SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
28 décembre 2011 28 december 2011
________________
Question écrite n° 5-3941 Schriftelijke vraag nr. 5-3941

de Guido De Padt (Open Vld)

van Guido De Padt (Open Vld)

au ministre des Entreprises publiques, de la Politique scientifique et de la Coopération au développement, chargé des Grandes Villes

aan de minister van Overheidsbedrijven, Wetenschapsbeleid en Ontwikkelingssamenwerking, belast met Grote Steden
________________
SNCB - Personnel - Suspension de fonction NMBS - Personeel - Schorsing in de bediening 
________________
Société nationale des chemins de fer belges
personnel
sanction administrative
rémunération du travail
revenu minimal d'existence
statistique officielle
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
personeel
administratieve sanctie
arbeidsbezoldiging
minimumbestaansinkomen
officiële statistiek
________ ________
28/12/2011Verzending vraag
19/3/2012Antwoord
28/12/2011Verzending vraag
19/3/2012Antwoord
________ ________
Réintroduction de : question écrite 5-178 Réintroduction de : question écrite 5-178
________ ________
Question n° 5-3941 du 28 décembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-3941 d.d. 28 december 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Un agent de la SNCB confronté à une « suspension de fonction » pourrait subir des conséquences catastrophiques. Suspendre un agent de sa fonction a en effet pour conséquence que l’intéressé ne perçoit plus de rémunération pendant toute la période de la suspension.

Théoriquement, il n’est pas exclu que, durant cette période, il travaille temporairement ailleurs. Pratiquement, cette possibilité est inexistante, a fortiori lorsque la suspension n’est prononcée « que » pour quelques mois. À quelques exceptions près, les employeurs n’embauchent pas de personnel pour quelques mois.

Dans certains cas, les agents suspendus n’ont plus qu’à aller frapper à la porte du CPAS de leur ville ou de leur commune. Cependant la condition d’octroi de l’aide du CPAS est de ne pas être propriétaire et d’avoir d’abord dépensé toute son épargne. Ce serait en totale contradiction avec les conventions relatives aux droits de l’homme applicables en Belgique et indigne d’une autorité administrative.

Dans ce cadre, j’aimerais obtenir une réponse aux questions suivantes :

1. La ministre dispose-t-elle de chiffres sur le nombre d'agents de la SNCB qui ont été suspendus de leur fonction en 2007, 2008, 2009 et la première moitié de 2010 ? Pour quelle période et pour quelles raisons ?

2. La ministre dispose-t-elle d’informations sur d’autres sources de revenus qu'auraient les agents suspendus de leur fonction ? Combien d’entre eux se sont-ils adressés au CPAS et combien d’entre eux ont-ils effectivement obtenu de l'aide ?

3. La ministre peut-elle confirmer que cette réglementation est contraire aux conventions relatives aux droits de l’homme ? Juge-t-elle une telle réglementation indigne d’une autorité administrative ? Peut-elle motiver son point de vue ?

 

Een personeelslid van de NMBS dat met een "schorsing in de bediening” wordt geconfronteerd, ondervindt mogelijks enkele catastrofale gevolgen. Een personeelslid in zijn bediening schorsen heeft namelijk tot gevolg dat de betrokkene gedurende de hele periode van zijn schorsing geen salaris ontvangt.

Theoretisch is het niet uitgestoten dat hij gedurende die periode tijdelijk elders aan de slag gaat. Praktisch gezien is die mogelijkheid onbestaande, zeker wanneer de schorsing voor "slechts" enkele maanden uitgesproken wordt. Op enkele uitzonderlijk gevallen na, nemen werkgevers geen personeelsleden in dienst voor enkele maanden.

In bepaalde gevallen rest er de geschorste personeelsleden niets anders dan aan te kloppen bij het OCMW van zijn stad of gemeente. Voorwaarde voor de toekenning van de OCMW-steun is echter dat hij of zij geen eigendom bezit en eerst zijn of haar spaarboekje heeft opgesoupeerd. Dat zou compleet in strijd zijn met de in België toepasselijke mensenrechtenverdragen en een administratieve overheid onwaardig.

In dit kader volgende vragen:

1. Beschikt de minister over cijfergegevens over het aantal personeelsleden van de NMBS dat in 2007, 2008, 2009 en de eerste helft van 2010 is geschorst in bediening, voor welke periode en om welke reden?

2. Heeft de minister informatie over andere bronnen van inkomsten voor de in bediening geschorsten? Hoeveel van hen zijn echter gaan aankloppen bij het OCMW en hoeveel van hen hebben er effectief steun gekregen?

3. Kan de minister bevestigen dat deze regeling in strijd is met de mensenrechtenverdragen? Vindt zij dergelijke regeling een administratieve overheid onwaardig? Kan zij haar standpunt motiveren?

 
Réponse reçue le 19 mars 2012 : Antwoord ontvangen op 19 maart 2012 :

1. Pendant la période 2007-2011, 40, 32, 24, 36 et trente et un agents ont été respectivement suspendus. La durée de la suspension est allée de un jour à six mois.

Les motifs de la suspension avaient trait principalement à l’abandon de service, l’abus d’alcool, le refus de service, des actes d’indélicatesse, l’abus d’autorité, des absences injustifiées, des faits de mœurs et l’insubordination.

2. et 3. Il ne m’appartient pas de me prononcer sur les deux dernières questions de l'honorable membre.

1. In de periode 2007-2011 werden er respectievelijk 40, 32, 24, 36 en eenendertig personeelsleden tijdelijk geschorst. De duur van de schorsing varieert van een dag tot zes maand.

De redenen voor de schorsing waren voornamelijk het verlaten van de dienst, drankmisbruik, dienstweigering, onkiese daden, misbruik van gezag, ongewettigde afwezigheid, zedenfeiten en tuchteloosheid.

2. en 3. Het is niet aan mij om me uit te spreken over de laatste twee vragen van het geachte lid.