SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
23 décembre 2011 23 december 2011
________________
Question écrite n° 5-4185 Schriftelijke vraag nr. 5-4185

de Louis Ide (N-VA)

van Louis Ide (N-VA)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de Beliris et des Institutions culturelles fédérales

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Beliris en de Federale Culturele Instellingen
________________
Reprise progressive du travail - Suivi par le médecin-conseil Progressieve werkhervatting - Opvolging door adviserende geneesheren 
________________
incapacité de travail
assurance maladie
arbeidsongeschiktheid
ziekteverzekering
________ ________
23/12/2011Verzending vraag
7/11/2012Herkwalificatie
23/12/2011Verzending vraag
7/11/2012Herkwalificatie
________ ________
Réintroduction de : question écrite 5-3279
Requalifiée en : demande d'explications 5-2647
Réintroduction de : question écrite 5-3279
Requalifiée en : demande d'explications 5-2647
________ ________
Question n° 5-4185 du 23 décembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-4185 d.d. 23 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La reprise progressive du travail avec autorisation du médecin-conseil est un moyen important de réintégrer des titulaires en incapacité de travail dans le marché du travail. En principe, le trajet de réintégration est suivi par le médecin-conseil selon les modalités fixées à l'article 16 du règlement du 16 avril 1997 portant exécution de l'article 80, 5°, de la loi relative à l'assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994.

1) J'aimerais obtenir, pour 2007, 2008, 2009 et 2010, un aperçu par région du nombre de personnes en incapacité de travail qui, dans la période des six mois suivant une autorisation de reprise partielle du travail, ont été vues par le médecin-conseil en vue d'une évaluation de l'état d'incapacité de travail.

2) Dans combien de cas a-t-on mis fin à l'autorisation de reprise du travail à temps partiel parce que le degré d'incapacité de travail du titulaire en incapacité de travail ne répondait plus aux exigences règlementaires ? Quels sont les chiffres par région ?

3) Quel est le critère d'évaluation du degré d'incapacité de travail si l'assuré en incapacité de travail est convoqué dans le cadre de l'article 16 du règlement ? Le médecin conseil fait-il appel au critère tel que prévu à l'article 100, paragraphe 1er, (condition pour être reconnu incapable de travailler : lésions ou troubles fonctionnels dont il est reconnu qu'ils entraînent une réduction de sa capacité de gain, à un taux égal ou inférieur au tiers de ce qu'une personne de même condition et de même formation peut gagner par son travail, dans le groupe de professions dans lesquelles se range l'activité professionnelle exercée par l'intéressé au moment où il est devenu incapable de travailler) ou au critère tel que défini à l'article100, paragraphe 2, de la loi du 14 juillet 1994 (condition pour obtenir une autorisation de reprise progressive du travail : sur le plan médical, il conserve une réduction de sa capacité d'au moins 50 p.c.) ?

 

De progressieve werkhervatting met toelating van de adviserend geneesheer is een belangrijk middel om arbeidsongeschikte gerechtigden te re-integreren op de arbeidsmarkt. In principe wordt het re-integratietraject opgevolgd door de adviserend geneesheer volgens de modaliteiten die vastgelegd zijn in artikel 16 van de verordening van 16 april 1997 tot uitvoering van artikel 80, 5° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkering, gecoördineerd op 14 juli 1994.

1) Graag een overzicht per gewest voor de jaren 2007, 2008, 2009 en 2010 van het aantal arbeidsongeschikten dat binnen de periode van 6 maanden na het verkrijgen van een toestemming tot gedeeltelijke werkhervatting door de adviserend geneesheer gezien werd met het oog op de beoordeling van de staat van arbeidsongeschiktheid;

2) In hoeveel gevallen werd hierbij een einde gemaakt aan de toestemming tot gedeeltelijke werkhervatting omdat de graad van arbeidsongeschiktheid van de arbeidsongeschikte gerechtigde niet meer beantwoordde aan de reglementaire vereiste (cijfers per gewest)?

3) Wat is het criterium de graad van arbeidsongeschiktheid te beoordelen indien de arbeidsongeschikte verzekerde wordt opgeroepen in het kader van artikel 16 van de Verordening ? Gebruikt de adviserend geneesheer het criterium zoals bepaald in artikel 100, §1 (t.t.z. de voorwaarde om arbeidsongeschikt erkend te zijn : letsels of functionele stoornissen waarvan erkend wordt dat ze het vermogen tot verdienen verminderen tot een derde of minder dan een derde van wat een persoon, van dezelfde stand en met dezelfde opleiding, kan verdienen door zijn werkzaamheid in de beroepencategorie waartoe de beroepsarbeid behoort, door betrokkene verricht toen hij arbeidsongeschikt is geworden) of het criterium zoals omschreven in artikel 100, §2 van de wet van 14 juli 1994 (t.t.z. de voorwaarde om een toelating tot progressieve werkhervatting te bekomen : van een geneeskundig oogpunt uit, een vermindering van zijn vermogen van ten minste 50 pct. behouden ) ?