SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2010-2011 Zitting 2010-2011
________________
24 novembre 2010 24 november 2010
________________
Question écrite n° 5-409 Schriftelijke vraag nr. 5-409

de Louis Ide (N-VA)

van Louis Ide (N-VA)

à la vice-première ministre et ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, chargée de l'Intégration sociale

aan de vice-eersteminister en minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, belast met Maatschappelijke Integratie
________________
Assurances hospitalisation - Chiffres - répartition régionale - Répartition par assureur Hospitalisatieverzekeringen - Aantallen - Opdeling per gewest - Opdeling per verzekeraar 
________________
assurance privée
statistique officielle
répartition géographique
frais d'hospitalisation
particuliere verzekering
officiële statistiek
geografische spreiding
kosten voor ziekenhuisopname
________ ________
24/11/2010Verzending vraag
17/3/2011Herkwalificatie
22/3/2011Antwoord
24/11/2010Verzending vraag
17/3/2011Herkwalificatie
22/3/2011Antwoord
________ ________
Requalifiée en : demande d'explications 5-683 Requalifiée en : demande d'explications 5-683
________ ________
Question n° 5-409 du 24 novembre 2010 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-409 d.d. 24 november 2010 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

La présente question prolonge la question n° 4-2355 relative aux assurances hospitalisation. Les assurances hospitalisation sont un élément important de nos soins de santé. Une hospitalisation peut en effet se révéler très coûteuse et une assurance hospitalisation n'est absolument pas un luxe superflu. On doit donc suivre ce dossier avec la plus grande vigilance.

La question précédente portait sur les années 2005, 2006, 2007 et 2008. Il importe toutefois de se baser autant que possible sur les chiffres les plus récents, ce qui m'amène à demander des chiffres relatifs à l'assurance hospitalisation en 2009 et durant le premier semestre de 2010.

J'aimerais donc obtenir une réponse aux questions suivantes :

1) Combien de personnes avaient-elles une assurance hospitalisation en Belgique, en 2009 et durant le premier semestre de 2010 ?

2) La ministre peut-elle ventiler par région les chiffres demandés dans la première question (Flandre, Wallonie, Bruxelles) ?

3) Les chiffres régionaux peuvent-ils également être ventilés par assureur (mutualités et sociétés privées qui ressortissent à Assuralia) ?

4) Combien de ces assurances hospitalisation ont-elles été conclues par le biais de l’employeur, au total et par région ?

5) Combien de drop-outs (personnes qui avaient une assurance hospitalisation par le biais de l’employeur mais qui l’ont résiliée en raison du coût) après la mise la retraite ont-ils été enregistrés en 2009 et durant le premier semestre de 2010 ?

6) En l’absence de données à ce sujet, ne serait-il pas intéressant de procéder à une investigation, sachant que le patient paie déjà de sa poche 30 % du coût des soins de santé ?

 

Deze vraag bouwt voort op vraag nr. 4-2355 in verband met de hospitalisatieverzekeringen. Die verzekeringen vormen een belangrijk onderdeel van onze gezondheidszorg. Een opname in het ziekenhuis kan immers handenvol geld kosten en dan is een hospitalisatieverzekering absoluut geen overbodige luxe. Daarom moet dit ook met argusogen worden bekeken.

De vorige vraag handelde over de jaren 2005, 2006, 2007 en 2008. Het is echter belangrijk om zich zo vaak als mogelijk te baseren op de meest recente cijfers. Vandaar mijn vraag naar cijfers rond de hospitalisatieverzekering in 2009 en in de eerste helft van 2010.

Ik had van de minister dus graag een antwoord gekregen op volgende vragen:

1) Hoeveel mensen hadden in 2009 en in de eerste helft van 2010 een hospitalisatieverzekering in België?

2) Kan ze de cijfers uit vraag 1 opdelen per gewest (Vlaanderen, Wallonië, Brussel)?

3) Kan ze die gewestelijke cijfers ook opdelen per verzekeraar (ziekenfondsen en private maatschappijen die ressorteren onder de koepel van Assuralia)?

4) Hoeveel van die hospitalisatieverzekeringen werden gesloten via de werkgever, zowel in totaal als per gewest?

5) Hoeveel drop-outs (mensen die een hospitalisatieverzekering hadden via de werkgever, maar die vanwege de kostprijs opzegden) werden in 2009 en in de eerste helft van 2010 geregistreerd na pensionering?

6) Indien hier geen gegevens over zijn, zou het dan niet interessant zijn dit te onderzoeken, wetende dat de patiënt reeds 30 % van de kosten voor gezondheidszorg uit de eigen zak betaalt?

 
Réponse reçue le 22 mars 2011 : Antwoord ontvangen op 22 maart 2011 :

En réponse à votre question, j’ai l’honneur de vous communiquer les renseignements suivants.

1. L'Office de contrôle des mutualités et des unions nationales de mutualités édite chaque année un rapport qui reprend, entre autres, un certain nombre de données relatives aux services hospitalisation organisés par les entités mutualistes. A cet égard, je vous informe de ce que l'affiliation des membres à un service hospitalisation mutualiste peut être, selon la décision de l'assemblée générale de l'entité mutualiste qui l'organise, obligatoire ou facultative.

On dénombrait en 2009:

  • 3 689 863 affiliations à un service hospitalisation mutualiste à affiliation obligatoire et prévoyant une intervention forfaitaire;

  • 2 569 047 affiliations à un service hospitalisation mutualiste à affiliation obligatoire et prévoyant un remboursement sur la base des frais réels;

  • 584 213 affiliations à un service hospitalisation mutualiste à affiliation facultative et prévoyant une intervention forfaitaire;

  • 2 534 712 affiliations à un service hospitalisation mutualiste à affiliation facultative et prévoyant un remboursement sur la base des frais réels.

Il est toutefois à remarquer qu'il arrive souvent qu'un même membre soit affilié à un service hospitalisation facultatif et à un service hospitalisation obligatoire se complétant l'un l'autre. Pour cette raison, les effectifs des différents services hospitalisation ne peuvent être purement et simplement additionnés pour connaître le nombre d'affiliés à des services hospitalisation mutualistes en Belgique. L'Office de contrôle ne connaît pas ce dernier nombre.

En outre, il est à noter que l'Office de contrôle ne dispose pas encore de données relatives aux affiliations aux services hospitalisation mutualistes en Belgique pour l'année 2010.

2. L'Office de contrôle ne dispose pas de données scindées par région, relatives au nombre d'affiliations ou au nombre d'affiliés à des services hospitalisation mutualistes.

3. Eu égard à la réponse à la question précédente, cette question est sans objet.

1. Dans le secteur mutualiste, il n'y a pas d'assurances collectives.

5. et 6.Eu égard à la réponse à la question précédente, ces questions sont sans objet.

In antwoord op uw vraag, heb ik de eer u volgende inlichtingen mee te delen.

1. De Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen geeft jaarlijks een verslag uit dat onder meer een aantal gegevens betreffende de hospitalisatiediensten ingericht door de mutualistische entiteiten bevat. Ter zake deel ik u mede dat de aansluiting van de leden bij een mutualistische hospitalisatiedienst ofwel verplicht ofwel facultatief kan zijn naargelang de beslissing van de algemene vergadering van de mutualistische entiteit die deze dienst organiseert.

In 2009 werden:

  • 3 689 863 aansluitingen geteld bij een mutualistische hospitalisatie- dienst met verplichte aansluiting en die voorziet in een forfaitaire tussenkomst;

  • 2 569 047 aansluitingen geteld bij een mutualistische hospitalisatiedienst met verplichte aansluiting en die voorziet in een terugbetaling op basis van de werkelijke kosten;

  • 584 213 aansluitingen geteld bij een mutualistische hospitalisatiedienst met facultatieve aansluiting en die voorziet in een forfaitaire tussenkomst;

  • 2 534 712 aansluitingen geteld bij een mutualistische hospitalisatie-dienst met facultatieve aansluiting en die voorziet in een terugbetaling op basis van de werkelijke kosten.

Er dient evenwel opgemerkt te worden dat het vaak voorkomt dat eenzelfde lid aangesloten is bij een facultatieve en een verplichte hospitalisatiedienst die elkaar aanvullen. Om deze reden kunnen de ledentallen van de verschillende hospitalisatiediensten niet zomaar worden samengeteld om het totaal aantal verzekerden bij mutualistische hospitalisatiediensten in België te kennen. De Controledienst kent laatstgenoemd aantal niet.

Er dient bovendien opgemerkt te worden dat de Controledienst voor het jaar 2010 nog niet beschikt over gegevens met betrekking tot de aansluitingen bij mutualistische hospitalisatiediensten in België.

2. De Controledienst beschikt niet over gegevens, opgesplitst per gewest, betreffende het aantal aansluitingen of het aantal verzekerden bij mutualistische hospitalisatiediensten.

3. Ingevolge het antwoord op de vorige vraag, is deze vraag zonder voorwerp.

4. In de ziekenfondssector zijn er geen collectieve verzekeringen.

5. en 6. Ingevolge het antwoord op de vorige vraag, zijn deze vragen zonder voorwerp.