SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
23 décembre 2011 23 december 2011
________________
Question écrite n° 5-4212 Schriftelijke vraag nr. 5-4212

de Louis Ide (N-VA)

van Louis Ide (N-VA)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
Commissions médicales - Appel de décisions - Suspension du retrait de visa - Utilisation Geneeskundige commissies - Beroep tegen beslissingen - Opschorting visumintrekking - Gebruik 
________________
contrôle sanitaire
déontologie professionnelle
hygiène publique
maladie infectieuse
médecin
gezondheidsinspectie
beroepsdeontologie
openbare gezondheidszorg
infectieziekte
dokter
________ ________
23/12/2011Verzending vraag
7/11/2012Herkwalificatie
10/12/2012Antwoord
23/12/2011Verzending vraag
7/11/2012Herkwalificatie
10/12/2012Antwoord
________ ________
Réintroduction de : question écrite 5-3746
Requalifiée en : demande d'explications 5-2644
Réintroduction de : question écrite 5-3746
Requalifiée en : demande d'explications 5-2644
________ ________
Question n° 5-4212 du 23 décembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-4212 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

À l'occasion de ma demande d'explication n°5-1320 (sur le « médecin hépatite » et la réforme des commissions médicales provinciales) on m'a communiqué qu'à l'initiative de la ministre la loi du 8 juin 2008 portant des dispositions diverses avait été adaptée de manière à rendre désormais impossible la suspension d'un retrait de visa en cas d'appel contre la décision des commissions médicales.

J'aimerais que la ministre me fasse savoir combien de fois depuis cette modification légale il a été fait usage de cette suspension et quelles en furent les raisons ?

 

Naar aanleiding van vraag om uitleg 5-1320 (over de 'hepatitis arts' en de hervorming van de provinciale commissies Volksgezondheid), werd mij medegedeeld dat op initiatief van de minister de wet van 8 juni 2008 betreffende diverse dringende bepalingen werd aangepast zodat het opschortende karakter van een visumintrekking bij beroep tegen de beslissingen van de geneeskundige commissies vandaag onmogelijk zou zijn.

Graag had ik van de minister geweten hoeveel keer sinds de wetsaanpassing gebruik werd gemaakt van die opschorting en wat de redenen daartoe waren?

 
Réponse reçue le 10 décembre 2012 : Antwoord ontvangen op 10 december 2012 :

Depuis l’adaptation de la législation, il n’y a plus de caractère suspensif en cas d’appel contre la décision d’une commission médicale provinciale.

Depuis lors, les chambres d’appel ont traité trois dossiers :

  • le premier concernait un médecin, qui est allé en appel contre une décision de mise sous conditions d’un visa en raison d’incapacité psychique. Cet appel s’est traduit par le retrait du visa pour une durée indéterminée ;

  • le deuxième et le troisième concernaient des médecins avec retrait de visa pour une durée indéterminée en raison d’incapacité physique et psychique. Les deux médecins sont malheureusement décédés.

Aucun de ces trois médecins n’a pu bénéficier de la suspension pendant la procédure d’appel.

Sinds de aanpassing van de wetgeving is er geen opschortend karakter meer bij het in beroep gaan tegen een beslissing van een provinciaal geneeskundige commissie.

Sinds deze aanpassing hebben de kamers van beroep drie dossiers behandeld:

  • het eerste dossier betrof een arts die in beroep ging tegen de beslissing waarbij het behoud van het visum onder voorwaarden gesteld werd omwille van psychische ongeschiktheid. Dit beroep resulteerde in intrekking van het visum voor onbepaalde duur;

  • het tweede en het derde dossiers betroffen artsen met intrekking visum voor onbepaalde duur omwille van fysische en psychische ongeschiktheid. Beide artsen zijn spijtig genoeg overleden.

Geen van deze drie artsen heeft tijdens de beroepsprocedure kunnen genieten van opschorting.