SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
23 décembre 2011 23 december 2011
________________
Question écrite n° 5-4359 Schriftelijke vraag nr. 5-4359

de Dirk Claes (CD&V)

van Dirk Claes (CD&V)

à la vice-première ministre et ministre de l'Intérieur

aan de vice-eersteminister en minister van Binnenlandse Zaken
________________
Formation de la police - Candidats refusés - Enquête de moralité Politieopleiding - Weigering van kandidaten - Screening op onberispelijk gedrag 
________________
police
police locale
recrutement
devoirs du fonctionnaire
statistique officielle
politie
gemeentepolitie
aanwerving
plichten van de ambtenaar
officiële statistiek
________ ________
23/12/2011Verzending vraag
26/10/2012Antwoord
23/12/2011Verzending vraag
26/10/2012Antwoord
________ ________
Réintroduction de : question écrite 5-1915 Réintroduction de : question écrite 5-1915
________ ________
Question n° 5-4359 du 23 décembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-4359 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

L'arrêté royal du 30 mars 2001 portant la position juridique du personnel des services de police dispose que le candidat doit être de conduite irréprochable. Durant la sélection effective, chaque candidat est soumis à une enquête de voisinage et de moralité effectuée par le corps de police locale de son lieu de résidence, outre le contrôle de l'intégrité du candidat tout au long de la procédure de sélection.

J'aimerais obtenir une réponse aux questions suivantes.

1. Combien d'enquêtes ont-elles été réalisées en 2010 ?

2. Parmi les candidats qui se sont présentés en 2010, combien étaient-ils déjà connus négativement des services de police ?

3. Combien de ces personnes ont-elles in fine été acceptées en formation ?

4. Combien de ces personnes ont-elles été refusées au total en 2010 et n'ont par conséquent pas été admises en formation ou n'ont pas été jugées aptes lors de la formation (ventilation par province) ?

 

Het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten bepaalt dat de kandidaat van onberispelijk gedrag moet zijn. Tijdens de effectieve selectie wordt iedere kandidaat onderworpen aan een onderzoek van de omgeving en de antecedenten, uitgevoerd door het korps van de lokale politie van de woonplaats van de kandidaat, naast de controle van de integriteit van de kandidaat doorheen de selectieprocedure.

Graag had ik antwoord ontvangen op onderstaande vragen:

1) Hoeveel onderzoeken werden er in 2010 uitgevoerd?

2) Hoeveel kandidaten waren er in 2010 die ooit op een negatieve wijze met de politie in aanraking zijn gekomen?

3) Hoeveel van deze mensen zijn er uiteindelijk toegelaten tot de politieopleiding?

4) Hoeveel mensen werden er in 2010 in totaal geweigerd en werden bijgevolg niet toegelaten tot de politieopleiding of werden als niet geschikt bevonden tijdens de duur van de politieopleiding (afzonderlijk per provincie)?

 
Réponse reçue le 26 octobre 2012 : Antwoord ontvangen op 26 oktober 2012 :

Tout d’abord, je vous renvoie à ma réponse à votre question n° 5-1822 du 22 mars 2011 (publiée en date du 30 mai 2011). 

1° En 2010, dans le cadre des procédures de recrutement et de sélection des candidats inspecteurs, 3 279 enquêtes de milieu et des antécédents ont été effectuées. 

2° Une enquête de moralité approfondie a été effectuée à l’égard de 394 de ces candidats car ils étaient mentionnés dans différentes bases de données de la police. 

3° Parmi ces 394 candidats, 76 sont finalement devenus lauréats de la sélection. 

Il n’est pas possible de fournir le nombre total de candidats qui souhaitaient rejoindre le cadre de base en 2010 et qui n’ont finalement pas été repris dans la réserve de recrutement. Par contre, des 1 072 candidats issus du recrutement externe et de la promotion sociale qui ont entamé la formation en 2010, 19 ont été déclarés inaptes pour un emploi du cadre de base en cours de formation.  

Vous trouverez ci-dessous leur répartition par province : 

   Flandre Occidentale

2

   Flandre Orientale

1

   Anvers

1

   Limbourg

0

   Brabant Flamand

0

   Bruxelles

3

   Hainaut

7

   Namur

3

   Liège

2



Vooreerst wil ik u verwijzen naar mijn antwoord op uw vraag nr. 5-1822 van 22 maart 2011 (gepubliceerd op 30 mei 2011). 

1° In 2010 werden er, in het raam van de aanwervings- en selectieprocedures voor kandidaten-inspecteur, 3 279 onderzoeken van de omgeving en de antecedenten uitgevoerd. 

2° Voor 394 van die kandidaten werd een diepgaand moraliteitsonderzoek uitgevoerd, aangezien ze opgenomen waren in verschillende politiedatabanken. 

3° Onder die 394 kandidaten werden er uiteindelijk 76 laureaat van de selectie. 

4° Het is niet mogelijk om het totaal aantal kandidaten die in 2010 wensten toe te treden tot het basiskader en uiteindelijk niet werden hernomen in de wervingsreserve, over te maken. Van de 1 072 externe kandidaten en de kandidaten afkomstig van de sociale promotie die hun opleiding in 2010 hebben aangevat, werden er anderzijds 19 ongeschikt bevonden voor een betrekking van het basiskader gedurende de opleiding.  

Hieronder kan u hun verdeling per provincie terugvinden : 

West-Vlaanderen

2

Oost-Vlaanderen

1

Antwerpen

1

Limburg

0

Vlaams-Brabant

0

Brussel  

3

Henegouwen

7

Namen

3

Luik

2