorteert één adviesorgaan onder mijn bevoegdheid namelijk, de Federale Adviescommissie Maatschappelijk welzijn.

Samenstelling

- vierentwintig effectieve leden (vijftien mannen, negen vrouwen)

- vierentwintig plaatsvervangende leden (negen mannen, vijftien vrouwen)

- een voorzitter (man)

Wat betreft de uitzondering op basis van het artikel 2bis, luidt het antwoord ontkennend.

Bij Fedasil zijn er geen adviesorganen.