SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
30 décembre 2011 30 december 2011
________________
Question écrite n° 5-5128 Schriftelijke vraag nr. 5-5128

de Alexander De Croo (Open Vld)

van Alexander De Croo (Open Vld)

au ministre du Budget et de la Simplification administrative

aan de minister van Begroting en Administratieve Vereenvoudiging
________________
Fonds de l'économie sociale et durable - Crédits toxiques - Dédommagement - Procédures juridiques Kringloopfonds - Toxische kredieten - Schadevergoeding - Juridische procedures 
________________
placement de capitaux
crise monétaire
perte financière
Fonds de l'économie sociale et durable
obligation financière
capitaux spéculatifs
kapitaalbelegging
monetaire crisis
financieel verlies
Kringloopfonds
obligatie
speculatiekapitaal
________ ________
30/12/2011Verzending vraag
6/2/2012Antwoord
30/12/2011Verzending vraag
6/2/2012Antwoord
________ ________
Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3116 Herindiening van : schriftelijke vraag 5-3116
________ ________
Question n° 5-5128 du 30 décembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-5128 d.d. 30 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Le Fonds de l'économie sociale et durable aujourd'hui en liquidation a été créé par l'État fédéral le 13 mai 2003. Il s'agit d'une société coopérative à responsabilité limitée et à finalité sociale. La mission et les objectifs du Fonds ont été clairement décrits, d'une part, dans les définitions légales et, d'autre part, dans les statuts de la société. Le Fonds de l'économie sociale et durable s'est en particulier fixé comme but « toute forme d'intervention au profit d'organisations ou d'entreprises qui font partie de l'économie sociale et durable, notamment la participation au capital et/ou l'octroi de prêts. ».

Pour remplir cette mission, le Fonds disposait d'un montant de 75 millions d'euros maximum, pour lequel il recourait à des emprunts ou à l'émission d'obligations nominatives avec garantie de l'État pour un terme minimum de cinq ans. Fin 2009, il s'est avéré que le Fonds de l'économie sociale et durable avait investi dans des produits toxiques de la KBC, les fameuses Collateralized debt obligations (CDO) qui ont été gravement touchées par la crise financière, et le fonds a dû passer intégralement aux pertes, en 2009, les 25,5 millions qui y étaient liés. En outre, le Fonds a encore dû encaisser, en 2008, une moins-value de 1,3 million sur un investissement de 3 millions d'euros qu'il avait effectué auprès de Fortis. En mai 2011, le Fonds de l'économie sociale et durable s'est vu refuser par le groupe financier KBC le paiement d'un dédommagement pour crédits reconditionnés devenus sans valeur. Le Fonds de participation a été désigné comme liquidateur. Diverses entreprises, cotées en Bourse ou non, ont également dû enregistrer des moins-values importantes sur des investissements de la KBC dans des CDO. Elles ont également obtenu une fin de non-recevoir concernant un éventuel dédommagement. Bon nombre d'entre elles n'ont pas accepté le point de vue de la banque et ont dès lors entamé diverses actions afin de récupérer le dommage qu'elles avaient subi. Le 30 août, la KBC a fait savoir qu'elle avait conclu une transaction avec l'assureur-crédit américain MBIA par le biais de sa filiale aux îles Caïmans. La KBC était cliente de cet assureur d'obligations (MBIA) pour son portefeuille d'obligations d'entreprise reconditionnées (CDO) et a de ce fait subi de lourdes pertes. La KBC n'a pas voulu communiquer le montant de la transaction.

Je souhaiterais dès lors poser les questions suivantes :

1) Pouvez-vous indiquer à combien la moins-value totale est estimée, depuis 2003, en ce qui concerne les investissements effectués par le Fonds de l'économie sociale et durable auprès de diverses banques ? Le Fonds a-t-il déjà été liquidé ?

2) Pouvez-vous indiquer si des actions en dommages et intérêts ont déjà été entamées contre la banque afin de récupérer le dommage subi étant donné que plusieurs personnes dupées ont déjà ouvert des procédures devant le tribunal ? Dans l'affirmative, pouvez-vous l'expliquer et la banque est-elle disposée à accepter une transaction ? Dans la négative, pourquoi aucune procédure n'a-t-elle été entamée vu que la perte est importante et qu'elle concerne l'argent du contribuable et vu que d'autres personnes dupées ont bien entamé une procédure ? Je souhaiterais obtenir une explication détaillée et un état des lieux.

3) Étant donné que la banque a manifestement conclu une transaction dans le dossier MBIA, il semble logique que son montant soit réparti proportionnellement entre les divers acteurs dupés et dès lors, le liquidateur du Fonds de l'économie sociale et durable doit également en récupérer une partie. Pouvez-vous me dire si c'est le cas et, dans l'affirmative, à combien cette somme est estimée ? Dans la négative, pourquoi pas et cela est-il éventuellement contesté ?

4) Pouvez-vous préciser le montant que le Trésor a jusqu'à présent définitivement perdu, en ce compris les coûts de liquidation ?

5) Pouvez-vous expliquer si l'État fédéral a dû enregistrer d'autres moins-values sur CDO depuis 2008, directement ou indirectement, par le biais d'entreprises publiques ou de fonds ? Dans l'affirmative, de combien s'agit-il et où la moins-value a-t-elle été enregistrée ?

 

Het Kringloopfonds dat heden in vereffening is, werd door de federale overheid opgericht op 13 mei 2003. Het is een coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid en met sociaal oogmerk. De opdracht en doelstellingen van het Fonds waren duidelijk omschreven binnen enerzijds de wettelijke bepalingen en anderzijds in de statuten van de vennootschap. Meer specifiek stelde het Kringloopfonds zich als doel "elke vorm van tussenkomst ten voordele van organisaties of ondernemingen die tot de sociale en duurzame economie behoren, met name de participatie in het kapitaal en /of het verstrekken van leningen".

Om deze opdracht in te vullen beschikte het Fonds over een bedrag van maximum € 75 miljoen, waarbij het gebruik maakte van leningen of van de uitgifte van obligaties op naam met staatswaarborg met een looptijd van minimum vijf jaar. Eind 2009 bleek het kringloopfonds te hebben belegd in toxische producten van KBC, de ondertussen beruchte Collateralized debt obligations (CDO's), die zwaar werden getroffen door de financiële crisis en aldus moest het fonds in 2009 de 25,5 miljoen die daarmee gepaard ging integraal afboeken. Daarnaast slikte het fonds in 2008 ook een minderwaarde van 1,3 miljoen op een belegging van 3 miljoen euro die het deed bij Fortis. In mei 2011 bleek dat het Kringloopfonds van de financiële groep KBC een afwijzend antwoord gekregen om een schadevergoeding te krijgen voor waardeloos geworden herverpakte kredieten. Als vereffenaar werd het Participatiefonds aangesteld. Ook diverse al of niet beursgenoteerde bedrijven moesten zware minwaarden boeken op beleggingen van KBC in CDO's. Ook zij kregen nul op rekwest wat betreft een eventuele schadevergoeding. Vele van hen aanvaardden het standpunt van de bank niet en aldus werden diverse rechtszaken opgestart om de door hen geleden schade te recupereren. Op 30 augustus maakte KBC bekend dat ze een schikking bereikten met de Amerikaanse kredietverzekeraar MBIA via hun dochter in de Kaaimaneilanden. KBC was klant bij deze obligatieverzekeraar (MBIA) voor zijn portefeuille herverpakte bedrijfsobligaties (CDO's) en leed hierop zware verliezen. KBC wilde niet kwijt hoe groot de schikking was.

Ik had dan ook volgende vragen voor de geachte ministers en staatssecretaris:

1) Kan de bevoegde minister aangeven op hoeveel de totale minwaarde wordt begroot wat betreft de beleggingen die het kringloopfonds deed bij diverse banken en dit sinds 2003? Is het fonds reeds vereffend?

2) Kan hij aangeven of er heden reeds juridische procedures tot schadevergoeding zijn opgestart jegens de bank om de geleden schade te recupereren gezien diverse mede gedupeerden reeds procedures hebben opgestart voor de rechtbank? Zo ja, kan dit worden toegelicht en is men bereid tot het aanvaarden van een schikking? Zo neen, waarom werden nog geen procedures opgestart gezien het verlies toch groot is en het geld van de belastingbetaler betreft alsook gezien andere gedupeerden wel procederen? Graag een uitvoerige toelichting en stand van zaken.

3) Gezien de desbetreffende bank klaarblijkelijk een schikking heeft bereikt in het dossier MBIA lijkt het logisch dat deze proportioneel wordt verdeeld over de diverse gedupeerden en aldus moet ook de vereffenaar van het kringloopfonds hiervan een deel terugzien. Kan de bevoegde minister toelichten of dit het geval is en zo ja, op hoeveel wordt dit begroot? Zo neen, waarom niet en wordt dit eventueel betwist?

4) Kan gedetailleerd worden toegelicht hoeveel euro's de schatkist inclusief de kosten van vereffening tot op heden definitief heeft verloren?

5) Kan de bevoegde minister toelichten of de federale overheid rechtstreeks of onrechtstreeks via overheidsbedrijven of fondsen nog andere minwaarden heeft moeten boeken op CDO's sinds 2008 en zo ja, om hoeveel gaat het en waar werd de minwaarde geboekt?

 
Réponse reçue le 6 février 2012 : Antwoord ontvangen op 6 februari 2012 :

Je renvoie l’honorable membre à la réponse qui a été donnée le 3 novembre 2011 à cette question par mon collègue le ministre des Finances (Question n° 5-3115 du 21 septembre 2011).

Ik verwijs het geachte lid naar het antwoord dat mijn collega de minister van Financiën op 3 november 2011 heeft gegeven op deze vraag (Vraag nr. 5-3115 van 21 september 2011).