SÉNAT DE BELGIQUE BELGISCHE SENAAT
________________
Session 2011-2012 Zitting 2011-2012
________________
3 novembre 2011 3 november 2011
________________
Question écrite n° 5-3623 Schriftelijke vraag nr. 5-3623

de Guido De Padt (Open Vld)

van Guido De Padt (Open Vld)

à la ministre de la Fonction publique et des Entreprises publiques

aan de minister van Ambtenarenzaken en Overheidsbedrijven
________________
Société nationale des chemins de fer belges (SNCB) - Réseau express régional (RER) - Achèvement - Travaux publics - Gares - Points d'arrêts - Automotrices - Travaux d'infrastructure - Ponts - Investissement Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen (NMBS) - Gewestelijk Expresnet - Voltooiing - Openbare werken - Stations - Stopplaatsen - Treinstellen - Infrastructuurwerken - Bruggen - Investering 
________________
Société nationale des chemins de fer belges
transport de voyageurs
transport public
travaux publics
gare ferroviaire
aire de stationnement
Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen
reizigersvervoer
openbaar vervoer
openbare werken
spoorwegstation
parkeerterrein
________ ________
3/11/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
3/11/2011Verzending vraag
7/12/2011Dossier gesloten
________ ________
Heringediend als : schriftelijke vraag 5-3968 Heringediend als : schriftelijke vraag 5-3968
________ ________
Question n° 5-3623 du 3 novembre 2011 : (Question posée en néerlandais) Vraag nr. 5-3623 d.d. 3 november 2011 : (Vraag gesteld in het Nederlands)

Les travaux du Réseau express régional (RER), censés réduire les problèmes de mobilité à Bruxelles et aux alentours, ont été lancés officiellement en 2004. Aujourd'hui, sept ans plus tard et à une encablure de l'échéance initialement fixée, on constate que le projet a déjà subi de nombreuses modifications importantes et qu'il est loin de se terminer. Le RER ne sera vraisemblablement tout à fait opérationnel qu'en 2019.

Je souhaiterais obtenir une réponse aux questions suivantes.

1) Pour quelle date l'achèvement du RER est-il prévu ? Combien le groupe SNCB aura-t-il finalement investi dans le projet de RER ?

2) La ministre peut-elle me communiquer les informations suivantes pour chacune des huit liaisons ferroviaires du RER ?

a. Combien de gares et points d'arrêt, et lesquels, ont-ils été rénovés/construits depuis le lancement du projet de RER en 2004 ? Pour chacun d'eux, à combien l'investissement était-il initialement estimé et quelle a été la facture finale de l'investissement total ? Dans quelles gares et points d'arrêt des travaux sont-ils en cours ou planifiés ? À combien l'investissement du groupe SNCB est-il estimé pour chacun d'eux ? Les travaux ou préparatifs se déroulent-ils conformément au calendrier ? Dans la négative, quelles en sont les raisons ?

b. Dans combien de gares et points d'arrêt des emplacements pour vélos et des places de stationnement ont-ils été aménagés depuis le lancement du projet de RER ? Quelle partie du coût total la SNCB a-t-elle prise en charge ? La capacité maximale d'occupation est-elle déjà atteinte dans certaines gares et points d'arrêts ? Dans l'affirmative, de nouveaux emplacements pour vélos et places de stationnement seront-ils ajoutés ? Dans quels gares et points d'arrêt des places de stationnement sont-elles aménagées ou planifiées ?

c. Combien de murs antibruit ont-ils été érigés depuis le lancement du projet de RER et combien le seront-ils encore à l'avenir ? Quel est le coût total de cet investissement ?

d. Combien d'automotrices « Desiro » du type ML seront-elles mises en service sur le RER en 2011, 2012, 2013, 2014, 2015 et 2016 ? Les 305 automotrices « Desiro » seront-elles en circulation d'ici 2016 ? Dans la négative, pour quelle raison ? Existe-t-il déjà des projets d'acquisition de nouvelles automotrices de ce type ?

3) L'élargissement de l'assiette de voie sur les lignes Bruxelles-Ottignies, Bruxelles-Denderleeuw et Bruxelles-Nivelles sera-t-il réalisé dans les délais prévus, soit respectivement d'ici 2011, 2012 et 2013 ? Dans la négative, quelles sont les raisons de ce retard et quelles sont les nouvelles échéances fixées ?

4) Combien de ponts ont-ils été réaménagés depuis le lancement du projet de RER afin de permettre le passage de deux à quatre voies sur les lignes principales ? Quels sont les ponts qui doivent encore être achevés ? Quelle part du coût total le groupe SNCB prend-il en charge ?

5) La ministre peut-elle me communiquer l'état d'avancement des travaux d'infrastructure prévus dans le projet Watermael-Schuman-Josaphat ? Quand cette infrastructure sera-t-elle mise en service au plus tard ? L'échéance (déjà différée) de juin 2015 est-elle toujours valable ? Combien le groupe SNCB aura-t-il en fin de compte investi dans le projet ? La différence avec les 250 millions d'euros initialement prévus s'explique-t-elle seulement par l'indexation ? Dans la négative, quelles sont les autres causes de ce surcoût ?

 

De werken aan het Gewestelijk Expresnet (GEN), dat de mobiliteitsproblemen in en rond Brussel moet verminderen, ging in 2004 officieel van start. Nu, zeven jaar later en dicht bij de oorspronkelijke deadline, zijn er al heel wat belangrijke veranderingen doorgebracht. Toch is er van een voltooiing van het project nog geen sprake. Vermoedelijk zal het GEN pas in 2019 volledig operationeel zijn.

Graag kreeg ik een antwoord op de volgende vragen:

1) Voor wanneer wordt de voltooiing van het GEN verwacht? Hoeveel zal de NMBS-groep finaal geïnvesteerd hebben in het GEN-project?

2) Kan de geachte minister voor alle acht spoorverbindingen van het GEN volgende informatie meedelen:

a. Hoeveel en welke stations en stopplaatsen zijn er sinds de start van het GEN-project in 2004 gerenoveerd/nieuw gebouwd? Wat was voor elk van hen de initiële raming van de investering en op welk eindbedrag kwam de totale investering uiteindelijk op neer? Aan welke stations en stopplaatsen zijn er werkzaamheden bezig of gepland? Op hoeveel wordt de investering van de NMBS-groep voor elk van hen geraamd? Verlopen de werken of voorbereidingen volgens schema? Zo neen, wat zijn de redenen hiervoor?

b. Bij hoeveel stations en stopplaatsen zijn er sinds de start van het GEN-project nieuwe fietsenstallingen en parkeerplaatsen aangelegd? Hoeveel droeg de NMBS-groep bij in de totale kostprijs? Zijn er reeds stations en stopplaatsen waar de maximale bezettingscapaciteit van de nieuwe parkeervoorzieningen is bereikt? Zo ja, zullen er nieuwe fietsenstallingen en parkeerplaatsen worden bijgebouwd? Bij welke stations en stopplaatsen worden er parkeervoorzieningen aangelegd of zijn daar plannen toe?

c. Hoeveel geluidsmuren zijn er sinds de start van het GEN-project opgetrokken en hoeveel worden er nog voorzien in de toekomst? Wat is de totale kostprijs van deze investering?

d. Hoeveel Desiro-treinstellen van het type ML zullen er in 2011, 2012, 2013, 2014, 2015 en 2016 op het GEN geïntroduceerd worden? Zullen alle 305 Desiro-treinstellen tegen 2016 op het net rijden? Zo neen, wat is de reden hiervoor? Bestaan er reeds plannen om nieuwe treinstellen van dit type om te kopen?

3) Zal de verbreding van de spoorbedding van de lijnen Brussel-Ottignies, Brussel-Denderleeuw en Brussel-Nijvel de deadline halen van respectievelijk 2011, 2012 en 2013? Zo neen, wat zijn de redenen hiervoor en wat zijn de nieuwe deadlines?

4) Hoeveel bruggen werden sinds de start van het GEN-project heraangelegd om de uitbreiding van twee naar vier sporen op de hoofdlijnen op te vangen? Welke bruggen wachten nog op hun voltooiing? Hoeveel van de totale kosten draagt de NMBS-groep op zich?

5) Kan de geachte minister een stand van zaken geven met betrekking tot alle infrastructuurwerken die deel uitmaken van het project Watermaal-Schuman-Josaphat? Wanneer zal de infrastructuur uiterlijk in gebruik zijn? Geldt nog steeds de (reeds uitgestelde) datum van juni 2015? Hoeveel zal de NMBS-groep finaal geïnvesteerd hebben in het project? Is het verschil met de oorspronkelijke 250 miljoen euro uitsluitend het gevolg van de indexering? Zo neen, wat zijn de overige oorzaken van de hogere kostprijs?